'Vorig jaar hebben we als eerste team in België succesvol een zelf­rijden­de auto gebouwd'

Maandag 12 mei werd de groene, zelfrijdende auto van het Formula Electric Belgium onthuld aan het grote publiek. Die groene kleur is een doelbewuste keuze, want tijdens het ontwerpen van de auto houdt het team altijd rekening met het klimaat. 

Met die auto zal het team deze zomer meedoen aan de Formula Student Competitie, de grootste ingenieurscompetitie ter wereld. 'Elk land waar een universiteit is, doet mee', zegt Seppe Van Rossum (23), chief mechanical engineer. 

In totaal zijn er achthonderd teams, maar niet elk team mag meedoen aan de competities. Die selectie wordt al gemaakt met kennisgerichte en theoretische examens in januari. 'Van de driehonderd teams die meededen aan de examens, eindigden we op plaats tien. Dat was een heel leuk gevoel', zegt Van Rossum. 

Eerste zelfrijdende auto

Sinds kort is de autonome wedstrijd toegevoegd aan die competities, waarbij de ploegen een zelfrijdende auto ontwikkelen. Na enkele jaren te testen heeft het Belgische team vorig jaar met succes de eerste zelfrijdende auto van het land gebouwd. 

Die lijn zette het dit jaar verder. 'We zijn nog steeds het enige Belgische team dat die opdracht met succes volbrengt. Tot hiertoe toch, we weten nog niet wat dit jaar zal brengen', deelt Van Rossum mee. 

Bij autonome competities traint de auto zichzelf en kent die het circuit dus niet op voorhand. De auto moet zelf bepaalde kegels volgen, zodat hij weet waar en hoe snel hij kan rijden. 'We gaan een systeem implementeren dat de kegels herkent, en zo de lay-out van het circuit leert kennen. Het enige wat we hebben vanop afstand is een noodstop', lacht Van Rossum. 

De competities zelf bestaan uit verschillende onderdelen. Alles begint met scrutineering, een keuring waarin nagegaan wordt of de auto voldoet aan alle veiligheidsregels. Als de auto daarvoor slaagt, mag het team door naar de statische en dynamische evenementen. 'Bij statische evenementen moet je bijvoorbeeld een jury overtuigen van je businessplan of van het prijskaartje van de auto. Dynamische evenementen vinden dan weer plaats op het circuit zelf, zo is er een deel endurance, waarbij de auto 22 kilometer moet rijden. 

Het team zal deze zomer meedoen aan drie competities die telkens een week duren, in Nederland, Tsjechië en Duitsland. 'We hopen in een van de competities in de top vijf te finishen', zegt Van Rossum. 'Vooral in Nederland is dat haalbaar. Veel andere teams zien dat nog als een testcompetitie. Wij willen daar gewoon helemaal klaar staan.'

Passie voor het project

Het volledige team is een combinatie van fulltimers die ofwel een postgraduaat volgen ofwel hun masterjaar splitsen in twee, en parttimers die nog voltijds in de bachelor zitten. Maar dat is niet het enige verschil. 'De ene helft van het team is gepassioneerd door auto's en de andere helft door algoritmes en elektronica', vertelt Van Rossum. 'Maar iedereen heeft een passie voor het project.'

Dat is ook zeer belangrijk, want het kan soms hectisch en heel intensief werken zijn. 'We zijn ooit eens begonnen op zaterdagvoormiddag en hebben doorgewerkt tot de volgende zondagmiddag. Dat is zwaar, maar noodzakelijk als we ons doel willen halen', zegt Van Rossum. 'We beseffen eigenlijk niet hoeveel tijd we daarin steken, omdat het zo leuk is.'

Voor Michiel Vranken (23) is vooral het ingenieursaspect belangrijk: 'Ik hou van het ont­werpen en het design erachter. Al is de interesses voor de autosport gegroeid na verloop van tijd.' Bij Erika Belvaux (21) is het net die liefde die haar motiveerde voor het team. 'Mijn droom is om in de Formule 1 te werken en ik was op zoek naar de beste manieren om dat te doen. Negentig procent van de ingenieurs bij Formule 1 komt uit een studenten­team, dus dit is de ideale kans.'

Belvaux is het enige vrouwelijk lid uit de vier departementen die echt met de auto werken. 'Daarnaast zijn er wel nog enkele vrouwen, maar die zijn meer bezig met de sponsors en de evenementen', zegt ze. 'Al ben ik dat al deels gewoon, in mijn opleiding zijn het ook voornamelijk jongens.'