artikel> De slag om West-Vlaanderen

‘Als we de Kulak sluiten, betwijfel ik of je nog veel West-Vlamingen in Leuven vindt’

Hoewel de Kortrijkse afdeling van de alma mater bloeit, moet ze ook opboksen tegen de aantrekkingskracht van de Gentse universiteit. Op bezoek bij de ‘onderwijsproeftuin’ van de KU Leuven.

Gepubliceerd

De Kulak is een Kortrijkse afdeling van de KU Leuven die bestaat sinds 1965. Afhankelijk van je studierichting kun je aan de Kulak kun de eerste twee jaren van de bachelor of de volledige bachelor volgen. Vervolgens trekken de studenten naar Leuven voor hun derde bachelor of master.

Op 19 november maakt de Universiteit Gent bekend dat politicoloog Carl Devos de UGent-ambassadeur wordt voor de provincie West-Vlaanderen. Bij het lezen van het persbericht moeten de ‘Kulakkers’ zich ongetwijfeld in hun koffie hebben verslikt. ‘Het is duidelijk dat de UGent al heel lang de universiteit van de West-Vlamingen is’, schrijft de UGent. ‘Vanaf nu wordt nog meer werk gemaakt van een universiteit in en voor West-Vlaanderen.’

De marketingzet van de UGent komt niet als een verrassing. Eind vorig jaar keurde de Raad van Bestuur een ‘West-Vlaanderennota’ goed, dat ‘de UGent als een volle speler een bijdrage wil laten leveren aan de ambities van de provincie’. Een ware slag om West-Vlaanderen dus.

Eerst de cijfers. Maakt de UGent zich zorgen? In vijf jaar tijd, van 2010 tot 2015, zakte het marktaandeel van de UGent voor West-Vlaamse universitaire generatiestudenten (studenten die zich voor de eerste keer inschrijven voor een universitaire opleiding) van 66,7% naar 63,3%. In diezelfde periode steeg het aantal West-Vlaamse universitaire generatiestudenten die voor de KU Leuven koos van 29,7% naar 33,8%. Hoewel recente cijfers (van dit en vorig academiejaar) ontbreken, lijkt zich een trend te ontwikkelen: de KU Leuven wint steeds meer West-Vlaamse zieltjes, terwijl de UGent ze steeds meer dreigt te verliezen.

Wie of wat speelt een rol in deze West-Vlaamse boost? De Kulak is alvast niet verantwoordelijk voor de stijging. De afgelopen jaren kende de campus een kleine daling van nieuwe inschrijvingen, maar daar lijkt ze ondertussen van hersteld. In 2010 was de Kulak nog verantwoordelijk voor 75% van de West-Vlaamse inschrijvingen van generatiestudenten aan de KU Leuven. In 2015 is dat nog maar 50%. Logischerwijs doet de Kulak het ook minder goed op de West-Vlaamse markt. Waar ze in 2010 nog 22,4% van de West-Vlaamse universitaire generatiestudenten kon verleiden, zakt ze in 2015 naar 18%.

West-Vlaamse studenten gaan nu ook naar KU Leuven-vestigingen in Oostende, Brugge en Gent, niet alleen naar de Kulak

De reden dat de KU Leuven, ondanks de stabilisering van de Kulak, meer West-Vlaamse studenten aantrekt, is de inkanteling van de externe campussen in 2013. West-Vlaamse studenten gaan nu ook naar KU Leuven-vestigingen in Oostende, Brugge en Gent. De geografische uitbreiding van de universiteit heeft, in het kader van de slag om West-Vlaanderen, de KU Leuven dus geen windeieren gelegd.

Nu de Kulak tegen haar inschrijvingsplafond lijkt te zijn gestoten, de andere KU Leuven-campussen blijven groeien en de UGent met een offensief is gestart, is het aan de Kortrijkse campus om haar meerwaarde te bewijzen en potentiële studenten daarvan te overtuigen. Al meer dan vijftig jaar profileert ze zich als een ‘kleine, beschermende campus vlakbij’, een campus naar voorbeeld van de Angelsaksische university colleges. Wie Kulak zegt, zegt ‘onderwijsproeftuin’. Maar wat voor een onderwijsproeftuin is de Kulak eigenlijk?

