recensie> Een uitgerekt zelfmoordlijn-promofilmpje

IFTf Wina: 'Luister (niet) naar me!'

Wina serveert tijdens het Interfacultair Theaterfestival grensoverschrijdend gedrag, zelfmoordgedachten en veeleisende ouders op een ongekruide schotel: wij happen niet toe.

Gepubliceerd

Cast:

Personages

Anne-Lise De Soete: Evy, moeder

Amber Immers: ober

Lisa Vandeweyer: David

Christoph Verstraeten: Nick

Art Willems: vader

en hun Gedachten

Linde De Jong: Davids positieve gedachten

Amos Nicodemus: Nick, vader

Bo Vranken: Evy, ober

Ren Wolter: Davids negatieve gedachten, Moeder

Auteur: Michaël Liefsoens

Regie: Michaël Liefsoens

Productie: Anne-Lise De Soete, Ren Wolter en Michaël Liefsoens

Techniek: Stijn Caerts en Lucas Levrouw

Muziek en componist: Dries Beheydt

Speciale dank aan: Ludo Antheunis, Dries Beheydt, Lucas Levrouw, Marc Liefsoens, Anja Paulissen, Kristien Van Heghe, Isabelle Sprenger

De Koelisse vult zich maandagavond 25 april met voornamelijk enthousiaste Winezen, klaar om een nieuwe week cultureel in te zetten. Michaël Liefsoens, auteur en regisseur van dienst, leidt zijn eigenste creatie Luister (niet) naar me! in door te vermelden dat het merendeel van de acteurs weinig tot geen ervaring heeft. Een onheilspellende voorbode voor de rest van de avond.

Liefsoens waarschuwt het publiek ook voor de thema's die het stuk behandelt: seksueel misbruik, depressie en zelfmoord. Toch zouden we ons mogen verwachten aan een vleugje humor. Een gedurfde combinatie voor een zelfgeschreven script.

Kinderspel

David (Lisa Vandeweyer) vertrekt als kersverse student naar Leuven en neemt daarbij tijdelijk afscheid van haar beste vriend Nick (Christophe Verstraeten) die zijn laatste middelbare schooljaar moet herstarten. Tijdens een avondje stappen wordt ze seksueel misbruikt en tuimelt nadien in een negatieve spiraal. Ze weet dat ze geen steun zal vinden bij haar emotioneel onbereikbare ouders en sluit zich geleidelijk aan af van haar vriendenkring.

Het stuk neemt de vorm aan van een educatieve toneelvoorstelling

Op het podium worden de personages vergezeld door hun gedachten. Die moeten Davids innerlijke tweestrijd uitbeelden of een inkijk geven in het hoofd van de verlegen Nick, hetgeen een goed script en sterke acteurs al duidelijk zouden moeten kunnen maken zonder een visueel hulpmiddel.

Naar het tweede deel toe neemt het stuk meer en meer de vorm aan van een educatieve toneelvoorstelling voor jongeren die enige bijsturing kunnen gebruiken. Toneelgewijs 'leren we' hoe een leefwereld eruit ziet waarin depressieve gedachten de touwtjes in handen hebben.

Clichés

In zijn nobele queeste om seksueel grensoverschrijdend gedrag en diens gevolgen uit de taboesfeer te rukken, vergeet Liefsoens de vriendschap tussen de hoofdpersonages uit te werken. Een flauw statement als 'Ik ben jouw beste vriend' moet het publiek ervan overtuigen dat Davids band met Nick het enige is dat haar van de teloorgang kan redden. Het adagium van show, don't tell blijft volledig in de vergeetput liggen en de gepamperde kijker hoeft zo geen al te zwaar denkwerk te verzetten.

Wanneer de twee eindelijk herenigd zijn, volgt een onhandig gesprek over blessures en hangt het misbruik als een donderwolk boven hen. Voor veel steunfiguren blijft het moeilijk om de juiste woorden te vinden, maar dat het anderhalf jaar duurt vooraleer Nick de moed bijeenraapt om er écht voor David te zijn en hij vervolgens in clichés vervalt, was het wachten niet waard.

We blijven zelfs niet meer op onze honger zitten; we verliezen onze eetlust

Ook de moeizame band tussen David en haar stereotiep veeleisende ouders die enkel academische goedkeuring kunnen geven, voelt aan als vakjes aanvinken. De acteurs die de ouders spelen zoeken de ridicule limieten op, wat net de impact die zo'n slopende ouder-kind relatie kan hebben op een jong persoon banaliseert.

En het was allemaal een droom

Niet het oneindige ijsberen of het theatrale grijpen naar de haren, maar het moment waarop Vandeweyer stil het publiek aankijkt met een gepijnigde blik, weet ons te raken. Van alle onwennigheid en houterige houdingen die de revue passeren, flaneert zij met de meeste zelfzekerheid over het podium.

De beginnende acteurs kunnen we evenwel niet alles kwalijk nemen, want het is vooral het script dat de bal mis slaat. De zichtbare stress en de wil om niet over de tekst te struikelen, zijn eigen aan het amateurtoneel. De slapstick-momenten zijn goed gebracht en krijgen de lachers op de hand, maar horen gewoon niet thuis in een dergelijk stuk.

Wanneer Sia echter voor de vierde keer door de boxen weergalmt en een 'het was allemaal een droom'-moment volgt, blijven we zelfs niet meer op onze honger zitten; we verliezen onze eetlust. Een Ingeborgesque peptalk later, vol oneliners waar onze tenen van gaan krullen, sluit het gordijn. De Winezen gaan naar huis met goede intenties, een prijs staat hen desondanks niet op te wachten.

Powered by Labrador CMS