
De Grand Chess Tour bestaat uit
vier toernooien - met Leuven als tweede in het rijtje - en is een belangrijke onderdeel op de
kalender van de tien beste schakers ter wereld. In het stadhuis neemt die top
tien het vier dagen lang tegen elkaar op in korte rapidpartijen (25 minuten per
persoon) en blitzpartijen (5 minuten per persoon) voor een prijzenpot van
150.000 euro. Onder de deelnemers lijken wereldkampioen Magnus Carlsen
(Noorwegen) en blitzspecialist Hikaru Nakamura (VS) vooraf de grootste
kanshebbers. De resultaten worden samen met de toernooiuitslagen uit Parijs,
Londen en Saint Louis samengeteld om de winnaar van de Grand Chess Tour 2016
aan te duiden.
Op donderdag 16 juni werd het
toernooi officieel geopend en speelden de schaakgrootmeesters tegen een aantal
jeugdspelers. Op 17 juni begon het echte werk met vijf rapidpartijen, gevolgd
door nog vier rapidpartijen op 18 juni. Op 19 en 20 juni treffen de
wereldtoppers elke tegenstander tweemaal in achttien ronden blitzpartijen. Na
de eerste dag staat de Indische ex-wereldkampioen Viswanathan ‘Vishy’ Anand aan
de leiding. Veto sprak met de ‘Tijger
van Madras’.

Hebt u al
eerder in België gespeeld?
Vishy Anand: "Ja, ik heb al een stuk of tien
keer in Brussel gespeeld, en één keer in Eupen. Dit is mijn eerste keer in
Leuven. Het stadhuis, de kathedraal (de
Sint-Pieterskerk, red.) en het indrukwekkende plein maken het een heel
mooie locatie. Ik denk ook dat het een mooie stad is om in te studeren. Al
ben ik niet zo’n fan van de zomerregens (lacht)."
Wat
verwacht u van het toernooi?
Anand: "Het is een heel sterk en vooral
heel uitputtend toernooi. Vijf rapidpartijen of negen blitzpartijen per dag is
erg veel, en we spelen ook nog eens vier dagen na elkaar. Iedereen is ook goed
voorbereid. Ik hoop dat ik me snel in het klassement kan nestelen."
U
speelt ook een simultaanpartij (één speler tegen meerdere spelers op
verschillende borden) tegen een dertigtal uitdagers, vooral jeugdspelers. Is
het moeilijk om uw gedachten geordend te houden als u zoveel partijen tegelijk
speelt?
Anand: "Niet bepaald. We doen het redelijk
vaak, en in dit geval is het verschil in niveau met de tegenstand vrij groot.
Als ik tegen spelers speel die even sterk zijn wordt het een ander verhaal,
natuurlijk."
Houdt
u uw partijen in een simultaan ongeveer binnen hetzelfde type stellingen, of varieert
u veel en speelt u bewust heel verschillende posities?
Anand: "Meestal experimenteer ik wel een
beetje, maar hier heb ik het niet in eigen handen. Ik speel nu met de stelling
die mijn collega’s voor mij achtergelaten hebben (in deze simultaan speelden alle tien de wereldtoppers om de beurt een
zet op elk bord, red.), en dat verandert de aanpak helemaal."
Schoolvak
Onze
Belgische minister van Sport, Philippe Muyters (N-VA), zei zes jaar geleden dat
hij schaken niet als een sport beschouwt door het gebrek aan fysieke inspanning
dat ervoor vereist is. Wat vindt u daarvan?
Anand: "Voor mij is het een sport, en in
de meeste landen ter wereld wordt het ook zo beschouwd. Het is vaak afhankelijk
van cultuur in welke categorie het wordt onderverdeeld. Maar op de manier
waarop ik het ervaar, kan het enkel een sport zijn. Wat anders? We trainen,
spelen competitief en moeten ook fysiek in orde zijn om op topniveau te kunnen
schaken."
"We moeten ook fysiek in orde zijn om op topniveau te kunnen schaken"
Denkt
u dat schaken aanbieden als schoolvak de academische vaardigheden van kinderen
in hun later leven kan verbeteren?