Voortrekkersrol

‘De vraag of de Kulak een proeftuin is, impliceert een vergelijking', vertelt professor Lieven D’hulst, onderwijscoördinator aan de Kortrijkse afdeling. ‘Is de Kulak meer proeftuin dan Leuven? Het antwoord is neen. In Leuven zijn er veel proeftuinen in allerlei faculteiten.’

Kulakvicerector Marc Depaepe is ook geen grote fan van het woord. ‘Ik gebruik liever ‘voortrekkersrol’ dan ‘proeftuin’. Proeftuin zou willen zeggen dat wij hier zomaar iets uitproberen. Alsof het niets uitmaakt of iets lukt of mislukt.’

De Kulak werd in 1965 echter letterlijk als ‘experiment’ opgezet. De wet op ‘universitaire expansie’ voorzag dat de kandidaturen (eerste twee jaar universitaire studies, vergelijkbaar met de bachelor) van Letteren en Wijsbegeerte in het Kortrijkse mochten worden georganiseerd. De Kortrijkse campus zou tegemoet komen aan de steeds groter wordende nood aan hoger onderwijs. ‘Er was nood aan een tweevoudige democratisering om de participatie aan het hoger onderwijs in West-Vlaanderen te verhogen, maar ook om arbeiderskinderen de kans te geven te gaan studeren’, verklaarde Marc Depaepe twee jaar geleden aan Veto.

De democratiseringsgedachte was een expliciet motief achter de Kulak, waarin ze de absolute voortrekker wou zijn. Volgens Marc Depaepe heeft die democratisering gewerkt. ‘Je moet een ezel zijn om dat te miskennen. Ik ken bijvoorbeeld een toparts in het Algemeen Ziekenhuis hier in Kortrijk. Dat is een topchirurg in Vlaanderen. Die mens zou nooit of te nimmer arts zijn geworden als de Kulak niet had bestaan. Zo zou je in de casuïstiek honderden voorbeelden kunnen geven van mensen die anders nooit een universiteit van de binnenkant hadden gezien.’

'Misschien moeten we eens stoppen met de tsunami aan brochures voor scholieren'

Marc Depaepe, vicrector Kulak

Depaepe beseft dat de succes van de democratisering evenwel moet worden gerelativeerd. ‘Je mag niet blind zijn voor het feit dat de middenklasse en hoger opgeleiden het meest profiteren van de democratisering en dat is aan de Kulak niet anders geweest.’

Het imago van een campus voor de (rijke) middenklasse hangt trouwens nog steeds wat aan de Kulak vast. Zo horen op de facebookpagina Kulak Confessions hemdjes, een Range Rover en een iPhone thuis in de meme ‘Kulak starterpack’.

‘De democratiseringopdracht is nog niet ten einde’, beseft Depaepe. ‘De nieuwe kansarmen zijn anders dan in de jaren zestig. Die hebben nu vooral met allochtone culturen te maken: hoe haal je hen naar de universiteiten? Dat is een grote uitdaging en daar kunnen wij ook een proeftuin zijn.’

Nu de inschrijvingsaantallen blijven stagneren en de Gentse universiteit een offensief inzet, zal de Kulak ongetwijfeld op zoek gaan naar nog meer redenen om haar bestaan te rechtvaardigen

Voorlopig is het nog onduidelijk hoe de Kulak dat precies wil doen. ‘Ik worstel daarmee’, geeft Depaepe toe. ‘De aansluiting van het secundair met de universiteit moet beter. En misschien moeten we eens stoppen met de tsunami aan brochures voor scholieren.’

‘Er wordt veel mist gespuid’, vult professor D’hulst aan. ‘Je zou studenten zo correct als mogelijk moeten informeren.’ Want waarom slaagt ook de Kulak er niet in diverser te werven? ‘Studenten met een migratieachtergrond gaan eerder naar de hogescholen’, denkt Depaepe. ‘Het is ook niet gezegd dat ze naar katholieke instellingen gaan.’

