
U bent hier om te praten over
misdaadbestrijding in Amsterdam. De Amsterdamse
drugsbendes, die een drugsoorlog hebben gevoerd, halen hun cocaïne in de haven
van Antwerpen, werkt de Amsterdamse politie veel samen met de Antwerpse?
Van der Laan: "Dat
gebeurt wel, maar ik weet daar weinig van. En ik weet niet of ik alles wat ik
weet graag met uw lezers wil delen. Daar houd ik me op de vlakte."
Een andere vraag dan. In
zowel België als Nederland is er sprake van een terreurdreiging. In Brussel is
de broeihaven voor dat terrorisme de wijk Molenbeek, hoe zit dat in Amsterdam?
Van der Laan: "Amsterdam
heeft geen probleemwijk zoals Brussel dat heeft met Molenbeek; maar ik wil de
dag niet prijzen voordat het avond is. Een aanslag kan elk moment gebeuren, ook
in Amsterdam. Ook in Amsterdam schuilt het gevaar vooral in de zogenaamde lone wolves, die zijn opgegroeid in
Nederland en daar door allerlei redenen gefrustreerd raken. Als die frustratie
gepaard gaat met een neiging tot geweld, kunnen die jongeren radicaliseren."
"Een van de dingen om die radicalisering
tegen te gaan, is de voortreffelijke samenwerking met de politie in de wijken,
in de buurten. Daar prijs ik me heel gelukkig mee. Want het is natuurlijk een verhaal
met twee kanten: enerzijds moeten we gevaarlijke elementen bestrijden;
anderzijds moeten we voorkomen dat mensen überhaupt betrokken raken bij een radicale
organisatie of moeten we hen deradicaliseren."
"Ook in Amsterdam schuilt het gevaar vooral in de zogenaamde lone wolves"

"Dat is wat ik zo mooi vind aan de
Amsterdamse politie, die kan allebei. Ze zijn humaan én daadkrachtig. Zij lopen
gewoon in de wijken, kennen de bewoners en worden ook herkend. Het is niet
uitgesloten dat mensen in Amsterdam die bang zijn dat hun neefje radicaliseert
de politie bellen om te waarschuwen dát hij radicaliseert. De gemeente
Amsterdam helpt daar ook bij. Die zorgt voor de verbinding tussen alle
betrokken partners, en dat kan omdat de gemeente diep in de buurten betrokken
is."
"In Amsterdam weet iedereen vrij snel: “met
die jongen gaat het nu verkeerd”. Met sleutelfiguren, die contact zoeken met bijvoorbeeld
een psycholoog, proberen we voordat zo iemand naar geweld grijpt hem weer op
het rechte pad te krijgen. We hebben ook mensen die dat meer op maatschappelijk
niveau oppakken. Soms is bijvoorbeeld werkloosheid het eigenlijke probleem waar
zo’n jongere mee zit, en is de oplossing dat hij werk krijgt. Teamwork, dat is
wat belangrijk is."
Het Nederlandse systeem
Vorige week was Ard van der
Steur in Leuven, die eveneens hamerde op het belang van de samenwerking tussen
gemeente en politie. Gelooft u dat het Nederlandse systeem van
terrorismebestrijding navolging verdient in de rest van Europa?
"Ik geloof dat één van de poten in de strijd tegen terrorisme de verbinding en samenwerking is tussen gemeente en politie. In Amsterdam gaan we daar vrij ver in. Ten eerste denken wij dat de jongens die kunnen radicaliseren niet op voorhand moet benaderen als geloofsfanaten. Vaak zijn het meer adolescenten die in een twijfelende fase zitten in hun leven. Ze zien nergens perspectief en dan komt de islam en de Islamitische Staat voorbij als een simpele oplossing."
"IS
doet het voorkomen alsof je je geluk bij hen kunt vinden. Maar wij geloven dat adolescentie
de oorzaak is en de radicale islam meer de aanleiding. Als dat waar is, moet je
die jongens ook behandelen als adolescenten. Leer ze praten, leer ze
onderhandelen. Geef ze het gevoel dat ze erbij horen."
"Wij geloven dat adolescentie de oorzaak is en de radicale islam de aanleiding"
"Dat noemen wij de zachte kant van de aanpak, die we hebben gebaseerd op de filosofie van de 17e-eeuwse Nederlandse filosoof Spinoza. Je moet die jongens niet aanspreken op hun geloof, maar op de onzekerheid die veel adolescenten voelen."
Denkt u dat u met de ‘Amsterdamse
aanpak’ beter de orde kunt handhaven dan in Brussel?
"Misschien.
Maar vanavond kan een aanslag plaatsvinden. Daarom moet ik altijd heel
voorzichtig zijn als ik het heb over terreurdreigingen. Er gaat een keer een
aanslag komen. Ik denk dat er in alle Europese hoofdsteden wel een kan komen. Ik
denk dat we de discussie heel nuchter moeten voeren: de kans op een aanslag is
reëel. Maar feit blijft dat de kans dat een Amsterdammer op zijn fiets een verkeersongeluk
krijgt vele malen hoger is dan dat diezelfde fietser slachtoffer wordt van een
aanslag."