recensie> Monoloog veroordeelt meer dan hij verbindt

Recensie monoloog 'Wij'

De Nederlandse theatermaakster Laura van Dolron roept in haar monoloog 'Wij' op om open te staan voor de ander. Helaas wordt die boodschap overschaduwd door haar eigen negativiteit.

Gepubliceerd

Lees ook de recensie van het vorige stuk van stand-upfilosoof Laura van Dolron.

‘Ik stel me voor dat iemand een pistool tegen mijn hoofd zet en zegt: wie zijn jullie’, begint Laura van Dolron haar monoloog. Tijdens de hele voorstelling geeft ze dergelijke voorbeelden: een pistool tegen je slaap, een veilig bed als een eiland in de wereld, het eindeloze zappen om maar niet te hoeven nadenken. De zinnen blijven even hangen, maar vormen hoogstens een vluchtig beeld. Het zou kunnen dat het sobere decor, met alleen een zwarte stellingkast met een paar voorwerpen, het er erger op maakt.

Het zijn geen spannende irritaties

Ook Van Dolron is volledig in gedekte kleuren gekleed. Misschien was het de bedoeling om het beeld neutraal te laten, om de fantasie van het publiek te prikkelen. Maar met gebrek aan veel beeldtaal of echt acteerwerk staat er uiteindelijk te weinig op de planken en blijft het wapen uit de eerste zinnen een luchtpistool. Het spel van wij, jullie en zij is soms echt grappig. Vaak is het echter niet meer dan een spel.

Emoticons en nee-zeggers

Laura van Dolron ergert zich aan Facebook, emoticons en nee-zeggers. Mensen zouden allemaal gelijk zijn in het gevoel dat ze uniek zijn. Het zijn geen spannende irritaties en ze worden bovendien zelden verrijkt met een interessante observatie. Kritische toeschouwers zet ze alvast een hak: ‘als je bij iets denkt dat het voor jou niet geldt, moet je maar bedenken dat iedereen in de zaal dat ergens over denkt vanavond.’ Hoewel het voor een deel verbindend bedoeld zal zijn, komt het een beetje pinnig over.
Tegen het einde van de voorstelling komen de verlossende woorden: ‘Eigenlijk ben ik ook een nee-zegger.’ Van Dolron geeft toe dat ze in sommige opzichten weinig openstaat voor wat anderen doen en dat zijzelf ook ‘zij’ en ‘jullie’ zegt als het te ingewikkeld wordt. Echte zelfspot is het nog niet, maar de zelfreflectie maakt de voorafgaande stroom aan kritiek draaglijker.

Op het moment dat het persoonlijk wordt, raakt ze echt aan filosofische vraagstukken

De tekst zet bij vlagen wel aan tot denken. Zo leert Van Dolrons dochter van anderhalf elke dag een nieuw woord, en elke dag komt ze daarmee verder van de echte dingen af te staan. De vraag op welke dag het meisje zich woorden als ‘Holocaust’ en ‘depressie’ eigen zal maken, doet een rilling door de zaal gaan. Als de theatermaakster buitenstaanders observeert, blijft de voorstelling vrij vlak. Op het moment dat het heel persoonlijk wordt, raakt ze pas echt aan filosofische vraagstukken.

Laura van Dolron is een prettige verschijning, fijn om naar te kijken en luisteren. Het is interessant als ze haar warme, liefhebbende kant de ruimte laat. Maar het stuk mist net de spanning en variatie om er meer van te maken dan een goed geschreven, en iets te negatieve, speech.

Powered by Labrador CMS