
Dit jaar zoomde het Politika-debat niet in op één bepaald thema, maar diende de aandacht te gaan naar
langetermijnplannen. Wie verwachtte dat elke partij dan de kans kreeg de kern
van hun programma bloot te leggen, kwam bedrogen uit.
Als we een
plaatsje zoeken, stellen we vast dat Politika niet te klagen heeft over de
opkomst. De Pieter De Someraula is vrijwel volledig gevuld.
De inleiding is aan vicerector Katlijn Malfliet. Die zet met een strijdvaardig betoog meteen de toon. Een vrouwelijke stem ontbreekt in het debat en dat kan absoluut niet door de beugel in deze tijden. Lode Vereeck (Open Vld) wimpelt het verwijt handig af: “ik sta hier omdat Maggie en Gwendolyn mij dat gevraagd hebben. En als zij iets vragen, dan doen wij dat.”
De formule waarbij men telkens debatteert in
groepen van vier is doeltreffend. Zo voorkom je dat het één groot hanengevecht
wordt en zorg je dat iedereen aan bod komt. In theorie althans.
De formule in groepen van 4 voorkomt dat het een hanengevecht wordt. In theorie althans
Moderator Dirk Van den Bogaert, politiek hoofdredacteur van VTM Nieuws houdt gedurende het hele debat de touwtjes strak in handen, al kan hij enkele
kibbelpartijen niet voorkomen en breekt hij op sommige momenten sprekers onnodig
af.
Er zijn vier
luiken waarin telkens vier politici met elkaar debatteren. Thema’s zijn
besparingen in de sociale zekerheid, de toekomst van staat en structuren, de
vluchtelingencrisis en terreurbestrijding. Sprekers Tom Van Grieken (Vlaams
Belang), Peter De Roover (N-VA), Lode Vereeck (Open Vld), Koen Van den Heuvel
(CD&V), Bruno Tobback (sp.a), Kristof Calvo (Groen) en Kim De Witte (PVDA).
Het debat is
nauwelijks ingezet of de verwijten vliegen al in het rond. Tobback ziet geen
lijn in de besparingen van de huidige regering: “De tragiek in uw beleid van de
sociale zekerheid is dat ze geen eindbestemming biedt.” Vereeck opent zoals het
een liberaal betaamt: “De enige die boven zijn stand leeft, is de staat.”
Het valt op
dat Vereeck vanavond een stuk sterker staat dan enkele maanden geleden op het
Kopstukkendebat in de PDS (overigens ook een volledig mannelijke
aangelegenheid). Hij weet met zijn kernachtige antwoorden de aandacht van het
publiek vast te houden. De Roover strooit kwistig met oneliners (“ik begrijp
dat Tobback nogal wat moeite heeft met het regeringsbeleid, hij heeft er nooit
kennis van genomen”), maar mist helderheid.
Na de
besparingen in de sociale zekerheid komt het stakingsrecht aan bod. Het debat
laait hoog op en de moderator betreurt het dan ook dat hij geen knopje heeft om
de micro’s van de politici af en toe uit te zetten.
"Waarom heb ik geen knopje om de micro's uit te zetten?"
In het
tweede luik rond de staatshervorming schuwt Tom Van Grieken de harde woorden
niet: “De verkiezingsbeloften van de N-VA zijn nog minder waard dan het papier
waarop ze gedrukt zijn.” Calvo pakt het publiek in, al had het effect misschien
nog groter geweest als zijn microfoon de piepgeluiden achterwege liet. Van den
Heuvel verdwijnt bijna volledig naar de achtergrond.
Het derde
luik behandelt de vluchtelingencrisis. Peter De Roover mag voor de derde maal
op rij op post blijven en dat veroorzaakt enige heisa op de Twitterwall.
De Witte van
PVDA maakt een spijtige eerste indruk door van wal te steken met een droge
opsomming. Tom Van Grieken toont zich een ster in het trekken van
verontwaardigde gezichten. Duidelijk een carrière als toneelspeler gemist.
Het laatste
luik gaat over terreurbestrijding. Van den Heuvel over militairen op straat:
“Je moet de angst die er is wegnemen, niet institutionaliseren”. Volgens De
Witte moet je het probleem bij de wortels aanpakken. Calvo staat in dit luik
sterk in zijn kalme argumentatie, al vindt een twitteraar dat hij veel lijkt op
een pastoor in zijn pleidooi voor verbinden.
Na afloop polsen we voor een algemene indruk bij Tobback. Die vond het debat “boeiend”, “plezant”, en “noodzakelijk”. Van den Heuvel is iets minder enthousiast: “In zulke debatten wordt politiek een steekspel bepaald door oneliners”. Dat heeft ook te maken met de visie die de CD&V verdedigt: “Wij zijn de partij van de nuance, wij hebben niets met polariserend theater.”
Want “polariserend theater”, dat is wel waar dit debat
uiteindelijk om draaide. Misschien is dat onvermijdelijk in dit soort setting,
maar soms vraag je je als student toch af hoe die mooipratende toneelspelers
het echte werk aanpakken. Volgende keer zonder Twitterwall en met net dat
ietsje meer inhoud. Wie weet overtuigt men de Leuvense student dan nog van
het belang van politiek.