artikel> “Een participatorisch initiatief, maar vijgen na pasen.”

Studeren aan de Campus Congo

Wie over de vloer komt in Pangaea loopt letterlijk over de vlag van Belgisch-Congo. Een aandenken aan de aanwezigheid van onze universiteit in de kolonie. Maar wat deed onze alma mater daar eigenlijk?

Gepubliceerd

'Het is u wellicht niet opgevallen, maar wanneer u dit gebouw langs de hoofdingang in de Vesaliusstraat binnenkomt dan loopt u over de vlag van Belgisch-Congo.' Met die woorden opende professor Emmanuel Gerard twee weken geleden een panelgesprek rond het koloniaal verleden van Home Vesalius. Het gebouw, nu intercultureel ontmoetingscentrum Pangaea, deed vroeger namelijk dienst als residentie voor de kinderen van kolonialen.

Wie op vrijdag de dertiende het panelgesprek in Home Vesalius bijwoonde, weet ondertussen dat de geschiedenis van Belgisch-Congo en die van onze universiteit diep met elkaar verbonden zijn. Ruben Mantels, onderzoeker aan de UGent, bevestigt dat er al vanaf de 19de eeuw relaties waren tussen de kolonie en de universiteit. Er waren studenten die naar daar trokken en ook in de Leuvense onderwijsprogramma’s kwamen de kolonies aan bod. Vanaf de jaren 20 kwamen er dan de stichtingen FOMULAC ('Fondation médicale de l'Université de Louvain au Congo') en CADULAC (‘Centres agronomiques de l’Université de Louvain au Congo’), overzeese onderwijscentra van de universiteit, waar landbouwkundig en medisch onderwijs werd verstrekt aan de inlandse bevolking. Beide stichtingen behoorden tot het hoogste onderwijsniveau in Belgisch-Congo’.

In 1954 kwam er uiteindelijk een volwaardige campus. Lovanium werd gesticht als een afdeling van de Katholieke Universiteit Leuven en werd genoemd naar de stad. 'Lovanium was een echte extensie van de Leuvense universiteit. Het aantal studenten was aanvankelijk zeer beperkt omdat ook het secundair onderwijs zelf in Congo in zijn kinderschoenen stond. In de eerste jaren studeerden er in Lovanium enkele tientallen Congolese studenten. Maar tegen het einde van de jaren vijftig waren al zo’n 500 kandidaten ingeschreven, van wie driekwart Afrikanen', aldus professor Gerard.

'Lovanium was een echte extensie van de Leuvense universiteit'

professor Emmanuel Gerard

'De onafhankelijkheid kwam naderbij. België was hier nog niet klaar voor maar aan de universiteit was toch een nieuwe wind merkbaar zegt professor Gerard.. 'De universiteit, die zich van meet af aan had geëngageerd in een paternalistisch koloniaal beschavingsproject, was na de Tweede Wereldoorlog meer dan andere segmenten van de Belgische samenleving ontvankelijk voor de nieuwe realiteiten. Professoren en studenten stonden open voor een mentaliteitswijziging. Onder impuls van enkele jongere professoren speelde Leuven zelfs een rol in de prille ontvoogdingsbeweging van de kolonie.'

Professor Idesbald Goddeeris stelde echter ook dat de oprichting van de universiteit Lovanium een manier van profilering binnen de Belgische politiek was. Er werden in die periode ook staatsuniversiteiten in Congo opgericht en België zat middenin de schoolstrijd. Dus het voorzien van katholiek onderwijs daar kan ook gezien worden als een prestigeproject.

Rozengeur en maneschijn?

Het koloniale verleden is op zijn zachtst gezegd niet het mooiste deel uit de Belgische geschiedenis. Er zijn dan ook stemmen die menen dat het missie-ideaal dan wel onderwijs voortbracht, maar dat dit zich in se beperkte tot het klaarstomen van de lokale bevolking voor handenarbeid en zodoende de koloniale exploitatie versterkte. De overheid investeerde bitter weinig in het onderwijs en in vergelijking met andere kolonies was de situatie in Congo pover gesteld. Tegen die achtergrond was de komst van Lovanium een grote stap vooruit.

Een participatorisch initiatief, maar vijgen na Pasen.

Restanten in het straatbeeld

Bernadette Michels, nu stadsgids in Leuven, groeide als dochter van een hoogleraar op in de woonwijk van Lovanium. Naar haar mening werd het hele project voornamelijk gedreven door geëngageerde idealisten. Zo werd er zichtbaar moeite gedaan de inhoud van de lessen aan te passen aan de plaatselijke bevolking. Ook werd er gehamerd op goede leefomstandigheden voor zowel de studenten als de arbeiders. Naarmate de onafhankelijkheid dichterbij kwam werden er ook steeds meer Congolese werknemers aangesteld, zodat het voortbestaan van de universiteit gegarandeerd werd. Een participatorisch initiatief dus, maar vijgen na Pasen.

Natuurlijk is het belangrijk te blijven benadrukken dat dit alles binnen een koloniale, paternalistische visie te plaatsen viel. Hoewel de motivatie en de goede wil van de realisatoren van dit project zeker aanwezig was, blijft de brede context uiteraard niet goed te praten.

'De geschiedenis is er, en die mag, moet zelfs geweten zijn'

Bernadette Michels

Wanneer we nu terugdenken aan de restanten van dit koloniaal verleden die terug te vinden zijn in het straatbeeld van Leuven, blijft de vraag: ‘Hoe moeten we deze benaderen?’ Volgens mevrouw Michels mogen deze zeker behouden blijven. ‘Het zouden er zelfs meer mogen zijn. Uiteraard niet om onszelf te roemen. Maar de geschiedenis is er, en die mag, moet zelfs geweten zijn en blijven.’

Ze begrijpt natuurlijk dat het hier niet over een mooie passage uit ons verleden gaat, maar toch vindt ze het spijtig dat er altijd vol kommer en kwel wordt teruggedacht aan die periode. Ze herinnert zich de sfeer van enthousiasme en gedrevenheid die heerste op de campus en plaatst deze in schril contrast met de haast stilgezwegen geschiedenis die er nu nog rest.

Powered by Labrador CMS