artikel> Welkom in stageparadijs België

Waarom je voor je stage vergoed zou moeten worden

Slechts 19 procent van de stagiairs in België kreeg een vergoeding voor het werk dat ze verrichten. Dat blijkt uit cijfers van de Eurobarometer uit 2013. Ons land is de rode lantaarn van de EU.

Gepubliceerd

Stageparadijs België in cijfers:

59%

van de jongeren heeft 2 of meer stages gedaan.

32%

van de stagiairs had geen getekend opleidings- of arbeidscontract. (checken)

50%

wist niet duidelijk of de stage met of zonder vergoeding was.

19%

kreeg een vergoeding.

62%

kreeg niet voldoende financiële compensatie om aan basisbehoeften te voldoen.

28%

werd een vast contract aangeboden na hun onbetaalde stage.

43%

kreeg niet eens een getuigschrift, opleidingsrapport of referentie als bewijs van stage.


Bron: Eurobarometer, 2013

De Vlaamse Jeugdraad trekt onder impuls van Europees jongerenvertegenwoordiger Frédéric Piccavet aan de alarmbel. De wildgroei aan stages moet dringend gereguleerd worden. ‘Op de arbeidsmarkt geldt gewoon de wet van de sterkste en het is degene die de meeste financiële middelen heeft, die het kan halen’, aldus Piccavet. ‘Daar is iets fundamenteel onjuist aan.’

Juridische chaos

Vooral stages na de opleiding moeten het ontgelden. Een totale chaos heerst er volgens Piccavet. ‘Het grootste probleem is dat er geen wetgevend kader bestaat. Het is hoog tijd om dat te veranderen. Als stagiair kom je vandaag namelijk in een juridisch vacuüm terecht. En bedrijven kunnen daar misbruik van maken om zo dure arbeid te vervangen door gratis stagiairs.’ De markt doet met andere woorden zowat waar het zin in heeft. De Vlaamse Jeugdraad pleit er dan ook voor om alle stages in de opleiding op te nemen.

Ook Marc De Vos, arbeidsjurist aan de UGent en directeur van denktank Itinera, bevestigt het probleem: ‘Er zijn signalen van misbruiken omdat velen het als ‘noodzakelijk’ ervaren om internships te doen om zich te onderscheiden met hun CV en omdat er geen regelgevend kader is voor betaling, kostenvergoeding, verzekering etc. en sommigen gewoon ‘gratis’ stage doen.’

De overheid ontving vanwege het European Youth Forum reeds een officiële klacht wegens inbreuken op het Europees Sociaal Handvest. Concreet zou België het recht op een billijke vergoeding en een bijzondere bescherming van kinderen en jongeren schenden.

Uit het voorlopige antwoord blijkt via wat juridische omwegen ironisch genoeg dat stagiairs geen recht hebben op een billijke vergoeding omdat ze niet vergoed worden. Men ontvangt immers geen loon, en verricht daarom juridisch gezien geen arbeid. Vooralsnog is dat het enige antwoord van ons land op de aantijgingen.

Opvallend stil

In België bleef het na de kritiek van Piccavet en de Vlaamse Jeugdraad in De Standaard een maand geleden al opvallend en beduidend stil. In andere Europese landen staat het thema immers al langer op de agenda. In Nederland bijvoorbeeld was er al heel wat te doen over stagecontracten die de grens van het toelaatbare opzoeken. Toch wordt volgens de Eurobarometer 57 procent van de stagiairs er reeds vergoed.

In het Verenigd Koninkrijk stuurde de regering de afgelopen maanden volgens verschillende Britse media dan weer meer dan 500 bedrijven een waarschuwingsbrief. ‘No one should feel like they have to work for free to get the skills and experience they need to get ahead’, liet de Britse minister voor bedrijven Andrew Griffith er optekenen. In België niets van dat.

In natura

Nochtans is een stage op individueel niveau vaak erg bevorderend. Dat blijkt uit verschillende getuigenissen. Alex was er alvast tevreden over: ‘Door mijn stage heb ik in het algemeen een bredere en rijkere vorming gekregen.’ Ook Michelle verwierf de beloofde ervaring. ‘Het is achteraf wel gebleken dat het heel wat deuren voor mij heeft geopend en kansen heeft geboden die ik anders niet had gekregen’, laat ze weten.

