interview> "De hervorming gaat op dit moment niet vooruit"

Lieven Boeve over hervorming secundair onderwijs

De hervorming van het secundair onderwijs kan en moet sneller vindt Lieven Boeve, hoofd van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen.

Lieven Boeve was in een vorig leven gewoon hoogleraar fundamentele theologie aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen aan de KU Leuven, waarvan hij ook decaan was. Op 1 augustus 2014 volgde hij Mieke Van Hecke op als directeur-generaal van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen.

Veto sprak ook met Raymonda Verdyck, hoofd van het gemeenschapsonderwijs (GO) over de hervormingen. Dat interview vind je hier.

We ontmoetenLieven Boeve, professor en directeur-generaal van Katholiek OnderwijsVlaanderen, in zijn natuurlijke habitat: de bib van de faculteit Theologie. Watis de visie van het grootste onderwijsnet in Vlaanderen op de hervorming vanhet secundair onderwijs? Een gesprek over empathie en zalm.

Wat zijn de grootste pijnpunten van ons huidigesecundair onderwijs?
Lieven Boeve: "Het grootsteprobleem is dat niet elke leerling op de juiste plaats terechtkomt. Dat ligtaan de wijze waarop het aanbod in onze scholen georganiseerd is, maar ook aanhoe de mensen dat aanbod percipiëren. Zo krijg je dan de zogenaamdestigmatisering van het technisch en beroepsonderwijs: richtingen worden soms alsminderwaardig beschouwd, en zijn daardoor vaak een negatieve keuze."

"Op dit momentbieden we ook meer dan 150 richtingen aan in de derde graad. Dat zijn er natuurlijkveel te veel. Idealiter zouden die geclusterd worden, zodat de organisatie ook efficiënteris. Bovendien zijn er veel richtingen die niet doen wat ze beloven. Dat er zoveel jongeren niet juist terechtkomen, toont aan dat het onderwijs vandaag nietvoldoende leerlingprofiel-georiënteerd is."

"Dat gegeven leidtnatuurlijk tot andere zwaktes in het huidige onderwijssysteem. Eén gevolg isbijvoorbeeld dat één op de tien jongeren de secundaire schoolbanken verlaatzonder diploma."

"Ik ben bezorgd over de vooruitgang van de hervorming"

De druk bediscussieerde afschaffing van het vak Latijn zal er niet komen. Toch wordt er sterk ingezet op de brede basisvorming in de eerste graad. Hoe zal dat er in de praktijk uitzien?
Boeve: "Wat de eerste graad betreft, verschilt onze visie enigszins van die van het gemeenschapsonderwijs, waar men meer pleit voor heterogene klasgroepen. Wij vinden dat iedereen dezelfde basisdoelstellingen moet behalen, maar je kunt nog steeds groepen onderscheiden en de sterke leerlingen extra uitdagen op momenten dat andere groepen meer tijd krijgen voor de basiscompetenties."

"Wij willen de leerling met zo veel mogelijk domeinen laten kennismaken, en hem na afloop nog alle keuzes geven voor zijn verdere schoolcarrière. De keuze voor een basisoptie in de eerste graad mag met andere woorden niet je hele verdere studietraject bepalen."

De hervorming zal dus komaf maken met het onderscheid aso-tso-bso. Tegenstanders spreken van een ‘nivellering naar beneden’. Is die kritiek terecht?
Boeve: "De enige manier om ervoor te zorgen dat er geen nivellering is, is door de studierichtingen te laten doen wat ze beloven. We streven naar een goede zelfkennis van de leerling na de eerste graad, zodat de leerling op twee punten een keuze kan maken: welk interessegebied heeft mijn voorkeur, én op welk niveau kan of wil ik daarmee bezig zijn?"

"We moeten ons wel hoeden voor dit: de negatieve perceptie van sommige studierichtingen die er op dit moment heerst, kan zich herhalen in gelijk welk systeem. Het gaat ons niet om de naambordjes. Het moet voor de maatschappij gewoon duidelijk zijn: elke richting is waardevol en heeft een toekomst."

Een andere doelstelling van het masterplan: hoe kunnen we blijven zitten maximaal vermijden in de toekomst?
Boeve: "B-attesten zullen nog meer de regel worden. Ofwel is immers het domein niet goed gekozen, ofwel het niveau. In beide gevallen is heroriëntering nodig. Precies daarom moet het systeem ook flexibel zijn: je moet tijdens je secundaire schoolloopbaan kunnen veranderen van niveau of interessegebied – en dat hoeft niet altijd per se naar een meer toepassingsgerichte richting zijn."

"Het sluitstuk van de modernisering is hetzelfde principe als in het hoger onderwijs: dat van de zalmbeweging, dus de opwaartse beweging die steeds mogelijk is. Zoiets kan alleen door optimaal te werken met remediëring."

“Empathie is het antidotum voor radicalisering”

Geen onbelangrijke vraag voor u als directeur-generaal van het katholiek onderwijs: hoe ziet de uitkomst van het vak godsdienst eruit?
Boeve: "Uiteraard zullen we het vak godsdienst behouden, en daarbinnen de dialoog realiseren. De katholieke dialoogschool voorziet een plaats voor uitwisseling en openheid. Iedereen is welkom, maar het vak godsdienst zal een voorwaarde zijn; het is deel van ons project. Empathie ontwikkelen ten aanzien van levensbeschouwelijke anderen is volgens mij ook het antidotum voor radicalisering."

Welke elementen van de lerarenopleiding zullen er moeten veranderen?
Boeve: "Een nieuwe conceptnota integreert de lerarenopleiding van de CVO’s in het hoger onderwijs op kwalificatieniveau 6 en 7, de zogenaamde bachelors en masters. Voor ons is het belangrijk dat daarbij beide afgestudeerden zowel in het basis- als in het secundair onderwijs ingezet kunnen worden. Op die manier krijg je ook gemengde teams, wat kan zorgen voor een betere werking op de scholen, met ieder zijn eigen focussen."

Een vaak opgegooide term is het ‘lerarenloopbaanpact’, dat jonge leraars meer werkzekerheid zou moeten geven. Hoe kan zoiets concreet werken?
Boeve: "Op dit moment hanteert men het systeem van TADD, waarbij scholen na twee jaar moeten beslissen of ze een nieuwe leerkracht houden of wegsturen. Het systeem dient voor de bescherming van de jonge leraar, maar het zorgt er de facto voor dat mensen die iets langer dan twee jaar nodig hebben om zich te bewijzen, sneller weggestuurd worden. Door dat systeem te herbekijken, geef je mensen meer tijd en kansen."

"Het probleem van werkloosheid kan opgevangen worden door schaalvergroting: door een leraar niet per school te benoemen, maar per scholencluster, zal er meer zicht zijn op de vrije uren en zal de invulling daarvan efficiënter gebeuren. Een jonge leerkracht kan een jaarcontract krijgen binnen een scholencluster, en uren ter vervanging invullen. Op andere momenten kan hij via co-teaching een andere leraar bijstaan in de klas en zo bovendien ook weer bijleren."

Er was voorheen al heel wat commotie over de onderwijshervorming. Bent u bezorgd over de invoering van de maatregelen?

Boeve: "Ja. Het gaat op dit moment niet vooruit, omdat er te weinig overeenstemming is tussen de politieke partijen over een aantal van de basisbeginselen. Eén daarvan is de uitwerking van de eerste graad, een ander cruciaal punt is hoe de matrix van studierichtingen er moeten uitzien. Die zaken moeten dringend worden uitgeklaard ."

Powered by Labrador CMS