reportage> Menselijke warmte in koude dagen

Warme noodhulp voor dak- en thuislozen in Leuven

Het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) opent samen met stad Leuven een winteropvang voor dak- en thuislozen. Het pand is een noodoplossing om de nacht door te brengen.

Gepubliceerd

Op het eerste gezicht lijkt het aantal dak- en thuisloze mensen in Leuven best mee te vallen. Toch werden er vorig jaar bij een onderzoek door de KU Leuven maar liefst 466 personen geteld. De meerderheid onder hen kan bij vrienden, familie of een tijdelijke opvang terecht.

Voor zij die dat niet kunnen en noodgedwongen op straat moeten slapen is er elk jaar de winteropvang. Het gaat om een noodoplossing die dak- en thuislozen kunnen gebruiken van 15 november tot 31 maart.

De stad Leuven kocht recent een nieuw huis in het centrum aan, waar de winteropvang wordt uitgebaat door het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) van Oost-Brabant. Daar kunnen tot twaalf personen terecht die nog op zoek zijn naar een veilige en warme plek voor de nacht. Ze kunnen er ook ontbijt en avondeten krijgen.

Huiselijke sfeer

Het is elf uur wanneer Jeroen De Wilde, teamleider basiswerk bij het CAW Oost-Brabant, ons binnenlaat. Anderhalf uur eerder verlieten de laatste gasten de winteropvang. Omdat de winteropvang bedoeld is als een tijdelijke noodoplossing, is het niet de bedoeling dat de gasten er overdag blijven. Hoewel het huis leeg is wanneer we onze rondleiding krijgen, valt het toch op dat er een gezellige sfeer hangt.

'We willen dat het laagdrempelig is om bij de winteropvang binnen te stappen'

Jeroen De Wilde, teamleider CAW Oost-Brabant

Het huis heeft weinig weg van het stereotiepe beeld dat je misschien van een noodopvang zou verwachten. Op het eerste zicht heeft het vooral veel gemeen met een standaard rijtjeshuis waar ook enkele koten in zouden kunnen zitten. Op de gelijkvloers is er een gezellige woonkamer waar een grote zetel tegenover de televisie staat. We spotten enkele gezelschapsspelletjes. Ook is er een kleine tuin.

De Wilde bevestigt dat het een bewuste keuze is geweest om de winteropvang aan te bieden op een locatie die zo huiselijk aanvoelt: 'Omdat het voor sommige mensen best een grote stap kan zijn om hulp te vragen, willen we dat het laagdrempelig is om hier binnen te stappen.'

Toch is er eerst een controle: 'We hebben wel graag eerst een verkennend gesprek om te checken of de winteropvang de juiste oplossing is voor iemand. Als dat eenmaal is gebeurd, ben je vrij om elke avond aan te kloppen voor een nacht in de opvang.'

Op de eerste verdieping is er een klein kantoor waar een medewerker van het CAW een gast bijvoorbeeld verder kan helpen in de zoektocht naar een langetermijnoplossing. Verder is er een kleine opslagruimte met warme kleren en toiletspullen waar gasten gebruik van kunnen maken.

Vrijwilligers bieden een luisterend oor en tonen vertrouwen

Omdat dak- of thuisloze mensen soms al hun bezittingen in één rugzak hebben zitten, is er ook een depot waar ze deze rugzakken een hele winter veilig kunnen achterlaten. De slaapkamers bevinden zich op de tweede verdieping. De meerderheid van de kamers zijn privékamers. In sommige kamers staan twee bedden.

Meer dan noodopvang

Naast eten, douchen en slapen is het van groot belang dat gasten in de noodopvang op andere vlakken kunnen aansterken. Zo is het ook een plek van verbinding en vertrouwen. Een sterk team van vrijwilligers, variërend van 19-jarige studenten tot 85-jarige gepensioneerden, speelt daarin een grote rol: zij bieden een luisterend oor en tonen vertrouwen.

