artikel> Een getuigenis over psychische gezondheid bij studenten

'Gesloten deuren' - Fleur vertelt haar verhaal

Fleur is een pseudoniem. Zij getuigt in het kader van de reeks 'de (on)macht van onze gedachten' over psychische gezondheid bij studenten.

Gepubliceerd

Lees het hele dossier psychische gezondheid bij studenten.

Ik heb vaak het idee dat er de hele tijd erge dingen kunnen gebeuren met mijn vrienden en familie. Dat is typisch voor een obsessieve compulsieve stoornis. Als je bepaalde handelingen niet uitvoert, geloof je dat die erge dingen dan ook echt kunnen gebeuren.

Heel veel mensen hebben bepaalde dwangmatige handelingen, zoals eerst je linkerschoen aandoen en dan pas je rechter, maar dat zijn meestal maar kleine dingen die niet zo erg zijn. Die hinderen je niet in wat je doet. Het is pas wanneer het er heel veel worden, dat je hele dag bestaat uit dwanghandelingen.

Op een gegeven moment was ik heel de dag bezig met mijn ochtendritueel. Ik moest zoveel keer het licht aan en uit doen en de deur open en dicht doen. Dan dacht ik dat ik de deur niet goed had gesloten en moest ik dat nog eens zes keer controleren. Mezelf aankleden duurde super lang. Alles moest in een bepaalde volgorde.

Studeren was een ramp. Elke keer als ik een blad gedaan had, was ik overtuigd dat ik het nog niet kon. Dan begon ik dus gewoon opnieuw. Ik kon niets doorstrepen, alles moest netjes zijn en uitgelijnd. Ik lees echt ontzettend graag, maar op een gegeven moment kon ik zelfs geen boeken meer lezen. Elke zin moest ik een bepaald aantal keer lezen. Ik deed uren over een pagina.

Het kan je leven helemaal gaan domineren. Je raakt helemaal geïsoleerd omdat je heel de tijd bezig bent met tellen en dingen in je hoofd. Er moet orde zijn, maar er komen natuurlijk enkel dingen bij: je kan niet alles ordenen of in de hand hebben.

Zo heb ik mezelf ook altijd een lelijk meisje gevonden. Ik vond het verschrikkelijk dat ik daar niets aan kon doen. Vandaar heb ik een obsessie gekregen met dun zijn, aangezien dat eigenlijk het enige was dat ik kon controleren. Als ik zoveel minder at, of zo vaak niet at, kon ik mijn uiterlijk verbeteren. Die controle was heel belangrijk.

Het is heel moeilijk om beter te worden. Je durft niet goed iets los te laten, uit angst dat er dan net iets ergs gaat gebeuren. Dat afwachten tot er tóch iets ergs gaat gebeuren maakt je zo bang dat je uiteindelijk toch bepaalde dwanghandelingen begint te doen om het nog te voorkomen.

Studeren gaat nu beter. Op het monitoraat zeiden ze ooit dat voorbeeldige studenten vijftig uur per week leren. Zo’n getal werkt erg geruststellend. Dan studeer ik 52 uur, omdat ik dan blij kan zijn dat ik zelfs iets meer doe. Maar dan kan ik tenminste stoppen, anders zou ik waarschijnlijk blijven doorgaan.

Momenteel gaat het wel echt beter met me. Ik heb bepaalde manieren gevonden om dingen meer los te laten. Mijn gewicht is nu terug gezond, ik eet dagelijks een juist aantal calorieën. Als er iets onverwachts gebeurd heb ik even tijd nodig om me aan te passen, maar vroeger ging dat dus helemaal niet. Als ik nu thuis vertrek, en de deur op slot moet doen, controleer ik dat nog maar één keer.



Zelf hulp nodig?

Bel 106 of surf naar tele-onthaal.be.
Bel 1813 of surf naar zelfmoord1813.be.

Het studentengezondheidscentrum van de KU Leuven kan je bereiken op 016/32.44.20 tijdens de werkuren.

Powered by Labrador CMS