recensie> Recensie: The Breath & Vegir ft. Hindi Zahra

Van de Ierse Hooglanden tot het zwoele Oosten

In het kader van Leuven Jazz kregen Leuvenaars twee straffe groepen voorgeschoteld die elk een andere interpretatie gaven aan het begrip jazz: het experimentele Vegir en het bucolische The Breath.

Gepubliceerd

Wanneer de vier mannen van Vegir het podium opkomen en elk achter hun gitaar, drum of piano plaatsnemen, is de eerste vraag die we ons stellen: waar is de zangeres? Staat op de poster niet ‘featuring Hindi Zahra’? Alvorens we de kans krijgen deze opmerking te verwoorden, worden we vurig weggetrommeld en overrompeld door het elektronisch gekreun van een synthesizer. Wat wilden we weer zeggen? Vegir, het nieuwste muzikaal project van jazzpianist Dominique Vantomme, begint te spelen.

Een nummer van het kwartet in woorden proberen te vatten, is een tantaluskwelling. Samen met gitarist Michel Delville, bassist Tony Levin en drummer Maxime Lenssens herdefinieert Vantomme het begrip jazz. Je wordt onophoudelijk verrast met een plotse schakeling, een nieuwe kleur. De ene minuut is hectisch en bevreemdend, de andere warm en teder. Het is experimentele muziek die vakkundig het midden houdt tussen twee extremen: nooit verliezen ze zich in dat ene dissonante akkoord en wanneer het tempo wordt opgedreven, vervalt het nooit tot een chaotische soep.

Hindi Zahra is gearriveerd

Een nieuw nummer begint. De gitaar fluistert een oosters deuntje, de drums ritselen. Een in het rood gehulde vrouw met lange zwarte haren stapt langzaam uit de schaduw. Haar zachte stem doorbreekt de intieme sfeer en betovert. Hindi Zahra is gearriveerd. Als een sirene wenkt ze het verleide publiek, haar volgende slachtoffer. Ze strekt haar armen, draait met haar handen en knielt, op en neer. Ze is bezeten door de klanken.

Beautiful stranger, don’t want to know your name’ vertrouwt ze ons sensueel toe in de stijl van Amy Winehouse. De muziek is niet langer experimenteel, maar eerder bluesy en dient enkel nog ter ondersteuning van de Frans-Marokkaanse zangeres. Met haar gezang bereikt het concert haar culminatiepunt en meteen ook haar einde. We zijn aangenaam verrast. En dit was nog maar het voorprogramma.

Een pauze volgt waarin een nieuw assortiment aan instrumenten het podium opkomt. De elektrische gitaar wordt vervangen door een akoestische en de basgitaar door een contrabas. De weinige lege plekken in de zaal worden opgevuld. Het is nu de beurt aan de Engelse groep The Breath om te schitteren.

'We are going to do some catharsis'

De zangeres van de groep, Rioghnach Connolly, neemt het woord: ‘We are going to do some catharsis’, zegt ze. ‘Here’, wijzend naar haar hart. Maar als we willen, mogen we ook slapen, grapt ze. Met The Breath kan je even op adem komen, is de boodschap. Connolly overdreef niet. Haar zoete stem, begeleid door het getokkel van gitarist Steve McCallum, schept een tedere en vredevolle sfeer waarop je heerlijk kan wegdromen.

Wanneer ook de contrabas en drums zich vervoegen, krijgt de muziek een duidelijk folk-karakter: groene weiden en kabbelende riviertjes worden voor onze ogen getoverd en Connolly is onze gids. Deze zachte en ontroerende muziek krijgt nog een diepere laag door de zware thematiek waarover Connolly zingt, zoals rouw en hongersnood. Wanneer hun tijd erop zit, wordt de groep overladen met applaus. Een bisnummer wordt afgedwongen. ‘What do you want to hear more miserable stuff for?’, grapt Connolly. Het is bizar dat het gezang van zo’n vrolijke en warme vrouw ons zo melancholisch doet voelen.

Wederom zorgde festival Leuven Jazz voor een gevarieerd aanbod waarmee zowel leek als connaisseur zijn blik op Jazz kon verruimen.

Powered by Labrador CMS