
Begin
vorige week haalde de eurosceptische partij Altenative für Deutschland opvallend
goede scores op de deelstaatverkiezingen. “Er lijkt een grote mate van
ontevredenheid over het functioneren van de democratie. De vraag is hoe we
dat kunnen verklaren,” start politicoloog Marc Hooghe zijn betoog.
In zijn
onderzoeksproject, gefinancierd door de Europese Onderzoeksraad, zoekt hij een verklaring door verschillende statistieken te vergelijken. “Je moet met een open agenda beginnen,” pleit
Hooghe. “Mijn bedoeling is niet te gaan kijken of racisme verkeerd is. Je moet
het scenario in je hoofd houden dat we overspoeld worden door migranten die
onze jobs inpikken en dat we op die manier racistisch worden. Dat lijkt echter niet het geval.”
Met
behulp van verschillende statistieken gaat Hooghe samen met zijn team van
onderzoekers de verschillende mogelijke verklaringen af: ligt onze afkeer voor
vluchtelingen aan de hogere werkloosheid of aan een hoger criminaliteitscijfer? De
rationele verklaringen worden afgevinkt, geen enkele lijkt vooralsnog passend.
Tevreden
pessimist
“Er zijn
altijd een aantal mogelijke fobieën. We hebben er geen zicht op waarom er dan telkens eentje wordt uitgepikt. Daar
zitten helemaal geen grote verhalen achter,” vervolgt Hooghe.
Dat is te wijten aan de zogenaamde negativity bias: mensen zijn graag pessimistisch. “Mensen vinden het ongeloofwaardig als iemand zegt dat het eigenlijk allemaal niet zo slecht gaat. Populisten hebben een enorm voordeel, omdat hun boodschap instinctief veel sterker is dan die van het establishment.”
"Populisten staan instinctief veel sterker dan het establishment”
Naar die reflex heeft Hooghe eerder al onderzoek gedaan. In een bevraging schatten de deelnemers de werkloosheid in België op 25 procent en het aantal inwoners geboren buiten België op 40 procent. “Daar zit dus een factor maal drie op,” corrigeert Hooghe.
Dat heeft pijnlijke effecten voor de politiek: “De gemiddelde Belg is tevreden. Als je dat in het openbaar durft te zeggen, word je kwaad bekeken, omdat het lijkt alsof je problemen miskent. Politici laten zich daar makkelijker in meedrijven, want zij moeten meegaan in dat sentiment. Ik heb daar als wetenschapper geen last van.”
Onder controle
Hooghe maakt een duidelijk onderscheid tussen sociaal-economische problemen en migratieproblemen. “De bevolking reageert emotioneel veel heftiger op migratie. De Europese samenleving kan 1 miljoen vluchtelingen aan, maar er zit ergens een irrationele angst voor het onbekende.”
Hooghe heeft zelf al ondervonden dat het anders kan. In Canada zag hij televisiereportages over hoe buurten hun gevluchte Syriër welkom heetten: “De perceptie is er anders, onder meer door de geografische ligging," zegt hij. "Zij hebben vluchtelingen laten overvliegen en hebben dus meer het gevoel dat ze het onder controle hebben.”
"In Canada lieten ze vluchtelingen overvliegen en leek er meer controle"
Hooghes onderzoek focust zich niet op een concreet eindresultaat, al geeft hij wel al aanzetten voor toekomstige onderzoeksprojecten: “We zouden moeten kijken naar hoe we de procedures van de instellingen kunnen bijstellen zodat burgers zich opnieuw betrokken voelen en zo hun angst verdwijnt.”
Denkpistes zijn dan referenda en een vorm van de deliberatieve democratie, waarin burgers geïnformeerd tot een compromis proberen te komen. “De democratie blijft een compromiszoekende machine,” vindt Hooghe.
De grote beurs van de Europese Onderzoeksraad maakt zijn onderzoek mogelijk. “In België zijn de beurzen kleiner, waardoor je meer projectmatig te werk gaat. Een grote beurs en de vrijheid die daarmee gepaard gaat, zorgt ervoor dat je grote theoretische vragen durft te stellen, waarbij een onderzoeksresultaat niet altijd gegarandeerd is.”
De toekomst van morgen wordt steeds vaker bepaald door het onderzoek van vandaag. Tijd om te kijken wat de knappe koppen van deze universiteit onder de loep nemen.