‘Om de democratiseringstrend verder voedsel te geven, zal veel creativiteit nodig zijn’, vertelt de vicerector. ‘Die zal niet de te vinden zijn aan de kant van brochures die blind worden losgelaten op de scholieren.’ Depaepe stelt het op scherp: ‘Ik wil niet dat de Kulak een soort zelfhulpgroep wordt voor problematische studenten. Daar hebben we lang tegen moeten vechten, tegen het idee van een soort veredeld college.’

Het allergrootste probleem is volgens Depaepe evenwel de ‘Vlaamse mentaliteit’. ‘Vlaanderen heeft een historische achterstand. Hier geldt een beschermende mentaliteit. Dat maakt het voor die studenten niet gemakkelijk. Polen zijn bij wijze van spreken goed genoeg om hier in de bouw te komen werken. Maar hoe komt dat? Omdat de Vlamingen dat niet meer willen doen.’

Het gaat ook over meer dan de emancipatie van groepen uit moeilijke socio-economische of allochtone milieus. West-Vlaanderen blijft één van de provincies met de laagste participatiegraad aan universitair onderwijs. Depaepe vindt dat een probleem. ‘Als we de Kulak sluiten, betwijfel ik of je nog veel West-Vlamingen in Leuven vindt.’

Educatieve voorsprong

De Kulak heeft zichzelf altijd geprofileerd als een ‘campus op mensenmaat’ of als ‘klein, persoonlijk en groen’. Ze staat evenwel het meest bekend als een educatieve ‘proeftuin’, waar vernieuwende didactische vormen worden toegepast.

De Kulakpioniers beschouwden dat in de beginjaren van de campus als essentieel. Vanaf 1971-1972 mocht de Kulak de kandidaturen Geneeskunde en Wetenschappen inrichten. Volgens Saartje Vanden Borre, die een geschiedenis van de Kulak schreef, ‘greep de Katholieke Universiteit Leuven [dit] aan om te experimenteren met onderwijskundige vernieuwingen. De kleinschaligheid van Kulak maakte het immers mogelijk om het idee van studentgericht onderwijs te concretiseren en uit te testen.’

In 1971 stelde de speciaal opgerichte ‘commissie Verhaegen’ een onderwijsplan op, gebaseerd op recente didactische inzichten. De Kulakkers experimenteerden met interactieve werkvormen, in plaats van klassieke ex cathedra colleges. De docenten probeerden de hoorcolleges breed te organiseren over opleidingen heen, om ook zo interdisciplinariteit te verhogen. Daarnaast was er ook aandacht voor het technische aspect, zoals het aanwerven van technisch personeel die speciale didactische middelen, zoals visualisaties door middel van tekeningen of foto’s, mogelijk maakte. Er werd zelfs al geëxperimenteerd met een alternatieve indeling van het academiejaar.

Hoewel de jaren 80 en 90 voor de Kulak minder gunstig waren, bleef men inzetten op vernieuwing. De Kortrijkse campus bouwde ook een groot aanbod aan permanente vorming (het huidige ‘levenslang leren’) uit, wat in de regio grote successen kende. Het is evenwel vooral in de ‘educatieve technologie’ dat de Kulak uitblonk. ‘Een generatie van jonge docenten, assistenten en medewerkers ging enthousiast met moderne technologie aan de slag. De inzetbaarheid van de technologie werd in de curricula gretig afgetast’, schrijft historica Vanden Borre. Moderne taallabo’s of opnameapparatuur: de Kulak ondernam de nodige (financiële) stappen om haar onderwijskundige meerwaarde te bewijzen.

Het kleinschalige, moderne onderwijs en het community-gevoel waren en zijn nog steeds te zien in de studieresultaten. In 2013-2014 was het volledig studierendement van de bachelor, wie dus alle vakken haalde en daar al dan niet tolerantiepunten voor inzette, aan de Kulak 49,6%. In Leuven was dat ‘slechts’ 37,4%. Voor studenten die aan alle examens deelnamen lag dat cijfer zelfs hoger: aan de Kulak haalde 60,3% een volledig studierendement, aan de KU Leuven 47,1%.

