interview> “Ik ben te onbenullig om zelf naar de maan te vliegen"

De Legende (3) Dirk Vandepitte

Dirk Vandepitte is gewoon hoogleraar aan het departement Werktuigkunde en staat gekend om zijn perfect getekende cirkels en de bouw van een raket. "Ingenieurs zijn geen nerds," vertelt hij.

Gepubliceerd

U geeft veel vakken,waarvan een aantal ook bekend staan als buisvak. Wat maakt van u zo’n moeilijkeprof?

Vandepitte: “Misschienstellen studenten zich in het begin iets voor wat niet past bij mijn verwachtingspatroonen dan vinden ze dat te moeilijk. Ik ga ervan uit dat studenten weten wat in decursus staat. Op een examen reproduceren wat in de les is gezegd, kan eenpapegaai ook. Ik verwacht dat je daar als student iets van kan maken en iets aankan toevoegen.”

Op het examengebruikt u voorbeelden uit het echte leven.

Vandepitte: “We leven in de reële wereld. In mijn vakdomein hebben we de wiskunde en de wetenschap van de fysica, maar dan moet je daar in de context ook ietsmee kunnen doen. Als eerstejaars moet je dan nog een beetje ondervinden hoe heteraan toegaat.”

Studenten lijken uwtekenkunsten zeer te waarderen. Was u graag kunstenaar geweest?

Vandepitte: “Dat isgeen kunst, dat is om iets duidelijk te maken. Tekenen is maar een taal, zoalswe nu Nederlands spreken en vroeger Latijn. De ene beheerst de taal wat beterdan de andere. Het zijn ook maar schetsjes die ik op het bord maak, maar het is wel de bedoeling dathet iets herkenbaars voorstelt.”

“Sommigezaken leg ik liever uit in real time – sorry voor de ingenieurstaal – maar datwil dus zeggen dat we hier en nu de ontwikkeling van de redenering maken. Met een powerpoint kanje er dan te flitsend doorheen gaan. Het heeft een vormend karakter om samen iets op te bouwen, ook al kosteen tekening maken soms wat tijd.”

Nerds

U bentnogal expressief. Zet u daar in de lessen op in?

Vandepitte: “Je moet voor animo zorgen alsje een publiek van jonge lieden gedurende 2 uur toch niet te ver wil latenafdwalen. Dat wordt lastiger en lastiger. Vroeger was de jeugd nog wat meermeegaand. Om de GSM te doen zwijgen heb ik al allerlei technieken geprobeerd,maar geen enkele methode is succesvol gebleken want het blijft een hardnekkigekwaal.”

Met humor hoopt u destudenten bij de les te houden.

Vandepitte: “Dat is niet bewust. Ik vermoed dat ik onbewust grappig ben. Ik stadaar om een ernstige boodschap te vertellen.”

“Ik vind het vakdomein van de mechanica zelfleuk, maar niet in de mate dat dat grappig is. Voor mij hoeft dat geen langverhaal van grappen te zijn, maar als dat helpt om de boodschap te begrijpen,heeft dat wel een doel.”

Van ingenieurs wordtgraag gezegd dat ze niet al te grappig zijn. Klopt dat volgens u?

Vandepitte: “Ingenieurshebben inderdaad niet de reputatie de goedlachse lamme goedzak te zijn. In eengroot deel van de gemeenschap worden wij als nerds aanzien. Dat is natuurlijkeen complete misvatting.”

Vindt u zichzelf eentypische ingenieur?

Vandepitte: “Dat iseen moeilijke vraag, want ik weet niet goed wat ik me daarbij moet voorstellen. De buitenwereld denkt vaak dat academici een beetje wereldvreemd zijn, omdat het bedrijfsleven nu eenmaal gedreven is door economische belangen. De universitaire aanpak van onderwijs, onderzoek en ontwikkeling staat daar nogal eens inderdaad haaks op."

"Maar als we op lange termijn met ons landje nog iets willen betekenen, is er nood aan een degelijke onderbouwing van technische ontwikkelingen.”


“Ik vermoed dat ik onbewust grappig ben”

Uw stem slaat soms een beetje over op een grappige manier. Studenten vinden dat wel ludiek.

Vandepitte: “Het is niet zo dat ik een stemprobleem heb. Ik moet wel zeggen dat ik dat soms wel een beetje forceer. Om wat animo in de zaak te houden kan het nuttig zijn om eens van toonhoogte te veranderen."

“Meestal is dat dus bewust en soms gebeurt dat eens onbedoeld. Twee uur lang monotoon spreken it is very boring , for everyone. Het staat wel in functie van, ik ga niet voor een onnozel zinnetje een stemverheffing doen. Als het nuttig is om ergens de aandacht op te vestigen, kunnen allerlei triggers gebruikt worden.”

Naar de maan

U bent ook actief in de ruimtevaartsector.

Vandepitte: “Na mijn doctoraat heb ik drie jaar in de ruimtevaartindustriebij gewerkt bij het toenmalige Fokker Space & Systems. Ik vind ruimtevaart nog altijd een fascinerende omgeving.”

U was betrokken bij Rosetta, een ruimtesonde die een komeet bestudeert?

Vandepitte: “In een vroege fase van de missie heb ik onderzoek gedaan om te zien of een uitgeboord monster van het lichaam van de komeet kon worden teruggebracht in een soort frigo naar de aarde. Dat is niet mogelijk gebleken, maar dat was wel een verrijkende ervaring.”

“Daarnaast was ik bij Fokker medeverantwoordelijk voor het motorophangingssysteem voor de eerste trap van het lanceervoertuig Ariane 5. Dat functioneert al 20 jaar en daar ben ik trots op, want dat is tastbaar gebleven. Het geeft voldoening als je iets kan realiseren wat functioneert in de werkelijke wereld. In mijn geval was dat een raket.”

Was u zelf graag naar de maan gevlogen?

Vandepitte: “Nee, dat moet u zich niet voorstellen. Astronaut is echt een heel apart beroep, zo zijn er ook niet veel in de wereld. Ik hou meer van de techniciteit van wat er in ruimtevaart gebeurt. Om astronaut te worden ben ik veel te onbenullig, daarvoor heb je andere capaciteiten nodig. Misschien heb ik daar als kind ooit wel van gedroomd, maar dat herinner ik me niet echt.”

Welke capaciteiten hebt u dan niet?

Vandepitte: “Astronaut is een veeleisende job. Je moet beschikken over een zeer grote technische kunde. Je moet een specifieke taak uitoefenen, zoals laboranten die experimenten moeten uitvoeren met monsters, of je moet iets herstellen als een garagist, maar dan in een heel aparte omgeving.”

“ik ga niet voor een onnozel zinnetje een stemverheffing doen”

“Lichamelijk en psychologisch moet je tegen het een en ander bestand zijn want het is niet zo makkelijk om zomaar in een raket te stappen om de zware rit te maken."

Hoe bent u dan bij de ingenieurs beland?

Vandepitte: “De meeste van onze studenten had ik een beetje affiniteit met wiskunde, maar ik wilde toch iets in de reële wereld doen. Het is nooit expliciet de bedoeling geweest om prof te worden. De opportuniteit heeft zich aangediend, toen de promotor van mijn doctoraat overleed. Het is niet zo dat dat altijd mijn plan is geweest."

Wat wenst u toekomstige ingenieurs toe?

Vandepitte: “Ik wens dat studenten met overtuiging hun studie beleven, maar ook met verantwoordelijkheidsgevoel. Doe de zaken die moeten gebeuren en de GSM is dan voor een ander moment.”

Powered by Labrador CMS