
Je eerste wapenfeit was Het lijden van de jonge Wagner, hoe
kwam je op dat idee?
‘Ik moest een werkstuk maken voor mijn masterjaar en wou het over
een relevant onderwerp hebben. Toen bleek dat Wagner en Verdi net 200 jaar dood
waren. De biografie van Wagner was ook zo interessant dat ik dacht: ik doe het
daarover. Dat eindwerk heb ik dan ook naar Jonas Geirnaert opgestuurd, en zo
ben ik bij De Ideale Wereld (DIW) beland.’
Viel dat voor of na ’t Is gebeurd, je eigen programma op
Vier?
‘Ik heb eerst een halfjaar filmpjes gemaakt voor De Slimste
Mens, en een half jaar voor DIW, maar ik haal die periodes altijd
door elkaar. Het leuke aan DIW is dat iedere werknemer er wel eens de
kans krijgt om op het scherm te komen.’
Weegt het niet op een jonge snaak om na een aantal cameo’s plots
een eigen programma te krijgen?
‘Die cameo’s hadden we als stagiair zelf voorgesteld, dus dat
viel wel mee. En voor ’t Is gebeurd waren er niet echt zenuwen omdat dat
programma niet live is. Het wordt eerst getest, en als het niet zou aanslaan,
werd het gewoon niet uitgezonden. Niemand zou dan weten dat het misgelopen is,
behalve intern.’
De Ideale Wereld verhuisde van Vier naar Canvas, hield dat beperkingen in?
‘Niet echt. De bazen van Canvas zijn echt wel nog jong van geest
en redelijk openminded. Ze weten ook dat wij geen - of niet veel -
illegale dingen zullen doen. En op zich is niet iedereen die daar werkt nog
groen achter de oren. Onze eindredacteur was toen 40 jaar - zo’n man wil zijn
job ook niet verliezen.’
Was er dan wel een groot verschil toen Jan-Jaap het roer overnam?
‘Jan-Jaap heeft meer die typische ‘late show-vibe’, zoals in de
VS, met monoloog en het bespelen van het publiek. Otto-Jan was een drogere en meer cynische presentator, maar kende wel alle bv’s die te gast waren. Jan-Jaap is
meer de buitenstaander die binnengluurt.’
'Het is bijna mijn fulltime job om de bazen te zeggen dat we iets subversiefs moeten maken'
De grootste troef van een ideale wereldburger lijkt de gave te
zijn om snedig en gevat te antwoorden; jij, Jan-Jaap, Jelle De Beule ...
‘Ik denk ook dat dat de reden is dat we er zitten, omdat dat soort
humor een deel van het programma is. Als je dat kan, word je meer opgevoerd.’
Is dat dan de reden dat je evolueerde tot vaste sidekick?
‘In de ochtend houden we altijd een brainstorm. Als je daar
geregeld moppen maakt, kan je jezelf naar voren schuiven. Het is bij mij nooit
de bedoeling geweest om sidekick te zijn, maar ik vind het wel wijs dat
ik die rol mag spelen. Het is ook een luxepositie: ik zit rechts en mag er
dingen uitflappen. Ik moet mij niet bezighouden met structuur of interessante
vragen. Ik moet gewoon zoals een dronkaard op café dingen roepen vanaf de
zijlijn. Een droomjob eigenlijk.’ (lacht)
De eerste aflevering van het nieuwe seizoen met Jan-Jaap als
presentator en Sam Gooris als gast was bij wijlen erg ongemakkelijk. Hoe
reageren jullie daar achteraf op?
‘We vroegen ons allemaal wel af waarom we hem als gast hadden
gevraagd. Met Otto-Jan was die wel nog amusant (Gooris was reeds te gast,
red.), maar nu lette hij meer op zijn tellen. Otto-Jan liet een gast ook
met rust wanneer die zich niet helemaal op zijn gemak voelde, terwijl Jan-Jaap
net graag peutert.’
Zijn er ook afleveringen of sketches waarvan je denkt ‘dit hadden
we beter niet gedaan’?
‘Er zijn wel dingen die ik terugzie en mezelf dan afvraag waarom
ik ooit gedacht heb dat zoiets grappig was, maar dat gebeurt gewoon. Zeker in
de periode dat we wekelijks vier afleveringen maakten. Je mag daar gewoon niet
te veel aan denken, want daar schiet je weinig mee op.’
Wat deed je in die drukke periode als je het gevoel had ‘vandaag
wordt het niets’?
‘Ik had toen een veel minder belangrijke rol. Jelle De Beule en
Koen De Poorter deden, samen met nog anderen, het meeste werk. Je zat toen wél
in een bepaalde flow: elke dag een aflevering maken, en plots was het al vrijdag.
Nu we enkel op dinsdag en donderdag uitzenden, zijn maandag en woensdag wat verworden tot ‘verloren’ dagen. Aan de andere kant was die flow van vier dagen per week
werken voor een periode van twintig weken niet vol te houden. Aan het eind van
de route was iedereen pompaf.’