Dakloze mensen worden snel gestigmatiseerd, waar zij als mens onder lijden. Ook onder elkaar vinden de gasten verbinding. Ze steunen elkaar en nemen elkaar op sleeptouw om samen kracht te herwinnen.

'Dak- en thuisloze mensen proberen niet elke avond een beroep op ons te doen'

Jeroen De Wilde, teamleider CAW Oost-Brabant

Om de drie weken komt er een arts van het wijkgezondheidscentrum langs in de noodopvang. De arts gaat mee aan tafel en biedt consultaties aan. Ook zijn er af en toe verpleegkundigen aanwezig voor bijvoorbeeld wondverzorging of behandeling van andere klachten en draait er twee avonden per week een medewerker van de mobiele teams uit de geestelijke gezondheidszorg een volledige permanentie mee. Dit zijn allemaal manieren om de drempel naar psychische- of gezondheidszorg te verlagen.

Langetermijnoplossing nodig

Het komt wel eens voor dat de noodopvang vol zit, zeker wanneer het buiten vriest. Een uitbreiding naar veertien plaatsen is dan mogelijk, al is dat vaak niet voldoende. Er wordt dan gevraagd aan de gasten die al het meeste aantal nachten verblijven om het huis te verlaten.

'Dat is niet vrijwillig', benadrukt De Wilde. 'Toch is er soms solidariteit onder de gasten: iemand staat al wel eens vrijwillig zijn of haar plek aan iemand anders af.'

'Dak- en thuisloze mensen proberen niet om elke avond een beroep op ons te doen. Ze zullen eerst andere oplossingen zoeken', vertelt De Wilde. 'Op die manier maken ze vaak meer kans op een bed op het moment dat ze het echt nodig hebben.'

'Er zijn mensen die al zo lang verweven zitten in de problematiek dat ze er bijna onmogelijk uit raken'

Jeroen De Wilde, teamleider CAW Oost-Brabant

De winteropvang vormt dus echt de laatste tijdelijke noodoplossing, en kan het probleem van dakloosheid niet verhelpen. Daarom is het belangrijk om ook oplossingen voor de lange termijn te zoeken.

Hier helpen de medewerkers van de winteropvang ook bij: samen zoeken ze naar een geschikte oplossing voor elke individuele situatie. Zo zijn er al mensen doorgestroomd naar het OCMW, naar residenties waar ze begeleid kunnen wonen of naar de geestelijke gezondheidszorg.

Stabiel vooruitzicht

Dit lukt echter niet altijd. De Wilde spreekt van 'chronisch dakloze mensen': 'Dat zijn mensen die al zo lang verweven zitten in de problematiek dat ze er zeer moeilijk op eigen kracht uit te raken.'

'Acht jaar geleden hield de stad nog haar ogen dicht voor het probleem, maar nu wordt de realiteit erkend'

Jeroen De Wilde, teamleider CAW Oost-Brabant

Er is dan ook een kerngroep van gasten die de hele winter blijven terugkomen, terwijl anderen sneller een oplossing vinden. Voor diegenen met een psychiatrische problematiek of verslaving blijft het echter bijzonder moeilijk.

'De reflex om te vertrekken vanuit een stabiele oplossing is er nog niet altijd', merkt De Wilde op. Toch is er al een evolutie op te merken: 'Acht jaar geleden hield de stad nog haar ogen dicht voor het probleem, maar nu wordt de realiteit erkend.'

Zo voerde de stad een daklozentelling uit, waarna ze een actieplan ontwikkelden, dat een hoge prioriteit heeft bij de stad Leuven. 'Er is nog veel werk te doen, maar er is enthousiasme, een groeiend netwerk van hulpverleners en organisaties en een groot aantal vrijwilligers', zegt De Wilde. Ook studenten zijn welkom en kunnen contact opnemen met De Wilde of het CAW.

Powered by Labrador CMS