DE LEGENDE CHANTAL MATHIEU

Dokter Chantal Mathieu: 'Ik wilde absoluut verpleegkundige worden'

Chantal Mathieu wordt onder studenten Geneeskunde gezien als een echte legende, maar vindt ze dat zelf wel?

Gepubliceerd
Leestijd: 5 min

De Legende >

Er komt een moment waarop je reputatie zich gestaag en genadeloos verspreidt en zich aan je vast beitelt. Dat is het moment waarop je een legende wordt. In deze reeks voelen we verschillende befaamde professoren aan de tand. Wie zijn ze? Wat doen ze? En wat drijft hen? Lees hier alle afleveringen terug.

Wanneer we de afdeling binnenwandelen, merken we al snel waar het kantoor van Chantal Mathieu ligt. Versierd met vlaggetjes, eindeloze foto's en tekeningen van haar kleindochter: professor Mathieu houdt niet van saai. In het midden van al die pracht en praal vind je haar grote rode stoel met een strik: 'Iedereen die deze ziet, weet dat dit mijn kantoor is', vertelt ze al lachend. 

Of ze een legende is? Daar is ze zelf niet zeker van: 'Ik ben zeker geen legende als je bedoelt dat ik de slimste van de hoop ben. Misschien ben ik wel een legende in een rolmodel zijn voor meisjes of met mijn grote mond. Als dat een legende is, dan ben je aan het juiste adres.'

Waarom koos de achttienjarige Mathieu voor Geneeskunde?
Chantal Mathieu:
'Als kleutertje ging ik graag op pad in de tuin en het bos. Als er daar een dood dier lag, dan was ik daardoor gefascineerd. Mijn nichtje wilde toen verpleegkundige worden en dan peuterden wij wat rond.' 

'De andere reden begint bij mijn grootmoeder, zij was een hand verloren door een ongeval. Ik ging dan meestal mee naar infodagen voor gehandicapten. Ik ben dus opgegroeid in een zorgend systeem.' 

'Die combinatie van geïnteresseerd zijn in beestjes en een zorgende opvoeding heeft ervoor gezorgd dat ik eigenlijk absoluut verpleegkundige wilde worden.'

Waarom heeft u dan niet voor Verpleegkunde gekozen?
'Ik was nogal een goede leerling, niet de slimste, maar ik had goede punten in de humaniora. Iedereen zei dan ook: "Je kan toch Geneeskunde studeren."' 

'Toen ben ik dus als achttienjarige met een heel klein hartje aan Geneeskunde begonnen. Met een klein hartje, omdat er in de afgelopen vijf of zes jaar niemand van onze humaniora geslaagd was in het eerste jaar.'

'Je moet klaar zijn om veel mensen te verliezen en dat kruipt onder je vel.'

'Toen de dieren nog spraken, was het Heilig Hartinstituut in Halle een pure meisjesschool. Daar was bijvoorbeeld geen Latijn-Wiskunde, omdat men dacht dat die richting niet voor meisjes was. Op zes weken tijd hadden wij op de universiteit alle wiskunde gezien die ik ooit in mijn leven geleerd had.'

'Die confrontatie van de universiteit was heel indrukwekkend. Ik zag die mannen rond mij die Latijn-Wiskunde hadden gedaan, zij leerden geen letter voor wiskunde terwijl wij echt moesten roeien. Het was dus een grote verrassing toen we met vier van de vijf in eerste of tweede zit geslaagd waren.' 

'Sindsdien werden we ieder jaar uitgenodigd in de humaniora om te komen spreken over Geneeskunde en zijn er steeds meer meisjes gestart. Vandaar dat ik mezelf wel zie als rolmodel voor die meisjes. Ik heb het mij nooit beklaagd.' 

Wat motiveerde u om te kiezen voor endocrinologie?
'Wanneer je Geneeskunde studeert, moet je op een bepaald moment grote richtingen kiezen. De eerste grote opdeling is die van een snijdende of een niet-snijdende discipline. Na verschillende stages was het voor mij echt duidelijk: ik wil niet snijden.'

'Ten tweede was er de andere grote keuze: kies ik voor pediatrie of inwendige geneeskunde? Ik heb toen eigenaardig genoeg gekozen voor die laatste, maar het was eigenlijk een keuze tegen pediatrie. Ik werkte daar verschrikkelijk graag, maar ik kon niet overweg met de ouders. Ik vond het heel moeilijk dat ouders soms beslissingen namen voor hun kinderen waarvan je denkt: "really?"'