Hoewel deze onderwijsmerites vrij snel worden erkend, wordt een ‘experiment’ als de Kulak altijd voor een groot deel afgerekend op basis van inschrijvingsaantallen. Die vielen tegen, zeker in vergelijking met de verwachting van 5.000 (!) studenten in de beginjaren. Pas in 1982 rondde de Kulak de kaap van 1.000 inschrijvingen. Vandaag kent de Kulak zo’n 1.400 studenten. Fun fact: in de beginjaren voorzagen de Kulak-pioniers zo’n 80 hectare voor de nieuwe campus. Uiteindelijk wordt doorheen de jaren slechts de helft gebruikt.

Kulaklobby

De Kulak is een universitaire campus die al lang op onderwijs-, maar ook steeds meer op onderzoeksvlak, haar waarde heeft bewezen. Kulakalumni zijn vaak heel enthousiast over ‘hun’ Kulakjaren. Toch blijft de Kortrijkse afdeling, door jaren van Leuvense kritiek en Gentse competitie, de campus die zijn meerwaarde permanent moet blijven verdedigen. Zeker in kleinere richtingen met weinig studenten wordt de bestaansvraag regelmatig opgeworpen, niet zelden uit Leuvense hoek.

Kritiek uit Leuven, hoewel niet dominant en in de meerderheid, keert vaak terug. In 1998 schrijft de Leuvense historicus Jan Roegiers een vlijmscherp stuk over de Kulak: ‘Ik griezel wanneer ik merk hoe leden van het academisch personeel in Kortrijk bij de koffie in onvervalst West-Vlaams met elkaar omgaan en ik kan dan ook niet verwonderd zijn dat sommige van hun studenten te Leuven bij mij in dezelfde taal examen willen afleggen.’

Twee jaar geleden noemde professor Joop Van der Horst in Veto het onevenwicht in tijd en aandacht voor studenten van de Kulak tegenover die van Leuven ‘onaanvaardbaar’. Collega Bert Cornillie ging zelfs nog een stapje verder: ‘De Kulaklobby is professioneel en goed voorbereid, wellicht de tweede beste ter wereld, na de pro-Israël-lobby.’

Dat neemt niet weg dat er een heel aantal docenten wél graag lesgeven aan de Kortrijkse campus. Zo verklaarde professor Barbara Baert enkele weken geleden aan Veto graag les te geven aan de Kulak, en ook de verplaatsing niet storend te vinden. ‘Ik ervaar de Kulak anders: het is meer een school, kleiner en familiairder. De Kulakdag was mijn trage dag. Ik nam de boemeltrein naar Kortrijk en zat daar twee uur op. Ik kwam dus eigenlijk al ontspannen aan.’

Hoe dan ook, nu de inschrijvingsaantallen blijven stagneren en de Gentse universiteit een offensief inzet, zal de Kulak ongetwijfeld op zoek gaan naar nog meer redenen om haar bestaan te rechtvaardigen, hoewel dat bestaan eigenlijk al lang gerechtvaardigd is. Wil ze uitgroeien naar een volwaardige bachelorcampus? Wat is de plaats van de Kulak tussen alle andere campussen? Zoals Vanden Borre schrijft: ‘Na de integratie van de externe campussen was de Kulak niet langer de enige dochter van de Katholieke Universiteit Leuven en zocht een manier om zich te profileren als de enige échte nakomeling van de Leuvense universiteit.’

Die zoektocht is nog steeds bezig. Eind dit academiejaar loopt de termijn van vicerector Marc Depaepe af. De professor geeft alvast één tip mee: ‘De Kulak relevant houden betekent een meerwaarde creëren ten opzichte van Leuven. Hoe je dat doet? Door zaken aan te bieden die ze daar niet hebben.’

Voor dit artikel werd gebruik gemaakt van ‘Toga’s voor ‘t Hoge’ van Saartje Vanden Borre.

Powered by Labrador CMS