DRIE VRAGEN BESPARINGEN

Universiteiten in woelig water: 'Per student zijn er telkens minder en minder middelen'

De universiteiten hebben het financieel steeds moeilijker. Om de rekening te doen kloppen, willen ze het inschrijvingsgeld verhogen. Maar dat laat minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) niet toe. Hoe moet het nu verder? 'Onze uitgestoken hand blijft', zegt rector Severine Vermeire.

Gepubliceerd
Leestijd: 4 min

1. Op welke manier worden de universiteiten getroffen?

De Vlaamse regering beliste onlangs om 32,8 miljoen euro te besparen op hoger onderwijs en 14,5 miljoen euro op fundamenteel onderzoek. Daarnaast wijst de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) ook op de hervorming van de studietoelagen, die 33,8 miljoen euro moet opleveren, maar waarvan de last voor een groot deel bij de studenten­voorzieningen (Stuvo's) zal komen te liggen. 

'Het valt ons op dat de universiteiten in het bijzonder hard getroffen worden', zucht Bernard Vanheusden, rector van de UHasselt en voorzitter van de VLIR. Het water staat de universiteiten aan de lippen, zegt hij.

Minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) keek voor de besparingen specifiek naar het hoger onderwijs, en wil niet aan het leer­plicht­onderwijs raken. Dat zorgt voor een scheeftrekking, zegt Severine Vermeire, rector van de KU Leuven. 'Het hoger onderwijs wordt veel sterker getroffen dan het leerplichtonderwijs, en daarbinnen valt ook nog eens zeventig procent van de besparingen bij de universiteiten.'

'Door het inschrijvingsgeld te verhogen, kunnen we de kost compenseren voor de financieel zwakkere studenten'

Severine Vermeire, rector KU Leuven

In vergelijking met de andere universiteiten worden de VUB en de KU Leuven het hardst getroffen, vindt de rector. Dat komt omdat de Vlaamse regering besloot om de finan­ciering voor studenten die van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) komen, niet meer te voorzien als die groep meer dan twee procent van de studentenpopulatie uitmaakt – het minimum dat ze verplicht is om te financieren. Dat is het geval voor zowel de KU Leuven als de VUB. 

Daar houdt het echter niet bij op. In een brief aan Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) uit de VLIR haar bezorgdheid over een besparing van 120 miljoen euro op de Vlaamse overheid en de entiteiten binnen het Europees Stelsel van Rekening, het financieel raamwerk dat onder andere als basis dient voor EU-beleid. Daarvan zou er veertig miljoen euro bij de universiteiten terecht kunnen komen. 

2. Waarom grijpen de rectoren naar het inschrijvingsgeld?

De vijf Vlaamse rectoren hintten er al ver­schi­llende keren op, onder andere in hun verkiezingsmemorandum voor de verkie­zingen van 2024. 'Wordt de basisfinanciering (een van de vier financieringsstromen voor universiteiten, red.) niet rechtgetrokken, wordt een discussie over de (verhoging van de) studiegelden onvermijdelijk', klonk het toen. 

Na de eerste besparingsronde, is het al zover. De universiteiten pleiten ervoor om het inschrijvingsgeld – dat nu op 1157 euro ligt – met 150 euro op te trekken. De ingreep zou niet gelden voor beursstudenten. 

'Per student zijn er telkens minder en minder middelen, doordat de stijgende kosten in het verleden vaak niet werden gecompenseerd', legt professor onderwijs­economie Kristof De Witte (KU Leuven) uit. 'De klasgroepen zijn al heel groot in de bachelorjaren. Daar komt dan nog eens de demografische druk bij, waardoor de groepen sowieso nog groter zullen worden.'

Dat blijkt onder andere uit de student-staff ratio van de universiteit: het aantal studenten in verhouding tot het personeel. Met 37,1 behoort het ratio van de KU Leuven tot de meest alarmerende van de vijftig hoogst gerangschikte universiteiten van de wereld. Ter vergelijking: aan Princeton University ligt die op 7,3. 'We zijn op dat vlak echt bij de slechtste leerlingen van de klas', zegt Vermeire.

'Het aantal achttienjarige Belgen daalt. We moeten daarom durven om de toptalenten naar hier te halen'

Bernard Vanheusden, rector UHasselt en VLIR-voorzitter

De vraag om het inschrijvingsgeld te verhogen is daarom legitiem, vindt Vermeire. 'Door het inschrijvingsgeld te verhogen, kunnen we de kost compenseren voor de financieel zwakkere studenten, voor wie de verhoging niet zou gelden. Die inkomsten vloeien terug naar de studenten die het het meest nodig hebben.'

