recensie> Verdriet verklankt

Het schaduwland van Jan Swerts in de Schouwburg

De Limburgse componist en pianist Jan Swerts verstilde de Schouwburg met de muziek van zijn persoonlijke rouw- en verwerkingsproces. Een langzaam en intiem decrescendo.

Gepubliceerd

Jan Swerts trad op donderdag 10 november met zijn nieuwe plaat Schaduwland onder de arm op in de Schouwburg.

Twee platen lang verkende Jan Swerts een land van verdriet. Wegstervende pianoklanken en de heesheid van zijn stem boden hem oriëntering in de desolaatheid. Dat kompas voerde Swerts langs van herinneringen doortrokken straten op zijn eerste plaat Weg. Of groeven bij zijn tweede plaat De anatomie van de melancholie onder de huid van kunstenaars, zoals Jotie ’t Hooft en Luc De Vos.

Verwerkingsproces

Werd de componist die eerste jaren nog door troostrijke nostalgie vergezeld, dan ontnamen de gebeurtenissen uit zijn persoonlijke leven hem die. Enkele jaren geleden werden bij Swerts' zoontje ongeneeslijke neurologische aandoeningen vastgesteld. Die zorgen ervoor dat de jongen van het ene moment op het andere zijn bewegingen en geluiden niet meer onder controle heeft. Dat terwijl Swerts zelf het syndroom van Asperger heeft en daardoor erg gevoelig is aan chaos.

Schaduwland werd geboren uit een eenzaam, gekarteld rouwproces

Die pijnlijke omstandigheden sloegen diepe wonden en leidden tot het einde van Swerts’ huwelijk. De pianist, die altijd al een fascinatie had voor horrorverhalen, bevond zich er ineens middenin toen hij ook zijn moeder verloor aan kanker. Uit het eenzame, gekartelde rouwproces dat volgde, werd Schaduwland geboren.

Decrescendo

Wie vorige donderdag de Schouwburg opzocht, voelt hoe Swerts’ zoeken is omgeslagen. Hoe het land van verdriet onmetelijk veel groter blijkt. Te groot voor een piano en een stem, te groot voor Jan Swerts alleen. Omringd door zeven muzikanten waagt hij een poging om jou, luisteraar, in het donkere landschap te trekken.

Violen trillen door je heen. De cello scheurt reepjes uit de lucht. Holle elektrische gitaren trekken diepe voren tussen je voeten. Als de drumster een vreemde, dierlijke dynamiek tot leven wekt, ontketent zich een prachtige chaos. En jij zit er middenin.

Het decrescendo eindigt met een implosie

Toch slaan Jan Swerts en zijn muzikanten je niet murw tegen een aanhoudende muur van geluid. Het concert is een decrescendo. Zonder applaus tussen de nummers, op vraag van de muzikanten. Een langzaam verglijden van gevoelens. Van melancholisch geluk naar uitbrekende paniek, van ontkenning naar loden depressie. Steeds stiller, steeds intiemer.

Tot de laatste klanken wegdeemsteren in wat Swerts zelf ‘verwerking, maar met een groot vraagteken’ noemt. Als luisteraar hoor je iets anders: hoe gigantisch verdriet een mens laat razen, maar bovenal wegdrukt. Hoe het je nauwelijks nog ruimte laat. Het decrescendo eindigt met een implosie.

Warme tristesse

Gelukkig laten Swerts en de zijnen ons niet gedesoriënteerd achter in het schaduwland. Gelukkig zijn er de zachte ironie en het Limburgse accent, waarmee de componist zijn muzikanten voorstelt. ‘De grootste ego’s eerst.' En vervolgens met deugddoende kameraadschappelijkheid: ‘Heel hard bedankt, jongens!’

De acht besluiten met drie nummers van de eerste twee platen. Een ode aan zijn oud-docente, de vroeg gestorven auteur Patricia De Martelaere, en haar essaybundel Verlangen naar ontroostbaarheid. En dan nog twee straten uit zijn jeugd. Zo eindigt Jan Swerts in de hem zo eigen warme tristesse, van waaruit hij de reis naar Schaduwland ook liet vertrekken.

Ook toen kon hij het niet laten wat wrange humor mee aan boord te nemen: ‘Onze platenmaatschappij schrok nogal toen ik met een post-apocalyptische plaat kwam aanzetten: wie zal daarnaar willen luisteren? Toen werd Trump verkozen en had ik het momentum opeens helemaal te pakken!’

Powered by Labrador CMS