editoriaal> Editoriaal

Rubens in 2019

In de zomer pleitte de N-VA vol vuur voor een Vlaamse canon. Drie maanden later maakt ze met zware bespringen in cultuursubsidies onze generatie als toekomst van de Belgische cultuur monddood.

Gepubliceerd

Een Vlaamse canon, vroeg de N-VA in haar onderhandelingsnota voor de regeringsvorming. Een lijst met de grote namen van de Vlaemsche cultuur die zich eeuwenlang in onze kleine regio konden ontwikkelen. We schrijven drie maanden later en de partij bespaart 60 procent op culturele projectsubsidies. Subsidies bedoeld om onafhankelijke, vernieuwende projecten mogelijk te maken.

‘We besparen niet, we maken keuzes,’ klinkt het, ‘want het nominaal budget blijft hetzelfde’. Keuzes voor onze geschiedenis, voor bakstenen en gevestigde namen. Dat is het probleem: dat de uitsluiting van een nieuwe generatie kunstenaars een keuze is. Geen pijnlijke realiteit omdat er ‘geen alternatief’ is. Geen collateral damage voor andere broodnodige investeringen.

‘We zetten in op organisaties die excelleren’, zegt parlementslid Marius Meremans in deze krant (p. 13) ‘Dat is hard', weet hijzelf. Alleen wie de opperste kwaliteitsstandaard haalt, kan overleven. Een Rubens, die mag in de Vlaamse canon. Maar Rubens leefde in een tijd waarin de grote kunstenaars aan de hoven werden ontvangen als gelijken. Zijn excellentie werd ontwikkeld onder de vleugels van koning Filips III van Spanje zelf. Door als jongeman in Madrid de tijd te krijgen om de werken van Titiaan te bestuderen en te kopiëren, werkte hij zichzelf op tot een van de groten.

Vlaanderen kan op die manier een mecenas zijn voor haar jonge makers. Ze kan ervoor zorgen dat onze kleine regio de ruimte krijgt uit te stijgen boven zichzelf. Dàt is 'een sterk Vlaanderen': een Vlaanderen met een kunstenveld waarin de grote, middelgrote, kleine huizen en individuele makers elkaar wederzijds versterken. Als je veilig wegkruipt in welvarend Vlaanderen zonder die blik open te trekken naar wat niet hier en nu opbrengt, dan kruipt de kunst mee weg.

Als een minister beslist om 60 procent te knippen in projectsubsidies, dan kiest hij ervoor te knippen in het zaaiveld, zoals Steven Vandervelden, directeur van het STUK, het verwoordt. Daar kun je in knippen zonder dat dat meteen zichtbaar is. Maar je oogst zal schraler zijn dan ooit. Onze generatie van creatief aanstormend talent draagt daar de gevolgen van. Alleen zijn dat voor Jambon zorgen voor later. Een toekomst is niet nodig, als we maar een verleden hebben, in 1302 kunnen blijven leven.

Je kunt je geld weghalen van de jonge kunstenaars ten voordele van je veilig Vlaanderen. Het geld van de kunsten herbestemmen naar een leger, zoals iemand Churchill zou voorgesteld hebben in oorlogstijd. Maar het antwoord van een echt staatsman luidt dan: 'Waar vechten we dan voor?’

Ana Van Liedekerke is hoofdredacteur. Het editoriaal wordt gedragen door de voltallige redactie.

Powered by Labrador CMS