Om het inschrijvingsgeld te kunnen verhogen, zijn de universiteiten afhankelijk van Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA). Maar die blokte het voorstel meteen af in de media, en achteraf ook in het Vlaams parlement. 'Ik vind het belangrijk dat we een democratisch systeem hebben. Elk kind, ongeacht zijn afkomst of rijkdom kan naar de hogeschool en universiteit gaan. Dat wil ik zo houden', zei ze daar.

aula max weber
Aula Max Weber op de campus Sociale Wetenschappen. 'De financiering van een student Biomedische Weten­schappen is nu al hoger dan die van een in de Humane Wetenschappen.'

De minister stelt voor dat de universiteiten het inschrijvingsgeld voor de niet-EER-studenten verhogen. Dat zijn de univer­siteiten ook van plan, zegt Vanheusden. De KU Leuven voorziet een optrekking van twintig procent voor het academiejaar 2026-2027. 'Maar dat gaat slechts voor een deel het verlies aan inkomsten kunnen dekken', zegt Vermeire. 'Het is een eerste stap.'

Het is dan ook geen wondermiddel. Vanheus­den vreest dat een hoger inschrij­vingsgeld veel buitenlandse studenten zal wegjagen. 'Als overheid moet je goed beseffen wat de consequenties daarvan zijn. Je moet rekening houden met de demogra­fische evolutie: het aantal achttienjarige Belgen daalt. We moeten durven om de toptalenten naar hier te halen, ook zij die buiten de EER-zone komen.'

Vermeire wil het hier dan ook niet bij laten, en in gesprek blijven met de Vlaamse regering. 'Blijven praten is wat we op dit moment proberen te doen. We gaan niet met een actie-reactie beginnen. Ik blijf ondanks alles hoopvol. Onze uitgestoken hand blijft.'

3. Bespaart de regering-De Wever ook?

Ook de federale regering is op zoek naar besparingen. Zo zou er met een kwart bespaard worden op de universitaire ontwikkelingssamenwerking. Vanheusden vreest ook dat de aangekondigde pensioen­hervorming de aantrekkelijkheid van het statuut van professor bedreigt. 

Momenteel ligt er bovendien een hervor­ming van de zogenaamde 'defiscalisatie van onderzoekers' op tafel. Dat is een regeling waarbij de belasting op onderzoekers wordt teruggestort aan de universiteit, wanneer die het geld terug investeert in onderzoek. 

'Daar heerst nu al een zekere vorm van ongelijkheid', zegt De Witte. 'De financiering van een student Biomedische Weten­schappen is nu al hoger dan die van een student in de Humane Wetenschappen.' De federale regering is van plan de definitie van wat onder 'onderzoek' valt verder te wijzigen, waardoor de Humane Weten­schappen niet meer zouden kunnen profiteren van de voordelen van het systeem.

'Je schiet je jezelf als kennismaatschappij op langere termijn in de voeten'

Kristof De Witte, professor onderwijseconomie (KU Leuven)

'Dat voelt voor ons bijzonder bedreigend aan', zegt Vanheusden. 'Dat zal ervoor zorgen dat rechten, geschiedenis of psycho­logie geherinterpreteerd zullen worden alsof het geen wetenschappen zijn. Dat is een slippery slope.' Terwijl de universiteit die middelen broodnodig heeft om hun onderfinanciering op te vangen, zegt Vermeire.

'Op korte termijn kunnen deze maatregelen misschien tot een grote besparing leiden', zegt De Witte. 'Via het STEM-onderwijs ga je veel sterkere effecten genereren in directe returns. Maar je hebt ook de humane wetenschappen nodig, zodat je bijvoorbeeld een juridisch en economisch kader hebt om dat beleid goed in te bedden.'

'Als je minder gaat investeren in hoger onderwijs, moet je ook weten wat die effecten zijn. We weten dat het hoger onderwijs ook enorm hoge returns gene­reert', zegt De Witte. 'Wanneer je dat onder­graaft zorg je op korte termijn misschien voor budgettaire ademruimte, maar schiet je jezelf als kennismaatschappij – die geen andere grondstoffen heeft dan ons menselijk kapitaal – op langere termijn in de voeten.'

Powered by Labrador CMS