artikel> Keerzijde van bruisende locatie: geen fuifzaal, dure pintjes en imagoschade

Campus Brussel: “Een mooi verhaal, maar eigenlijk maakt het weinig uit”

Studeren in een bruisende stad zoals Brussel is verrijkend. Toch spelen imagoschade, dure pintjes en heimwee naar Odisee de studenten parten.

Gepubliceerd

ID-kaart

  • 4.325 studenten
  • Bachelor- en masteropleidingen aangeboden van de faculteiten Economie en Bedrijfswetenschappen, Letteren, Rechtsgeleerdheid en Sociale Wetenschappen.
  • Academisch beheerder: Steven Vanackere

Studeren in het hartje Brussel en eindigen met een diploma van de KU Leuven? 4.325 studenten, verspreid over vier faculteiten tekenen er met plezier voor.

De locatie speelt daarbij er grote rol. “De confrontatie met andere culturen is een grote meerwaarde. In Leuven heb je dat ook meer en meer, maar in Brussel is dat toch nog steeds van een ander niveau,” vertelt Steven Vanackere, academisch verantwoordelijke voor campus Brussel.

Het internationale aspect dat een multiculturele stad als Brussel met zich meebrengt, wordt dan ook geapprecieerd door studenten. “Je leert andere culturen en andere mensen kennen. Je gaat op café in Brussel en je komt allerlei nationaliteiten tegen. De ene van Rusland, de andere van Oekraïne. Die diverse groep van mensen interessant om mee te praten. Uiteindelijk is dat internationale karakter een grote meerwaarde,” vindt Thomas Eeman, student Handelswetenschappen en voorzitter van de Algemene Studentenraad Odisee.

Zeker voor de studenten Toegepaste Taalkunde is studeren in een meertalige stad een meerwaarde, vindt Remco Sleiderink, campusdecaan Letteren. “Talen studeren waar talen gesproken worden, is een pluspunt. We hebben hier dan ook een sterke samenwerking met organisaties van Brussel. Zo voorzien onze studenten het internationale Short Film Festival van ondertiteling.”

Imagoschade

Studeren in Brussel heeft echter ook een keerzijde. “Een slecht imago is een van de grootste problemen die Brussel heeft als studentenstad. Los van de terreurdreiging wordt Brussel geassocieerd met vreemdelingen en nu ook met vluchtelingen,” vertelt Eeman.

De voorzitter hoopt aan het imagoprobleem te werken, maar nuanceert de problematiek. “We moeten realistisch blijven, Brussel is een hoofdstad. In New York heb je gelijkaardige problemen.”

Dat imagoprobleem is bovendien uitvergroot door terreurdreigingen na de aanslagen in Parijs. De campus Brussel moest daardoor enkele dagen dicht. Academisch beheerder Steven Vanackere vindt de focus op Brussel overdreven. “Mensen zijn terecht bezorgd over terreurdreigingen, maar we weten allemaal dat iemand met slechte bedoelingen evengoed een half uur verder kan fietsen om daar een aanslag te plegen.”

Centjes

Niet alleen terreurdreiging, maar ook duurdere prijzen zijn een minpunt aan studeren in een hoofdstad. “Een pint op de markt in Brussel is duurder dan op de markt van Leuven of Gent,” zegt Eeman.

Het gebrek aan een fuifzaal is eveneens een probleem. Het huren van zaaltjes boven cafés is immers duur en die meerkost moeten de organisaties doorrekenen aan de studenten. Maar die broodnodige fuifzaal is wel onderweg, zo verzekert Eeman ons: ”Pascal Smet heeft in zijn actieplan voor Brussel een fuifzaal voor studenten ingeschreven.”

Odisee of KU Leuven?

Vele studenten aan campus Brussel hebben zich nog ingeschreven aan de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB). Ze voelen zich nog niet allemaal volledig KU Leuven-student. ‘Het is geen geheim dat studenten aan onze campussen nog steeds naar zichzelf verwijzen als Odisee-studenten,” bevestigt Vanackere.

Veel is er niet veranderd voor studenten. “De docenten zijn overgenomen en we zitten in dezelfde gebouwen. Nu noemen ze het KU Leuven en voor mij is dat zeker geen probleem. Het is een mooi verhaal, maar eigenlijk maakt het weinig uit,” verklaart Eeman. “Uiteindelijk ben ik er wel trots op KU Leuven-student te zijn. Als is de theorie een iets mooier verhaal dan de praktijk” besluit de voorzitter.

Voor de studentenvertegenwoordiging, moeten de studenten op campus Brussel terugkoppelen naar de facultaire overlegorganen. “Theoretisch zit dat systeem perfect in elkaar, maar de transportlast is een belangrijk obstakel,” vindt Eeman.

Digitale alternatieven zijn vooralsnog niet zo efficiënt aldus Eeman. Toch is de voorzitter positief: “Echt belangrijke agendapunten worden altijd wel opgevolgd, dus uiteindelijk werkt het wel.”

Powered by Labrador CMS