analyse> De moeizame tocht naar diervriendelijk en klimaatneutraal vlees

Kweekvlees is (nog) niet duurzaam

Kweekvlees belooft gouden bergen: minder dierenleed, een kleinere ecologische voetafdruk en toch genieten van een lekkere steak. Is er reden om te jubelen? Helaas moeten we dat nog even uitstellen.

De vleesindustrie is een broeihaard van ecologische problemen, dierenleed en mogelijke volgende pandemieën. Toch stijgt de globale vraag naar dierlijke producten nog steeds. Vlees is te diep geworteld in de lokale cultuur.

Berichten over de komst van een gekweekt alternatief voor vlees zijn dus een hoopvol signaal. Volgens GAIA is kweekvlees een belangrijk puzzelstuk in het oplossen van dierenleed, de klimaatcrisis en het globale voedselvoorzieningsprobleem.

Kweekvleesproducenten als het Nederlandse Mosa Meat en het Belgische Peace of Meat beloven een diervriendelijke en ecologisch verantwoorde toekomst voor vleeseters. Of die beloften verzilverbaar zijn is nog niet zo zeker.

De verwachtingen bij organisaties, bedrijven en consumenten zijn hoog. De kostprijs is dat echter ook. De eerste 'hamburger' die Mark Post (mede-oprichter van Mosa Meat) in 2013 produceerde kostte €250.000 per 100 gram.

Door allerlei toevoegingen is niet iedereen ervan overtuigd dat er dan ook sprake is van echt vlees. De verwachting van bedrijven als Mosa Meat is echter dat kweekvlees uiteindelijk goedkoper zal zijn dan 'gewoon' vlees. Vleesvervangers worden dan wel steeds realistischer, een steak namaken is nog niet mogelijk.

Wat is kweekvlees?

Bij de vraag om simpel uit te leggen wat kweekvlees eigenlijk is ontstaan al de eerste problemen. Samengevat: in een gecontroleerde omgeving wordt er uit dierlijke stamcellen een cultuur gecreëerd, die zichzelf in stand kan houden. Die cellen moeten natuurlijk gevoed worden om te kunnen groeien. Om echt vlezig te smaken heeft die substantie vervolgens ook vet nodig, wat een grote uitdaging is voor bedrijven als Mosa Meat.

'Bedrijven hebben er alle belang bij om de vooruitzichten van kweekvlees zo rooskleurig en eenvoudig mogelijk voor te stellen'

Lieven Thorrez, hoofdonderzoeker Departement Ontwikkeling en Regeneratie aan de KU Leuven

Lieven Thorrez, hoofdonderzoeker Departement Ontwikkeling en Regeneratie aan de KU Leuven, benadrukt dat 'ook lobbygroepen als GAIA een ethisch perspectief zien, en de consument al op een vroeg stadium willen overtuigen.' Hierdoor ontstaat een vertekend beeld van wat er op dit moment mogelijk is.

Complexer dan het lijkt

De simpele samenvattingen die in krantenartikelen verschijnen laten vaak een heleboel bemoeilijkende variabelen weg. Dat beaamt ook Thorrez: 'Populariserende wetenschap is makkelijk te begrijpen, maar laat allerlei belangrijke details weg. Door die moeilijke details weg te nemen wordt het eigenlijk al een soort droom.'

De oorsprong van het kweekvleesonderzoek komt uit de medische wetenschappen. Over heel de wereld wordt onderzoek gedaan naar het kweken van bio-artificiële spieren, in de eerste plaats om mensen te helpen die medische aandoeningen hebben. Het lab van professor Thorrez is daar in België het voornaamste voorbeeld van. Het idee om technologie in te zetten om ook vlees te maken wordt al meer dan twintig jaar geopperd, maar is pas de laatste jaren in een stroomversnelling gekomen.

De meest hoopvolle vormen van kweekvlees zijn eerder gehakt dan een stuk spier, zoals een steak

De vraag is echter of het 'vlees' dat gemaakt wordt uit die bio-artificiële spiermassa wel echt vlees is. De meest hoopvolle vormen van kweekvlees zijn meestal eerder gehakt dan een stuk spier, zoals een steak. De Mosa-Meat-Burger bestond bijvoorbeeld uit een heleboel minuscule stukjes spier. Die spieren waren eigenlijk nog niet ontwikkeld. Er zaten geen aders in, geen bindweefselstructuur en geen vet.