Wat doe je als er last-minute nog iets gebeurt in het nieuws en
het er per se in moet?
‘Bij Joke Schauvlieges ontslag (6 februari laatsleden, red.)
was dat het geval. We hadden ’s ochtends geanticipeerd op haar ontslag en hadden een
sketch gemaakt ingeval ze haar C4 zou indienen. Net nadat we dachten dat het
niet meer ging gebeuren, heeft ze dan toch haar ontslag aangeboden. Dat is
jammer, maar het was te dicht tegen uitzending om er nog iets deftigs van te
maken.’
'Ik keek ook enorm op naar de mannen van Neveneffecten, al is dat verminderd nu ik weet dat ze aan prostitutie doen'
En momenten die jullie er niet in willen?
‘Na de aanslagen van 22 maart hebben we vrij snel beslist om niet
uit te zenden. Toen ik ’s ochtends op de brainstorm verscheen, had ik net een
sms van mijn vriendin gekregen met ‘er is een aanslag gebeurd’. We hebben dan met
de hele redactie tv zitten kijken. Bij het zien van die beelden vroegen we ons
wel af of we daar toch niets over moesten brengen.’
Zijn er soms discussies over het brengen van bepaalde onderwerpen,
of taboes?
‘Interne roddels over VRT-gezichten, bijvoorbeeld. Stel dat het
Bart De Pauw-verhaal intern verspreid zou worden, dan gaan wij daar niets over
maken. Al is er dan wel discussie of we dat verhaal niet juist moeten brengen
als primeur. Bij gevoelige onderwerpen proberen we het ook meer te hebben over
hoe een onderwerp gebracht wordt, eerder dan het onderwerp zelf. Bij de
aanslagen in Brussel zou dat dan over de berichtgeving kunnen gaan: toen zeiden
journalisten aanhoudend dat "er nog geen update was", en weinig over de
aanslagen zelf.’
Jullie zijn dus niet actief op zoek naar de primeur?
‘Wij hopen daar wel op, maar bij gevoelige onderwerpen laten we
dat eerder aan ons voorbijgaan. Tijdens mijn eerste dag(en) bij DIW heb ik wel
zo’n primeur meegemaakt. Op een brainstormweekend kwam iemand op de proppen met
de tapes van So You Think You Can Dance, waarin Jejoen Bontinck als Michael Jackson danste. Jejoen was destijds net in het nieuws omdat hij naar Syrië was vertrokken, en wij waren de eerste
die die tapes gevonden hadden. Dat was wel cool dat dat van ons kwam.’
Beschouwen jullie DIW als nieuws- of als komedieprogramma?
‘Meer als komedieprogramma. We hebben een keer een nieuwsprijs
gewonnen - en ergens begrijp ik dat wel, omdat satire ook een soort van nieuws
is - maar ons hoofddoel blijft komedie. Ik denk wel dat het leuk is dat als
nieuws je niet echt interesseert, je door DIW wel iets van de
actualiteit kan oppikken. Hoeveel dat is, weet ik niet, want bij ons is het soms
moeilijk om de zin van de onzin te onderscheiden.’(lacht)
Onze redactie is het er unaniem over eens dat je een van de
grappigste mensen op Vlaamse televisie bent op dit moment. Zijn er volgens
jou dingen in humor die niet door de beugel kunnen?
‘Neen, op voorwaarde dat je niet lacht met het onderwerp zelf, maar
met de situatie. Neem nu miskramen: niemand zou een ziekenhuis bezoeken en
grappen maken over iemands miskraam. Wat wél kan, is een mop maken over het
feit dat iemand geen verstand heeft van hoe om te gaan met een miskraam,
bijvoorbeeld in een fictieserie. Een paar weken geleden heb ik in DIW de
vlogs van Linde Merckpoel geparodieerd; dat zijn hectische montages die van de
hak op de tak springen. Ik ging toen van luchtige onderwerpen pardoes over naar
de peuter die in Malaga in een put was gevallen. Het is niet dat ik op dat
moment met het onderwerp lach, maar eerder wil aantonen dat je die stijl
onmogelijk kan combineren met serieuze feiten. Na die sketch heb ik me de woede
van vele Facebook-commentatoren op de hals gehaald. Ik zou dan graag met die
mensen samenzitten om uit te leggen waarom die sketch wél grappig is.’
Is dat geen ijdele hoop?
‘Ja. Het feit dat iemand zich daarover opwindt bewijst dat hij de
humoristische laag gemist heeft. Een aantal jaren geleden maakten we met DIW
een sketch over de Herald of Free Enterprise (een schip dat zonk in 1987 en
het leven kostte aan 193 mensen, red.). In die sketch doen we ons voor als DIW
in de jaren 80 en lachen we met de Herald, net vóór dat hij gezonken is. De mop
schuilt erin dat we met onszelf lachen omdat we ongevoelige mensen zijn, en niet met de ramp zelf. Sommige mensen zien dat onderscheid niet en bestempelen
die humor dan als ‘grof’.’
