reportage> Leuvense zwaardvechtclub begint aan opmars

De Rode Ridder strijkt neer in Leuven

Sinds kort huist in Leuven een studentenclub historisch zwaardvechten. Wij bezochten een trainingssessie. Geen zorgen, beste lezer – we kwamen er zonder kleerscheuren vanaf.

Gepubliceerd

Eind vorig jaar sprak Veto met Taal- en Letterkundestudent Frederick Switsers. Het onderwerp van dat gesprek was Fredericks hobby: het historisch zwaardvechten. Tijdens het interview sprak Frederick over zijn ambitie een eigen club op te richten. Zo gezegd, zo gedaan. 's Keyserlijcke Ghesellen organiseert sinds het begin van dit jaar wekelijkse trainingssessies voor haar leden.

Benieuwd naar het reilen en zeilen van zo’n krijgersgenootschap namen we een kijkje in het hoofdkwartier van de club, in het Vrij Technisch Instituut te Leuven. Hier wacht Frederick ons op, samen met medeoprichter Johannes Fillet.

Voordat de training van start gaat, wordt de million dollar question gesteld: wat is nu het grote verschil tussen zwaardvechten en schermen? Frederick beantwoordt de vraag gretig: ‘Bij het historisch zwaardvechten is het martiale perspectief veel belangrijker. De essentie van deze sport is om zo waarheidsgetrouw mogelijk te vechten zoals er in de middeleeuwen werd gevochten.’

‘Dit zorgt ervoor dat je op een andere manier gaat vechten – je houdt je immers meer bezig met hoe je zou presteren op een echt slagveld dan op het maken van punten. Het is een realistische manier van vechten, maar dan binnen een moderne context.’

Fetisj met veiligheid

Frederick en Johannes geven meteen ook een demonstratie. We worden getrakteerd op een waar spektakel: de zwaardmeesters duiken rond om de slagen van de ander te ontwijken, maken vlugge schijnbewegingen en bij contact tussen de zwaarden horen we daadwerkelijk 'gekletter'.

Al bij al ziet het geheel er veilig uit. Ledematen blijven op hun plaats, en situaties zoals geportretteerd in de befaamde scène uit Monthy Python and The Holy Grail blijven uit.

Frederick licht toe hoe de gebruikte zwaarden worden beveiligd: ‘We gebruiken heel zware sportversies. De zwaarden zijn enigszins flexibel, de randen worden afgevlakt en dik gemaakt en de punt wordt opgerold.’

Veiligheid lijkt dan ook een groot thema te zijn binnen de sport. ‘Dit heeft vooral te maken met het taboe dat ligt op het gebruik van zwaarden als wapens’, vervolgt Frederick.

‘Persoonlijk vind ik dat er hierdoor wel wat wordt overgecompenseerd op het vlak van veiligheid. Iemand van onze club heeft het ooit eens passend beschreven als een ‘fetisj met veiligheid’. Ik kan alleszins gerust zeggen dat wij nauwelijks ongevallen hebben, en over het algemeen ook veiliger zijn dan veel andere sporten.’

Middeleeuwse dolkgevechten en worstelpartijen

Johannes licht de structuur van de trainingssessies van de Ghesellen toe: ‘We volgen steeds een vaste opbouw. Eerst beginnen we met intensieve opwarmingsspelen. Dan doen we oefeningen op voetenwerk, waarbij we de focus leggen op het correct gebruik van de benen en de voeten. Dit maakt immers een belangrijk deel uit van een duel. Ten slotte gaan we over op het zwaardvechten zelf.’

‘We durven ook wel eens trainingen met andere wapens te organiseren’, voegt Frederick toe. ‘Zo hebben we al eens een sessie middeleeuws dolkvechten gehouden. Waarom? Omdat dat leuk is (lacht). Ook middeleeuws worstelen komt aan bod.’

Codex Wallerstein

De opwarmingsoefeningen gaan van start. Wat meteen opvalt, is dat iedereen op een heel amicale manier met elkaar omgaat. Er wordt veel gelachen, en het werkt allemaal heel aanstekelijk.

Johannes wijst erop dat dit ook één van de zaken is die hij en Frederick met de vereniging willen bereiken: ‘Het voornaamste doel is om een leuke groep bijeen te brengen en plezier te maken. Dit groepsgevoel is momenteel al sterk aanwezig, wat zich vertaalt in het feit dat we ook samen op café gaan na de training.’

Tegelijkertijd is elk van deze zwaardvechters-in-wording ook heel gefocust bezig. Nauwgezet wordt er naar de instructies van Frederick en Johannes geluisterd en de oefeningen worden met een intense concentratie uitgevoerd.

De technieken die worden aangeleerd komen rechtstreeks uit middeleeuwse handboeken. Zo is de Codex Wallerstein één van de geschriften waarop zwaardmeesters binnen de sport zich baseren.

Johannes illustreert de details die aan bod komen in de geschriften: ‘Er wordt bijvoorbeeld stap voor stap uitgelegd hoe je moet reageren wanneer iemand je hoofd aanvalt. Het is onze bedoeling om die geschriften te lezen en te interpreteren, en de technieken zo waarheidsgetrouw mogelijk aan onze leden door te geven.’

Toekomstmuziek

Frederick schetst de toekomstplannen van de club rooskleurig: ‘Momenteel zijn we nog onafhankelijk, maar we zijn bezig erkenning te vragen bij de KU Leuven. Dergelijke erkenning zou heel interessant zijn op vlak van onder andere materiaal, zalen en budget. Het zou ons toestaan verder te groeien als vereniging.’

‘Uiteindelijk is het de bedoeling dat we naar een club evolueren waar iedereen van elkaar kan leren, en niet eenzijdig, zoals nu het geval is’, concludeert Frederick. ‘We proberen echt wel af te stappen van het huidige totalitaire regime. (lacht)’

Powered by Labrador CMS