SPLINTER ZOMERVAKANTIE
Nu de examens afgerond zijn, is mijn hoerastemming
over de zomer voorbij

De zomervakantie brengt een gevoel van onbestemdheid met zich mee, vindt Noah Put. De examens zijn voorbij – je bent vrij. Maar toch zindert de vraag: wat nu?
Je hebt je bestemming bereikt. Proficiat! Dat laatste mondelinge examen ging misschien niet zo goed als je had gehoopt, maar je bent vrij zeker dat je geslaagd bent. Je stapt de aula voor een laatste keer buiten. Deze keer met een soort opgezette monterheid, want je voelt je verplicht om je te verheugen op wat aan de andere kant te wachten staat: de zomervakantie! Toch kan je je niet bedwingen. Je poging tot vreugde loopt uit op een gevoel van nakende onbestemdheid. Diep in je binnenste resoneert zachtjes de vraag: wat nu?
Post-blok blues
Een hobbelige reis door de woelige wateren van mei en juni mondt eindelijk uit op de langverwachte oevers van een paradijselijke zomervakantie. Al die examens en deadlines die je voortdurend in je slaap hebben beslopen, terwijl zweetdruppels als gesmolten lood op je slapen drukten tijdens nachtelijke hittegolven – dat is nu voorbij. Je hoeft nergens meer te zijn, niets meer te bewijzen. En toch voelt het alsof je ogenblikkelijk terug in de boeken moet duiken – alsof er nog een examen nadert waarvoor je niet hebt geleerd.
De dagelijkse regelmaat van het kotleven is voor niets in te wisselen
Na een dag of twee ebt dat gevoel gelukkig weg, en ga je van een toestand van aanslepende alertheid naar een toestand van totale decompressie: je slaapt bij, en houdt de komende dagen volledig vrij om uit te rusten. Na een grondige dieptereiniging van je hersenpan blijft er enkel nog een lichte mist van onbestemdheid over. Dat gevoel herken je van vorige zomers.
De volgende drie maanden lachen je toe met een januskop: je hebt nu de vrijheid om die stapel boeken te lezen waar je tijdens de blok naar lonkte, daguitstappen waarvoor je tijdens de examens geen tijd had, spontane plannen met vrienden. Je hebt daar uiteraard nog steeds zin in, maar toch spreekt het je niet meer aan zoals het dat eerder onder die enorme werkdruk deed. Alles mag, niets moet. En dat blijkt vermoeiender dan gedacht.
Bestemmingsloze dagen
Nu de zomer effectief begonnen is, weegt die verworven vrijheid zwaarder dan toen je er enkel nog over kon fantaseren: jijzelf zult immers deze drie maanden volledig moeten instaan voor de zinvolle invulling van je dagen. Geen vast lessenrooster meer, geen geplande kotactiviteiten en geen alma-uitstapjes tijdens studiepauzes. Iedereen weet dat de blok zwaar is – die gemeenschappelijke strijd is herkenbaar en bespreekbaar. Maar hoe makkelijk het is om weg te kwijnen onder sommige van de bestemmingsloze dagen die daarop volgen is een minder druk besproken thema.
Begrijp me niet verkeerd: ook ik kijk uit naar festivals, reizen en impulsieve zomerdagen die zich nog moeten ontvouwen. Maar ik weet nu al dat er momenten zullen komen waarop de tijd lijkt uit te rekken tot één lange namiddag, waarop ik het besef van weekdagen kwijt ben, en me thuis verdwaald voel.
Langzaam land ik weer
Toch weet ik dat ik ook deze zomer weer te boven kom – net zoals alle vorige. Het gevoel van verdwaling treft me altijd het hardst de eerste dagen na mijn laatste examen. De leegte slijt over de tijd. En wanneer hij terug opduikt, helpt het om een reden te hebben om 's ochtends op te staan. Voor nu is dat het schrijven van bitterzoete columns, Couleur Café en plannen met mensen die me dierbaar zijn. Langzaam land ik weer.
Misschien ben ik de enige die de aanblik van de zomervakantie zo ervaart – ik zeg zeker niet dat ik de blokperiode mis. Maar de dagelijkse regelmaat van het kotleven en de zekerheid dat je vrienden steeds nabij zijn, zijn voor niets in te wisselen.
Noah Put is redacteur Opinie en student Wijsbegeerte aan de KU Leuven.