recensie> En een vergelijking van het kapitalisme met een penis kan pakkend zijn

Theaterhuis De Nwe Tijd filosofeert over afscheid nemen in ‘Heimat 2’

In ‘Heimat 2’ doen vier theatermakers het relaas van hun spirituele reis naar het Noorden. Onderweg vragen ze zich af van wat we hier op aarde precies afscheid zullen moeten nemen.

Gepubliceerd

Heimat 2 van theatergezelschap De Nwe Tijd werd op 10 januari 2017 gespeeld in de Leuvense Schouwburg. Nog tot begin februari is de voorstelling op verschillende plaatsen in Vlaanderen te zien.

Met Heimat 2 heeft het Antwerps theaterhuis De Nwe Tijd van Heimat een reeks gemaakt. Rebekka de Wit en acteurs Freek Vielen, Suzanne Grotenhuis, Tim David en Harald Austbø bedachten het concept, die laatste componeerde er zowaar een impressionant requiem voor. Wat een stuk over Denemarken moest worden (want: ‘Wat weten wij eigenlijk over Denemarken?’ ‘Ikea?’ ‘Nee dat is Zweeds!’) eindigde in een poëtisch verslag van een spirituele reis naar Groenland, ex-kolonie van Denemarken. Het doel? Afscheid nemen. Maar van wat precies?

Wie een pasklaar antwoord wil op die vraag, blijft op z’n honger zitten. Want net dat mysterie houdt de makers eindeloos bezig: wat laten we achter? Wat dreigen we te verliezen? Potentiële antwoorden zijn van tweeërlei aard: hyperpersoonlijk of holistisch. Zo vertelt acteur Tim David op de bühne over de breuk met zijn vriendin, terwijl poolijsonderzoeker Hans Meltofte het op een groot scherm heeft over de onomkeerbare klimaatsveranderingen. Die opmerkelijke nevenschikking lijkt geen probleem te vormen voor de vier pelgrims.

De combinatie van docufilm en theater is één van de elementen die we herkennen uit de eerste Heimat-voorstelling en hoewel de discrepantie tussen wat we te zien krijgen op het scherm en op het podium vaak enorm groot is, slagen de makers er bij momenten in om de twee speelvlakken te doen samensmelten tot één knap geheel. Toch zijn het vooral de beelden die naar de keel grijpen: de ontroerende getuigenissen (ja, een vergelijking van het kapitalisme met een penis kan pakkend zijn!), de indrukwekkende setting en de prachtige natuur van het hoge Noorden maken van de voorstelling een lust voor het oog.

Requiem meets fanfare

De intermezzo’s op het podium maakten daarentegen veel minder indruk. Het acteerwerk deed nogal gekunsteld aan: het gespeeld-onzekere is een logische keuze in het licht van de filosofische materie en de vele onbeantwoorde levensvragen, maar gaat op den duur wat vervelen. Dat aarzelende karakter gaat bovendien gepaard met een soort zelfverantwoording, met een kinderachtig effect tot gevolg. Het zet de kijker niet zozeer aan tot zelfreflectie, wel doet het af van de geloofwaardigheid van de theatermakers.

De grootste meerwaarde van de opvoering is de prachtige muziek van Harald Austbø. Verschillende koren uit IJsland en Groenland werkten mee aan het requiem en zingen op de meest idyllische plaatsen. De acteurs bespelen zelf live enkele fanfare-instrumenten, hoewel ze die voor de productie nog helemaal niet machtig waren. Dat levert muzikaal gezien zeker geen schitterend resultaat op, maar het past voortreffelijk in het plaatje. De aspirant-muzikanten stellen zich kwetsbaar op en het lijkt haast een boetedoening te zijn wanneer een van hen met een sousafoon (een gigantische koperblazer) als een kruis op z’n rug de poolkappen van Groenland bestijgt om er de finale noten van het requiem ten gehore brengen.


Powered by Labrador CMS