recensie> Absurditeit in het vagevuur

IFTf recensie: NFK

NFK trekt met 'L’enfer, c’est les autres' resoluut de kaart van de absurditeit. Dat is fijn, zij het niet voor eeuwig. En laat het omgaan met de eeuwigheid nu net een van de thema’s van het stuk zijn.

Gepubliceerd

Cast:

Felix Kumps, Luna De Souter, Rik Ouwerkerk, Sofie Gerits, Joris Vanschoren, Annalise Delbouille, Sigi Willems & Pieter-Jan Bode

Crew:
Louise Verbeeck & Boris Willems (regie), Boris Willems (bewerking tekst), Sofie Gerits, Flavie Lindemans, Nele De Maeyer & Megan Sturhoofd (techniek) & Ian Wiglema (geluid)

Op zich gebeurt er niet veel in Sartres bekende toneelstuk, Huis clos, waarop de toneeltekst (vrij los) gebaseerd is. Drie overleden mensen worden samen in een gesloten kamer geplaatst en komen langzaamaan tot het besef dat ze samengebracht zijn om elkaar het bloed vanonder de nagels te pesten - de hel, zo luidt Sartre’s bekende leuze, dat zijn andere mensen, of toch op zijn minst die anderen die het slechtste in jou naar boven brengen.

Het is een gekend plot, en NFK neemt die terecht creatief onder handen. De filosofische implicaties van het toneelstuk ruimen plaats voor humor, experiment en spelplezier. Zo krijgen we als inleiding een lang uitgesponnen schimmenspel met dans te zien dat goed op de lachspieren werkt, zonder echt enige relevantie te hebben voor het verdere verhaal. Met eenzelfde aanstekelijke zottigheid doorbreekt NFK al snel de spreekwoordelijke vierde muur die publiek en podium van elkaar scheidt.

Vast in het vagevuur

Het is dan ook de fijne en vaak onverwachte humor die het toneelstuk over de eindstreep draagt. Er is soms een hoek af bij NFK, maar met een zot kun je al eens lachen. Vreemde wendingen in de dialoog houden het stuk interessant en onvoorspelbaar. Personages beginnen op willekeurige momenten te dansen of worden plots vertolkt door een totaal andere acteur of actrice. Ook de vele toespelingen op de Lords of the Rings-trilogie worden gesmaakt, ondanks - of toch vooral met dank aan - de volstrekte willekeur waarmee ze ingelast worden.

Paradoxaal genoeg vormt de sterkte van het toneel, met name de absurditeit ervan, meteen ook haar grootste zwakte. Een tweetal uur van hetzelfde type grappen en grollen is misschien net iets te veel van het goede. Zo neemt het eerste valse einde dat NFK inlast nog iedereen bij verrassing - de tweede keer gelooft geen kat in de zaal nog dat het toneel echt afgelopen is. Ook wat betreft de humor moet het stuk gaandeweg uitpakken met steeds meer absurde moppen om het publiek te blijven boeien. Een plot met een spanningsboog blijkt geen overbodige luxe om de aandacht vast te houden. Het lijkt passend dat een stuk over het vagevuur en de eeuwigheid ook zelf een beetje blijft hangen in dat vagevuur - een relatief plotloze aaneenschakeling van bevreemdende momenten.

Die bedenking terzijde is L’enfer, c’est les autres gewoon een bijzonder vermakelijk en bij momenten avontuurlijk stuk. Als lachen echt gezond is, dan heeft NFK ons in één klap een doktersconsultatie bespaard. Ook wij zijn niet vies van een beetje lof der zotheid.

Powered by Labrador CMS