interview> "Vanaf het derde college dragen studenten minder rood"

De legende (1): Vincent Sagaert

Vincent Sagaert is nog geen veertig jaar oud, maar behoort naar eigen zeggen al tot het oud meubilair van de Rechtenfaculteit. Hij werd al op zijn 25e benoemd tot professor.

Gepubliceerd

De legende

Sommige proffen hebben een naam die in heel Leuven klinkt als een bel. Het zijn bronnen van verhalen, confessions en legendes. Veto voelt enkelen van hen aan de tand.

Sagaert heeft een CV van wel 30 bladzijden vol academische en professionele verwezenlijkingen. Naast lesgeven is zijn passie de advocatuur. Opmerkelijk is dat Sagaert met vakken als Goederenrecht saaie brokken leerstof moet doceren. Toch is hij een populaire prof onder studenten.

Bent u trots of eerder ongemakkelijk over de Legendetitel?

Vincent Sagaert: «Ongemakkelijk of trots voel ik mij niet snel. Als legende betekent geïnspireerd hebben, dan geeft dat voldoening. Veel studenten zullen mij wel een goede prof vinden, maar even veel studenten willen de naam Sagaert nooit meer horen.»

Aan de rechtenfaculteit moet u vaak lesgeven aan grote groepen. Was dat in het begin moeilijk?

Sagaert: «Ik was nog heel jong en werd er wat ingesmeten. Je hebt iets nodig om je boven de studenten te plaatsen, want die waren toen niet zo veel jonger.»

«In mijn lessen is iedereen potentieel een gesprekspartner. Reëel heb ik tijdens een les misschien tien of twintig gesprekken. Iedereen is zo op zijn qui-vive, waardoor studenten meegaan in het verhaal dat tijdens het college geschreven wordt.»

U hanteert een opvallend selectiecriterium bij het aanspreken van de studenten: u duidt steeds mensen met iets roods aan.

Sagaert: «Ik heb al verschillende verhalen gehoord van politieke voor- of afkeuren tot ongevallen met een rode auto. Ik heb geen fascinatie voor rood, dat is eerder een praktische overweging. Blauw, groen, zwart, paars: dat is in feite eenzelfde kleur. Rood springt er in een grote aula bovenuit en dat wordt dan een gimmick. Het gevolg is dat vanaf het derde college studenten minder rood dragen. Ze lijken er hun outfit voor aan te passen, al weet ik natuurlijk niet hoeveel rood er zit in de andere colleges.»

U staat bekend om uw humor. Bent u in het dagelijkse leven ook zo grappig?

Sagaert: «Ik denk wel dat ik grappig ben in de zin van relativerend. In relativering zit veel humor. We are who we are, zeker in de rechten. Ik heb als jurist nog nooit het leven van een mens gered.»

“Ik heb het moeilijk met mensen beoordelen, zelfs bij examens verbeteren”

Rechtenstudenten nemen zichzelf nochtans graag serieus met een hemdje en een aktetas.

Sagaert: «Het cliché klopt voor juristen, maar geldt voor heel onze maatschappij. Iedereen voelt zich belangrijker dan hij eigenlijk is en sociale media versterken die neiging.»

«Op sociale media vel je snel oordelen. Over iemand een oordeel vellen houdt in dat je jezelf belangrijk vindt. Ik heb het daar ook moeilijk mee, zelfs bij examens verbeteren. Je oordeelt over anderen, terwijl je kennis uiteindelijk zeer te relativeren is.»

GRAPPEN IN BURUNDI

U geeft al meer dan tien jaar les in Burundi. Hoe is dat begonnen?

Sagaert: «In 2003 vroeg toenmalig voorzitter van het Grondwettelijk Hof Marc Bossuyt of ik wilde lesgeven in Burundi. Ik zei ja, maar ik zag in het nieuws dat rebellen de hoofdstad aanvielen. Onze reis was uitgesteld voor drie weken, al waren in tussentijd veel doden gevallen.»

