artikel> Vlaamse Onderwijsraad vraagt decreet over duidelijkheid

Vraag naar transparantie omtrent extra studiekost

De Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) heeft een advies gegeven over de extra kosten die studenten soms betalen bovenop hun inschrijvingsgeld. Dat advies vraagt vooral duidelijkheid voor de studenten.

Gepubliceerd

De Vlor is de Vlaamse Onderwijsraad. Vertegenwoordigers uit het hele onderwijslandschap en van de sociaal-economische en sociaal-culturele organisaties overleggen in de Vlor over het onderwijs- en vormingsbeleid. Op basis daarvan geeft de Vlor adviezen aan de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs en Vorming en aan het Vlaams Parlement. De Vlor is een onafhankelijke instantie.

Vorig jaar berichtte Veto over het extra bedrag van tachtig euro dat studenten aan de Vives-hogeschool moesten betalen, bovenop hun inschrijvingsgeld (Veto 4201). Dat zorgde voor een reactie in het parlement, waar sp.a-parlementslid Tine Soens zich tegenover die extra factuur uitsprak. Vervolgens vroeg minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) in juni van dit jaar een onderzoek aan bij de regeringscommissarissen naar de facturatie van extra kosten in het hoger onderwijs. De Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) heeft hun advies over deze opleidingsgebonden extra kosten deze maand bekendgemaakt.

Er moet geen bijkomende wettelijke regeling worden voorzien voor de berekening en aanrekening van extra opleidingsgebonden studiekosten, zegt het advies. Volgens de Vlor is het wel beter om de onderwijsinstelling decretaal te verplichten om transparant te communiceren over de volledige opleidingskost.

Zo zou volgens hen elke student toegang moeten hebben tot een inschatting van de kosten per opleidingsniveau, uitgewerkt voor het modeltraject en gebaseerd op de prijzen van het voorgaande academiejaar. Ook zou de student zicht moeten hebben op de opleidingsgebonden studiekost per opleidingsjaar. Deze informatie zou bovendien beschikbaar moeten zijn nog voor de inschrijving aan de universiteit of hogeschool.

Volgens het advies wil de Vlor geen regelgevende lijst van zaken die onder studiegeld vallen, ondanks de zeer ruime definitie daarvan. Wel moet de universiteit transparanter zijn over de precieze zaken waarvoor de student betaalt. De extra kosten die aan de student worden doorgeregend moeten zo gedetailleerd mogelijk zijn. Ruime, nietszeggende beschrijvingen als ‘algemene studiekosten eerste semester’ zijn volgens de Vlor uit den boze.

Er wordt universiteiten en hogescholen ook aangeraden hun individuele docenten en instellingsbesturen te sensibiliseren, zodat ze de noodzaak van bepaalde uitgaven, zoals specifiek studiemateriaal, (her)overwegen. Hen wordt ook geadviseerd na te denken over manieren om de kosten daarvan te drukken.

Het advies wordt meteen ook opgevolgd. Soens, die dit probleem vorig jaar al aankaartte, heeft al bevestigd dat zij een decreet zal indienen om de onduidelijkheid omtrent het aanrekenen van extra studiekosten weg te nemen.

Powered by Labrador CMS