artikel> Bevraging bij arts-specialisten in opleiding legt schrijnende situaties bloot

Twee op tien arts-specialisten in opleiding dacht aan stoppen tijdens covid-crisis

Nauwelijks bescherming, massale overuren en een negatieve invloed op de opleiding. De covid-crisis bleek allerminst een pretje voor arts-specialisten in opleiding, zo leert een nieuwe enquête.

Gepubliceerd

De cijfers

  • 2 op 3 ASO's werd ingeschakeld in de covid-zorg, de helft werd ingeschakeld op een dienst waar zij normaal niet werkzaam zijn.
  • 4 op 10 arts-specialisten in opleiding deden meer wachtdiensten, slechts de helft geeft aan dat hun uren correct geregistreerd werden.
  • 20% van de ASO's heeft positief getest voor COVID-19, eenzelfde percentage geeft aan enkel in de tweede golf van de coronacrisis voldoende beschermingsmateriaal ter beschikking gehad te hebben.
  • De helft van de artsen heeft het mentaal moeilijk. Bijna 2 op 10 toekomstige specialisten denkt eraan de opleiding stop te zetten.
  • 70% van de toekomstige artsen ervaart een negatieve impact vanwege covid op hun opleiding. 

De bevraging werd opgenomen door de VASO, het koepelorgaan voor de Vlaamse arts-specialisten in opleiding. Omdat arts-specialisten in opleiding, of ASO’s in het kort, tussen student en arts vallen, genieten zij niet van dezelfde rechten. Nochtans werden ASO's wel even noodzakelijk geacht in de strijd tegen het coronavirus.

En dat eist nu zijn tol, zo blijkt uit een bevraging die VASO aan meer dan 1000 arts-specialisten in opleiding voorlegde. Zeven op tien ASO's ziet door het virus een verslechterde impact op hun opleiding, 20% dacht zelfs aan stoppen: 'De arbeidsomstandigheden en het opleidingsklimaat in sommige ziekenhuizen waren reeds voor de crisis problematisch, maar worden nu nog meer in de verf gezet', laat Jonas Brouwers, voorzitter van de VASO, weten.

Spartaanse regelgeving

Die arbeidsomstandigheden zijn in België al langer een probleem. Voor arts-specialisten in opleiding geldt een uitzonderlijk sociaal statuut. Dat 'Sui Generis-statuut' werd in 1983 ingevoerd als een overgangsmaatregel, maar werd vooralsnog niet aangepast. Het resultaat is een Spartaanse regelgeving, die uitzonderlijk werkweken tot 60 uur toestaat.

Tijdens de covid-crisis sloeg die slinger nog verder door. Vier op de tien ASO's meldt regelmatig meer wachtdiensten te hebben opgenomen en dat zonder vergoeding. Slechts de helft geeft aan dat hun uren correct geregistreerd werden. 'De dubbele rol van opleiders en werkgevers is niet gezond en zorgt ervoor dat het moeilijk is bepaalde problemen aan te kaarten', meldt Brouwers.

VASO grijpt de enquête alvast aan om voor betere arbeidsomstandigheden te pleiten, in de eerste plaats door de rol van opleider en werkgever te scheiden. Later vandaag worden de cijfers toegelicht in het federaal parlement.

Powered by Labrador CMS