«De eerste keer was ik er in zeer moeilijke omstandigheden, waardoor dat een enorme band heeft gecreëerd met de collega’s. Burundi is voor mij een puur menselijke ervaring. Wetenschappelijk heb ik er weinig aan, want ik doe geen onderzoek in ontwikkelingssamenwerking.»

Maakt u daar even veel grapjes?

Sagaert: «Ik probeer de lessen op dezelfde manier aan te pakken, want dat is net wat ze daar kunnen gebruiken: freedom of speech. Ze relativeren nog minder dan hier.»

«Een professor staat daar meer op een voetstuk. Studenten wachten aan het eind van de les met op te staan tot de prof de aula heeft verlaten. Ze zijn het niet gewoon dat een prof eens naast de lijntjes kleurt.»

“Burundi is een land dat door alles en iedereen vergeten wordt”

«Je moet wel letten op de socio-economische context, dat heb ik tot mijn scha en schande ondervonden. Ik doceerde over beslag, dat je kan leggen op alle goederen van schuldenaren behalve op een aantal zeer persoonlijke goederen. Ik argumenteerde toen dat het matras waarop je slaapt het verschil maakt tussen mens en dier. Van de 800 studenten in de homes sliepen er slechts 200 op een matras. Als je dat voorbeeld op een grappige manier geeft, ondervind je dat dat niet altijd een goed idee is.»

Keert u snel terug naar Burundi?

Sagaert: «Burundi staat op de rand van een burgeroorlog en we staan er opnieuw – en dit relativeer ik niet – met zijn allen naar te kijken. Burundi is een land dat door alles en iedereen vergeten wordt. Ze hebben geen rijkdommen, ze zijn niet groot en tijdens de genocide vielen er geen miljoen doden zoals in Rwanda, maar “slechts” 300.000.»

«Het is tekenend: twee van onze drie ex-kolonies, Congo en Burundi, staan in de top 3 van armste landen ter wereld.»

WITTE MERELS

U zat in de jury van het welsprekendheidstoernooi. Hoe belangrijk vindt u welbespraaktheid?

Sagaert: «Welsprekendheid is meer een kwestie van persoonlijkheid dan van pure techniek. Veel mensen staan er al op hun 22 jaar. Ik weet niet of ik er toen al stond. Ik bewonder mensen met een goede retoriek, zoals Koen Geens.»

«In elke job is het van belang dat je je kan uitdrukken. Je kan schitterende interne ideeën hebben, als je ze niet kan uiten, ben je er niets mee. Sommige zijn goed schriftelijk, andere zijn heel goed mondeling en dan heb je die paar witte merels (Sagaert bedoelt raven, red.), en die kunnen de twee.»

In dit gesprek heeft u het over het belang van passie én het belang van relativeren. Dat heeft iets tegenstrijdigs.

Sagaert: «Passie en relativeringsvermogen zijn niet onverzoenbaar, maar ik spreek mezelf daarin soms tegen. Mijn broer is arts en geeft les aan de Geneeskundefaculteit. Om hem te plagen zeg ik altijd dat je zonder recht geen maatschappij hebt en zonder geneeskunde slechts een iets minder goede maatschappij. Maar de sociale impact van artsen en verplegers is veel groter dan die van een jurist.»

«Ik vind het belangrijk je op het einde van elke week af te vragen waar je het verschil hebt gemaakt en waar je je nodeloos in hebt opgejaagd.»

Hebt u nog andere passies naast lesgeven?

Sagaert: «Alles wat ik doe, doe ik vol overgave. Ik ga graag naar voetbal kijken. Dat is iets waar ik het contrast in kan opzoeken, Burundi is ook een contrast. Ik kan mij enorm opjagen in een match, zelfs als ik er niets mee te maken heb. Mijn vrienden moeten er dan voor zorgen dat ik fatsoenlijk blijf. (lacht)»

Powered by Labrador CMS