Anand: "Zeker. In India hebben we een
project van het NIIT, het National Institute of Information Technology, waar
ook ik voor werk. Overal waar scholen computerlessen geven, wordt ook schaken
geïmplementeerd, en er zijn zo’n 17.000 scholen die deelnemen. In India is dat
substantieel, maar we hebben nog progressiemarge."
"We krijgen ook enorm goede feedback. Leerlingen winnen aan zelfvertrouwen, ze maken betere examens, en vooral bij wiskunde en wetenschapsvakken is de vooruitgang merkbaar beter. We interviewden 8000 leerlingen, en de statistieken zijn geweldig. Ook andere studies tonen dezelfde tendens."
Sinds
een paar tientallen jaren geleden zijn schaakcomputers enorm sterk geworden, en
vandaag zijn ze haast onafscheidelijk geworden van schaken op het hoogste
niveau. In welke mate hebben ze het schaken aan de wereldtop veranderd, denkt
u?
Anand: "Totaal. Niet alleen de manier
waarop het gespeeld wordt, maar ook de manier waarop het ervaren wordt. Schakers
bereiden zich voor, dubbelchecken alles, het is een hulpmiddel dat je niet meer
weg kan denken. Maar zelfs een toeschouwer die niets van schaken kent, kan via
een website met schaakcomputeranalyse een match volgen. Het zal hem wel een
tijdje kosten voor hij alles begrijpt, maar toch."
"Wat grappig is, is dat, omdat de schaakcomputers zoveel sterker zijn dan wij, die toeschouwer nog voor ons kan weten wat de beste zet is. En ook bij live-uitzendingen en commentaar van schaakpartijen wordt er constant een beroep gedaan op schaakprogramma’s."
Is
het moeilijk om herhaaldelijk tegenstanders uit hun openingsrepertoire te
spelen, en er tegelijk voor te zorgen dat u niet hetzelfde overkomt?
Anand: "De aanpak is veranderd. De nadruk
ligt nu vooral op verrassingen, in plaats van het echte repertoiregerichte
voorbereidingswerk op zich. Daarvoor moet je beter werk verrichten in een
bepaald veld, en vaak is het makkelijker om tegenstanders te verrassen. Veel
tegenstanders zijn ook nogal flexibel en kunnen zich makkelijk aanpassen."

"Leerlingen winnen aan zelfvertrouwen, ze maken betere examens, en vooral bij wiskunde en wetenschapsvakken is de vooruitgang merkbaar beter"
Andere
denkpiste
Welk
advies zou u geven aan kinderen die net als u een schaakgrootmeester willen
worden?
Anand: "Het belangrijkste is spelen en
plezier hebben. Je wordt niet beter door beter te willen zijn. Schaken is een
sport van concepten, zoals een taal. Je wordt niet beter in een taal door ze te
bestuderen maar door ze te spreken. Zo ook met schaken: als je blijft oefenen,
word je beter."
Kan
het helpen om grootmeesterpartijen na te spelen?
Anand: "Zeker. Je moet de gewoonte hebben
om partijen te analyseren, naast het spelen zelf. Grootmeesterpartijen zijn
betekenisvoller als je ook zelf wat werk verricht. Zo kun je bijvoorbeeld
nadenken over een zet voordat je ziet wat de grootmeester in kwestie gespeeld
heeft. Soms komen je ideeën overeen, soms kan de grootmeester een volledig
andere denkpiste volgen, en zo kan je zien of je op het juiste spoor zit. Als
je vaak speelt, heb je meer vragen en boek je sneller vooruitgang."
Een weetje om af te sluiten: ‘Houdini’, een van de sterkste schaakcomputers van het moment, is gecreëerd en ontwikkeld door een Leuvense programmeur, Robert Houdart.
Anand: "Dat wist ik niet, fijn om te horen. Ik gebruik ‘Houdini’ regelmatig, samen met nieuwere schaakprogramma’s als ‘Stockfish’ en ‘Komodo’."