Voordat er sprake was van iets dat op een hamburger leek moesten er nog heel wat non-dierlijke ingrediënten toegevoegd worden: saffraan, bietensap, karamel, een chemische binder en boter. 'Is dat dan wel een hamburger?' vraagt Thorrez zich af.

Kweekvlees op uw bord

De Vlaamse regering zet sinds kort in op een 'eiwittransitie' van vlees naar vleesvervanger. In die transitie speelt kweekvlees echter een relatief kleine rol. Volgens een Vlaamse studie uit 2018 zal kweekvlees slechts vanaf 2040 een klein marktsegment innemen, vergelijkbaar met vleesvervangers gemaakt uit landbouwafval (zie grafiek). Een van de grootste uitdagingen voor kweekvlees is het opschalen van het petrischaaltje naar de miljoenen tonnen die nodig zijn om vlees echt te vervangen.

In Singapore kondigde het bedrijf Eat Just in 2020 aan dat het zal beginnen met kipnuggets uit het lab te verkopen. Wie dat leest in de krant kan concluderen dat het tijdperk van kweekvlees nabij is, maar de nuggets zijn tekenend voor het bredere probleem. Het is anno 2020 haalbaar om een relatief structuurloze massa als kipnuggets te produceren in kleine kwantiteiten aan hoge prijs.

De tijdlijn van kweekvlees hangt uiteindelijk af van de definitie van vlees. Op een stuk artificieel vlees dat moleculair identiek is aan een steak of een ribbetje is het waarschijnlijk nog vele jaren wachten, maar een kipnugget of foie gras met stamceltechnologie ligt mogelijk binnenkort al op je bord.

En zelfs als het lukt...

Voor professor Jan Paeshuyse, verbonden aan de afdeling Dier en Mens binnen het departement Biosystemen van de KU Leuven, schuilt er meer achter de hype van kweekvlees. Zelfs als we er wel in slagen om vlees in een lab te creëren is dat niet enkel positief: 'Kweekvlees kan het orgelpunt worden van een industrialisatie die veel te ver is gegaan. We zijn de relatie met ons voedsel totaal kwijt. Enig succes van kweekvlees moet gepaard gaan met een betere relatie tussen mens en dier, enkel zo komen we tot een duurzame oplossing.'

'Enig succes van kweekvlees moet gepaard gaan met een betere relatie tussen mens en dier'

Jan Paeshuyse, hoofddocent Bioscience Engineering (KU Leuven)

Het is ook nog de vraag of vlees uit het lab zo milieubewust is. Voor kweekvlees is vandaag nog enorm veel water nodig en een hele hoop plastic. Schaalvoordelen en technologische ontwikkelingen kunnen zaken nog ecologischer maken, maar daar is nog verder onderzoek voor nodig.

Ook als we het ecologischer kunnen aanpakken kan de groeiende industrie van kweekvlees ervoor zorgen dat we net meer vlees gaan eten. 'Toen de spaarlamp geïntroduceerd werd zijn mensen meer stroom gaan gebruiken. Hetzelfde zou kunnen gebeuren met "ecologisch" kweekvlees,' zegt Paeshuyse. De meest duurzame oplossing blijft: stoppen met vlees te eten.

Een industrie in z'n kinderschoenen

Het beeld dat vaak voorgeschoteld wordt is dat van een moleculair perfect nagemaakt stukje steak. Maar de vele startups en onderzoekers die met kweekvlees bezig zijn zorgen voor nieuwe opties die, samen met plantaardige eiwitten, bestaande vleesvervangers zouden kunnen verbeteren.

Kweekvlees dus vooral een extra manier om vleesvervangers te verbeteren, eerder dan een totale vervanging van vlees

'Een van de voordelen van kweekvlees is dat het customizable is. Het zou misschien gezonder kunnen zijn dan klassiek vlees, aangezien we de eiwitten en vetten die erin zitten kunnen aanpassen,' meent Thorrez. Zo is kweekvlees dus vooral een extra manier om vleesvervangers te verbeteren, eerder dan een totale vervanging van vlees.

De teneur is voorzichtig hoopvol, als we in staat zijn om de strenge definitie van vlees los te laten. Dat zal creativiteit vereisen, en net dat lijkt in de kweekvleesindustrie in overvloed aanwezig te zijn. Veel zal afhangen van de wetgeving die rond vleesvervangers ontstaat. Dat het Europese Parlement in 2020 besliste om vlees-gerelateerde namen toe te laten voor vleesvervangers, is alvast een stap in de goede richting.

Powered by Labrador CMS