'Niemand mag kiezen voor het worden van professor'

'Ik werd uiteindelijk gevraagd om voor maag-darm te kiezen door de toenmalige baas van inwendige geneeskunde, professor Vantrappen. Klinisch interesseerde mij dat wel, maar het onderwerp dat hij voorstelde, maag-darmkanker, minder. Anderzijds had ik een beetje schrik dat ik met kanker wat moeilijker om ging kunnen. Je moet klaar zijn om veel mensen te verliezen en dat kruipt onder je vel.' 

'Ondertussen stond ik toevallig op de afdeling van endocrinologie en daar waren ook verhalen die mij enorm hard aanspraken: een jongeman die op 35 een massief infarct kreeg en een andere die blind geworden was door diabetes. Ik ben toen met professor Bouillon beginnen praten, mijn uiteindelijke baas en mentor. Hij vertelde me dat het een domein was dat heel hard ging evolueren met veel immunologisch onderzoek en dus koos ik uiteindelijk voor endocrinologie.'

Later bent u ook professor geworden, hoe is dat gelopen?
'Ik kom soms jonge mensen tegen die zeggen: "Ik wil professor worden." Dat is eigenaardig. Het is geen job. Professor is een titel die je bij het doen van een job krijgt.'

'Als iemand daarentegen zegt dat hij later onderzoek wil gaan doen, daarin wil excelleren en daarna lesgeven aan studenten, dan is dat al wat logischer. Je moet met je hart kiezen wat je wilt doen van 's ochtends tot 's avonds en dan komt die titel later wel. Het is die inhoud die ervoor zorgt dat je fluitend naar je werk komt. In een professor zit automatisch een profiel van onderzoek en van lesgeven. Niemand mag eigenlijk kiezen voor het worden van professor.'

Is er een bepaalde persoon uit uw carrière die eruit springt?
'Twee jonge mannen die ik leerde kennen als assistent bij endocrinologie hebben mijn leven bepaald. Een daarvan kwam uit mijn dorp, hij was in de dertig en had al een massief voorwandinfarct gehad.' 

'En dan het tweede verhaal gaat over een man in de twintig. Die mens had als hobby natuurgids. Hij werd extreem slecht opgevolgd en was blind geworden aan één oog. Ze hebben dat oog hier behandeld en hem teruggestuurd met een even slechte opvolging. Hij is teruggekomen op het ogenblik dat hij blind was. En dan denk je: "Wat? Dit kan toch niet!"'

'Zelfs als je garagist wordt, moet je het juiste vijsje kiezen.'

'Daarnaast zijn er ook twee mannen die de rest hebben bepaald. Professor Bouillon, die wilde dat ik mijn thesis bij hem schreef, maar die ook het inzicht had dat hij als endocrinoloog mij niet kon begeleiden. Hij heeft dan een andere man, professor Mark Waer (later rector van de KU Leuven, red.), erbij gehaald, bij wie ik mijn thesis heb gemaakt. Het zijn dus twee keer twee mannen geweest die eigenlijk bepaald hebben waar mijn leven naartoe is gegaan.' 

Welke raad zou u nog geven aan jonge artsen of studenten?
'Ten eerste: weet waarom je het doet. Wees ook leergierig. Ten tweede: hard en veel studeren. Don't take anything for granted. Maak er een punt van het goed te willen doen. Niet alleen naar dat examen gaan met de gedachte van "een tien is goed genoeg". Je moet het willen verstaan en goed doen. Wat studenten zich niet realiseren, is hoe droevig een slecht examen de prof maakt. Ik ben fysiek niet goed van een blaadje met zeven zinnen die op niks trekken, dan denk ik: "En jij wilt dokter worden?"' 

'Als je voor geneeskunde kiest, word je meestal arts. Als je dan niet weet wat bepaalde ziektebeelden zijn binnen endocrinologie, dan is dat respectloos tegenover de mensen die je later zal behandelen. Dan word je een van die dokters die zever verkoopt en zegt dat azijn drinken diabetes zal genezen. Ik vind dat dat hetzelfde is als je iets anders studeert: zelfs als je garagist wordt, moet je wel het juiste vijsje kiezen. Wat je ook doet, ga dat goed doen.'

Powered by Labrador CMS