recensie> Concertrecensie

Het Zesde Metaal in Het Depot: een open doekje

Op woensdag 22 februari hield de Calais-tour van Het Zesde Metaal halt in Het Depot. Het Leuvense publiek zag een vinnige band en kreeg meer dan waar voor zijn geld.

Gepubliceerd

Het Zesde Metaal gooit dezer dagen hoge ogen. Met zijn songs in het West-Vlaams parkeert de groep zich in de top van de Vlaamse muzieklijsten. De meest recente langspeler van de groep, Calais, ontving zelfs de MIA voor 'beste album'. Het vijfkoppige gezelschap onder leiding van Wannes Cappelle verliest zich niet in nodeloos complexe muziek, maar weet zich meester over de kunst van de eenvoud. Wat Ier bie oes gebeurt, daar is het de band om te doen. Een intimiteit die het publiek weet te smaken.

De muzikanten betreden het podium tegen de achtergrond van een horizontale lichtbalk en drie grote rechthoeken, die tijdens de show met wisselende kleuren zullen worden belicht, en zetten de avond in met het met elektronica doorspekte Paradis. Een nummer dat treffend de evolutie van de band weergeeft. Het Zesde Metaal, dat soms verkeerdelijk de associatie met kleinkunst oproept, treedt naar buiten met een gevarieerde set, waarin het poppy Niets doen is geen optie moeiteloos een rocknummer als Nie voe kinders aflost, om vervolgens de stilte op te zoeken met het ingetogen Vanonder.

Rode draad doorheen de nummers is de thematiek van het alledaagse, dat zich vertaalt naar poëtische teksten in het West-Vlaamse dialect. Wie herkent zich niet in de melancholische tekstflard weet je nog oe da we van de liefde leefden, of zinspeelt met de gedachte dat het allemaal naar de wuppe (in het Algemeen Onbeschaafd Nederlands: naar de kloten) is? Het Zesde Metaal weet het mooi te vatten, zonder de pathetische tour op te gaan.

Als orgelpunt daarvan kan het innemende, en op spontaan applaus onthaalde Ploegsteert aangehaald worden. Een eerbetoon aan de in 2009 - veel te vroeg - gestorven Frank Vandenbroucke: het troetelkind van de Belgische wielerwereld. Vandenbroucke stal de harten van vele wielerfans, maar was spijtig genoeg ook in een continu gevecht verwikkeld met zijn innerlijke demonen. Een minder fraaie kant van de man waaraan de band niet voorbij gaat: waar ha' 'j 't verdient, is het lot zo nietsontziend. En even later: de skepper a compassie, ge mocht gaan.

De juiste woorden waren niet alleen terug te vinden in de liedjesteksten, ook tussen de nummers door kwam Cappelle gevat voor de dag. Enkele grappige anekdotes en een vleugje zelfspot haalden het ritme niet uit het concert, en voegden bij wijlen zelfs iets toe. Zo vertelde de frontman hoe het weemoedige Onderbemand ontstond. Op een kinderspeeltuin nota bene, waar Cappelle noodgedwongen aan een nummer moest werken, maar daar door zijn zoontje van af werd gehouden. 'Ik ben onderbemand', dacht hij, toen zoonlief kwam aandraven met de mededeling 'Papa papa, ik moet ... doen'.

'Dit is de beste Belgische band van het moment', ging er na afloop van het concert over de tongen. Je doet een band geen cadeau door hen de stempel 'de beste' te geven, want de waan van de dag - of het moment - gaat vaak even snel als het gekomen is. Wel weet Het Zesde Metaal de ziel van velen te beroeren, en daarvan sprak de uitzinnige reactie van het publiek achteraf boekdelen. En sterk is het vermoeden dat ze dat in de toekomst zal blijven doen.

Powered by Labrador CMS