recensie> Filmrecensie: Mid90s

De jaren '90 zoals je ze nog nooit zag

Na een zorgzaam opgebouwde acteercarrière waagt Jonah Hill zich voor het eerst als regisseur aan een langspeler. Het resultaat is een realistische ode aan de jaren '90.

Gepubliceerd

In het redelijk unieke veld van de filmstudies bestaat de theorie van de dubbele nostalgie. Aan de ene kant is er restoratieve nostalgie – m.a.w. een zeer agressieve impuls om een grotendeels fictioneel verleden terug te brengen; aan de andere kant is er reflectieve nostalgie - een soort escapisme dat verlangt naar een tijdperk dat al lang verloren is gegaan. De kritische Youtube-essayist Lindsay Ellis voegde hieraan een derde type nostalgie toe: de deconstructieve nostalgie - een nostalgie dat het verleden wil tonen zoals het echt was.

Mid90s is een perfect voorbeeld van het laatste. Een film die een verleden voorstelt zoals het was – zonder enige vorm van roosgekleurde brilglazen. Het bitterzoete verhaal van de jonge Stevie - bijnaam Sunburn - doet meer denken aan de film Kids van Harmony Korinthe (die trouwens een cameo maakt in deze film) dan aan de legio tienerfilms die het leven van toen verheerlijken. Het onverwacht briljante regisseursdebuut van Jonah Hill toont aan hoe het leven in de armere buurten van Los Angeles echt was, zonder enige censuur en bewijst nogmaals dat het voor de filmstudio A24 bijna onmogelijk lijkt een slechte film te maken.

Vanaf de start wordt de kijker ondergedompeld in een wereld vol alcoholische tieners, drugsverslaafde daklozen en gezinnen die vaker niet dan wel de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Dat betekent echter niet dat dit een dramatisch, realistisch drama wordt – verre van. De film is zo gemonteerd dat de kijker niet enkel begint mee te leven met de hoofdpersonages maar zelfs de neiging ontwikkelt om samen met hen rond te willen hangen – ondanks het feit dat ze niet meteen de meest aangename kerels zijn. De vijf hoofdpersonages – Sunburn, Ruben, Fuckshit, Fourth Grade en Ray - zijn hangjongeren van de bovenste plank en verdoen hun dagen met skaten, drinken en feesten. Ze dromen (met Ray op kop) van een betere toekomst voor zichzelf en geloven dat ze ooit uit ‘the hood’, de depressie en armoede zullen kunnen ontsnappen.

Omdat de hele film de vijf jonge kerels volgt op elk avontuur dat ze beleven (en in het geval van Sunburn ook hun pijnlijke thuissituatie schetsen) beginnen ze naarmate de film vordert, te voelen als mensen die je al je hele leven kent, of op zijn minst erg herkenbare personages. Het feit dat het allemaal gefilmd is op een 16 mm camera en dus qua stijl niet echt ver verwijderd is van een home-movie uit diezelfde periode helpt daar natuurlijk ook zeer sterk bij.

Uiteindelijk is deze film het zeker waard om te zien. Momenteel zit de wereld van de massamedia in een periode waarbij er een zeer groot aantal remakes en sequels zal komen van media uit de jaren negentig – deze tendens wordt de dertigjarencyclus genoemd – en om dan al aan het begin een film te krijgen die niet probeert om hevig op nostalgie te leunen maar juist een realistisch portret schept, is zeer verfrissend. Als je dus een beeld wil krijgen van de Verenigde Staten in de jaren ’90 – zonder nostalgische bril – spring je best binnen in cinema ZED om de avonturen te volgen van deze vijf sk8terboys.

Powered by Labrador CMS