Je interviewt onder de hoedanigheid van DIW Sports-reporter
verschillende Vlaamse sportfiguren. Kunnen zij de satire die je opvoert
pruimen?
‘Je hebt bij alle sporters gradaties. Yves Vanderhaeghe (voormalig voetbalcoach van Gent, red.) was bijvoorbeeld erg sympathiek en trok zich
weinig aan van mijn interviewtechniek.
'Een programma als Temptation is gewoon bagger - zelfs als je het met een ironische blik bekijkt'
Wie zijn jouw inspiratiebronnen?
‘Ricky Gervais. Wat hij met The Office en Extras heeft
gedaan vind ik echt fantastisch. (Maar nu is hij eigenlijk een ambetante mens). The
Office is van het beste wat ooit gemaakt is, maar ook The Simpsons was een grote inspiratiebron. Het zijn dus vooral Britse en Amerikaanse dingen. In
Vlaanderen horen Jelle De Beule en Jonas Geirnaert bij de meest getalenteerde
televisiemensen. Ook Jan Eelens werk vind ik top. Ik kijk ook op naar de mannen
van Neveneffecten in het algemeen. Maar nu ik weet dat ze aan
prostitutie doen, is dat toch wat verminderd.’ (lacht)
Zijn er volgens jou programma’s die in Vlaanderen broodnodig zijn?
‘Het is bijna mijn fulltime job om aan de bazen te zeggen dat we
iets subversiefs moeten maken, iets dat ingaat tegen alle bagger op tv. Alles
is zo ‘veilig’ - er zouden meer risico’s genomen moeten worden. Ik weet dat ik
zelf ook geen risico’s neem door bij Woestijnvis te blijven werken - wat nog steeds
een van de meest toonaangevende productiehuizen is - maar als ik tegenwoordig iets
‘speciaals’ zou willen maken, ben ik bijna genoodzaakt dat op YouTube uit te
brengen.’
Je bent animator van opleiding. Is er in Vlaanderen ruimte om een
animatieserie à la Rick and Morty uit de grond te stampen?
‘Momenteel nog niet, al probeer ik daar wel over te praten.
Animatie is duur, en bovendien heeft België niet zo’n grote afzetmarkt. Het is
een ander verhaal als je incalculeert dat je Nederland erbij kan nemen en de
serie misschien goed genoeg is om te vertalen naar het Frans of het Engels. In
zo’n situatie zouden geldschieters wel de sprong moeten wagen. Het is daarom
dat ik altijd zeg dat we terug moeten naar de vijftiende eeuw, wanneer
mecenassen geld gaven. Maar als je daarover begint tijdens meetings, kan je net zo goed het pand verlaten.’
Een serie als Tabula Rasa werd opgenomen door Netflix. Bestaat de
mogelijkheid om zelf naar zo’n streaming-gigant te stappen met een idee voor een
reeks?
‘Als je een idee hebt, moet het vooral goed gefundeerd zijn. Je
kunt niet zomaar naar ‘info@netflix.com’ sturen. Netflix België mag dan wel in
stijgende opmars zijn, ik werk ook nog steeds voor Woestijnvis, waardoor ik weinig
tijd heb om in mijn vrije tijd een concept uit te werken. Woestijnvis is mijn
eerste prioriteit. Mocht ik een idee hebben voor een animatieserie, dan zou ik
eerst hen benaderen. Zij hebben me per slot van rekening alle kansen gegeven.
En toch zou de beslissing snel gemaakt zijn als Netflix interesse toonde, denk
ik.’
Stel dat je een vrijgeleide zou hebben om eender welk Vlaams
programma - of zender - te schrappen. Wat zou door de hakbijl gaan?
‘Ik heb geen televisie dus... Toen ik nog studeerde wist ik niets meer van dat wereldje:
wie de bv’s waren, welke programma’s bestonden ... Ik keek films, series en ging
naar de cinema. Punt. Voor DIW moet ik alle kranten lezen en ben ik weer
van alles op de hoogte zonder dat ik een tv heb, maar ik vind dat
verschrikkelijk. Om zot van te worden. Een programma als Temptation Island
is ook gewoon bagger - zelfs als je het met een ironische blik bekijkt.’
Als afsluiter een medley tussen Winteruur en onze eigen Dubbel
Geboekt: wat is - na ‘Fietser valt met frieten’ - de tekst met de meeste impact
op Thomas Huyghe?
‘Ik ga nu een serieus antwoord geven he. Catcher in the Rye
(van J.D. Salinger, red.) heeft wel het meeste invloed op mij gehad. En niet enkel inhoudelijk, want het was een van de eerste boeken uit die periode
die ik oprecht grappig vond. Die humor klopt nu nog steeds.’
Had je na afloop dan ook de neiging om…
‘Zelfmoord te plegen? Ja, maar dat is dagelijks.’ (knipoogt) ‘Als ik morgen dood ben, hebben jullie wel een scoop he.’ (lacht)