Simon studeerde vorig jaar af, deed na zijn opleiding een stage en begrijpt het gedoe helemaal niet. ‘Het principe van een stage is juist om zonder veel kosten mee te draaien in een bedrijf of organisatie. Dat is voor beiden een mooie vorm van meerwaarde’, aldus de afgestudeerde. ‘Een slecht betaalde stage is niet probleem, wel extreme of scheefgegroeide uitwassen daarvan. Sommige afgestudeerden overdrijven echt als ze drie, vier of meer stages doen na hun studies. Dat is nergens voor nodig en pusht andere afgestudeerden hetzelfde te doen.’

Piccavet verduidelijkt: ‘Het uiteindelijke probleem met die onbetaalde stages is dat je jongeren die vaak reeds in een precaire situatie zitten zowel op economisch als op sociaal vlak nog meer in de problemen brengt.’ Dat jongeren zich op een erg concurrentiële arbeidsmarkt via stages en andere extracurriculaire engagementen steeds meer moeten onderscheiden, is het uitgangspunt van die kritiek. Vergevorderde productdifferentiatie wordt zo haast een must.

Stijn Baert, professor arbeidseconomie aan de UGent, twijfelt daar sterk aan: ‘We zitten in een periode van arbeidsmarktkrapte, waardoor de concurrentie vandaag soms zelf wordt omgekeerd. Meer technisch geschoolde profielen als ingenieurs en alles wat te maken heeft met bouw en informatica zijn zo gegeerd dat ze typisch een contract tekenen vele maanden voor het afstuderen.’

Uit de boot

Toch geeft hij toe dat waar de concurrentiestrijd groter is, jongeren met een sociaal-economische achterstand sneller uit de boot vallen: ‘‘Andere sectoren waarin er nog altijd veel mensen op de arbeidsmarkt komen en minder vacatures zijn, daar moet je je waarschijnlijk meer onderscheiden, bijvoorbeeld door een onbetaalde stage. In erge gevallen zit je dan met een gesegmenteerde arbeidsmarkt met een primair segment van kwaliteitsvolle banen en een secundair segment van minder aantrekkelijke banen, tussen dewelke weinig mobiliteit is. Als het inderdaad zo is dat sommigen enkel via onbetaalde stages in het betere segment terechtkomen, dan is dat vanzelfsprekend sociaal moeilijk te verantwoorden.’

'Ik vind dat behalve NGO’s weinig organisaties het kunnen verantwoorden hun stagiairs niet te betalen’, zegt Louise. Zij deed in het kader van haar opleiding stage bij een Belgische ambassade en een NGO. Ze staat positief ten opzichte van haar eigen ervaringen, maar is scherp tegenover het concurrentiële keurslijf. ‘Door betaling te weigeren creëer je een onderscheid op basis van iemands financiële middelen en niet op basis van zijn potentieel.’

Europees kader

Stages zijn veelal een Europees gegeven en wie ervaring zoekt, doet dat erg vaak over de grenzen heen. In de regelgeving is die afwezigheid van grenzen binnen Europa nog niet het geval. Dat weet ook Tom Vandenkendelaere, die als Europarlementslid voor CD&V in de Commissie Werk en Sociale Zaken zetelt en bekend is met de problematiek. 'Waar echt de clou van de zaak zit, is het verschil tussen een stage en learning on the job. Omdat learning on the job impliciet betekent dat het gaat om een tewerkstelling, daar waar bij een stage nogal vaak gedacht wordt dat het in het kader van een opleiding is en dus bij manier van spreken minder werkgerelateerd. Ik ben van mening dat op zeker moment de twee heel dicht bij elkaar zitten en soms zelfs gewoon identiek zijn aan elkaar.'

'Want wat is het verschil tussen iemand die net van de schoolbanken komt en een eerste job heeft en daar de eerste maanden bij manier van spreken nog volop de job ontdekt met iemand die net afgestudeerd is, een stage doet en die net dezelfde job ontdekt? In vele gevallen gaat dat over hetzelfde.' Vandenkendelaere pleit voor een doorgedreven Europese aanpak: 'Of je nu in België, in Oostenrijk of waar dan ook stage doet, dan moet die stage aan dezelfde regels onderworpen worden.'

Powered by Labrador CMS