artikel> Geldstromen aan de KU Leuven (2): onderzoek

Waar gaat het onderzoeksgeld van de KU Leuven naartoe?

Naast een lichtbaken van onderzoek en onderwijs kan de KU Leuven best beschreven worden als een gigantische machine. De brandstof? Geld, natuurlijk. Alloceren is troef, maar vooral ook zeer moeilijk.

Gepubliceerd

Jaarlijks geeft de KU Leuven universiteit heel wat geld uit om fundamenteel en strategisch onderzoek te financieren. In 2014 bedroegen de onderzoeksuitgavenongeveer 426.499,60 euro. Waar haalt de universiteit dat geld vandaan ?

Interne fondsen

Binnen de KU Leuven wordt een onderscheid gemaakt tussende onderzoeksfinanciering uit interne en externe fondsen. Die eerste groepvertegenwoordigt zo’n 20% van het totale budget dat jaarlijks wordt besteed aanonderzoek. De interne fondsen zijn onderzoeksfondsen binnen de universiteitzelf. Het gaat om Vlaams overheidsgeld dat de KU Leuven zelf mag beheren enhiermee haar eigen onderzoeksbeleid kan uitstippelen. Het is de bedoeling datde steun uit de interne fondsen een hefboom vormt om bijkomende financieringuit externe fondsen te verwerven. De twee belangrijkste fondsen binnen deze groepzijn het BOF en het IOF.

1. BOF (Bijzonder Onderzoeksfonds)

Het BOF is de grootste speler binnen deinterne fondsen en bedraagt ongeveer 16% van het totale onderzoeksbudget. In2014 betekende dat 69.377.000,90 euro. "Dit fonds legt zich specifiek toe op hetondersteunen van fundamenteel basisonderzoek," licht Liliane Schoofs toe, vicerector Onderzoek van de KU Leuven.

Slechts 16% van de ingediende projecten ontvangt effectief steun

Erg opvallend is het lage slaagpercentage van de ingediende aanvragen. Slechts 16% van de ingediende projecten zal ook effectief steun ontvangen. Het ziet er zelfs naar uit dat die kritische grens in de toekomst nog zal dalen tot 14%. "Deze percentages zijn zeer laag, ook in vergelijking met internationale slaagcijfers," zegt Johan Tollebeek, decaan van de faculteit Letteren aan de KU Leuven. "Dat vormt een erg groot probleem, niet alleen voor de faculteiten maar voor de gehele universiteit."

2. IOF (Industrieel Onderzoeksfonds)

Het overige deel van de interne fondsen is afkomstig van het IOF. Met 2% van het totaalbudget is het één van de kleinere, maar niet minder belangrijke steunfondsen van universitair onderzoek. Hier ging het 2 jaar geleden om een uitgave van 8.462.000,92 euro.

"Het financieringsmodel zal leiden tot aanvraagmoeheid"

Johan Tollebeek, decaan faculteit Letteren

Het IOF heeft een dubbel doel. Enerzijds wil het fonds de wisselwerking tussen de universiteiten en het bedrijfsleven stimuleren. Anderzijds hechten ze veel belang aan de valoriseerbaarheid van het onderzoek, waarbij ze vooral inspelen op de industriële vraag.

Het IOF en het BOF hanteren hetzelfde selectiesysteem. De ingezonden projecten worden onderverdeeld in één van de drie categorieën: fundamenteel basisonderzoek, strategisch basisonderzoek of onderzoek met sociale en economische impact. "Op die manier komt iedereen aan bod," vertelt Schoofs.

De projecten worden doorgestuurd naar een aantal reviewers die elk hun commentaar doorgeven aan de raad van experten. "Deze raad bekijkt dan alle commentaren en rangschikt alle inzendingen. Zo beslist ze of een project al dan niet financierbaar is," aldus Schoofs.

"De KU Leuven zal nooit bewegen, net zoals de UGent nooit zal bewegen, als de anderen niet mee oversteken"

Johan Tollebeek, decaan faculteit Letteren

Externe fondsen

De tweede groep binnen de onderzoeksfinanciering zijn de externe fondsen. In die groep zit zowel steun van de Vlaamse als de federale overheid. Ook de financiering door Europa en de privésector behoren tot de externe fondsen. Die groepering vertegenwoordigt een groter bedrag dan de interne fondsen, namelijk zo’n 80% van het totale onderzoeksbudget. De belangrijkste spelers komen aan bod.

1. FWO (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek)

Het FWO staat in voor ongeveer 20% van het onderzoeksgeld aan de KU Leuven, ofwel €90.269.000,08 euro in 2014. Het FWO concentreert zich vooral op fundamenteel en strategisch basisonderzoek. Daarnaast streeft het ook naar een betere samenwerking tussen verschillende Vlaamse universiteiten. Ook dat fonds hecht belang aan de valoriseerbaarheid van het ondersteunde onderzoek.

Ook bij het FWO constateren we dat het slaagpercentage rond de 15% schommelt. "We moeten ons afvragen of dit louter op competiviteit gebaseerde financieringsmodel wel het ideale is," vindt Tollebeek. 'Want uiteindelijk zal dit leiden tot aanvraagmoeheid."


14% van de externe fondsen komt uit overheidssteun

Meer en meer onderzoekers dienen namelijk geen dossier in door dit percentage. Zo'n dossier is heel tijdsintensief en de kans op financiering erg laag. "Maar de KU Leuven zal nooit bewegen, net zoals de UGent nooit zal bewegen, als de anderen niet mee oversteken."

2. Federale overheid

Ook onze Belgische overheid is een belangrijke sponsor op gebied van universitair onderzoek. Jaarlijks haalt de KU Leuven 14% van haar totaal te besteden budget uit federale overheidssteun.

3. Europa

Onze Leuvense universiteit kan ook op Europese steun rekenen. Deze financiering is verdeeld over verscheidene Europese projecten en is dan ook zeer gedifferentieerd. In totaal is deze steun goed voor zo’n 9%. In 2014 bedroegen de uitgaven hier €36.626.000,75 euro. Europa maakt gebruik van dezelfde categorieën van onderzoek als het BOF en het IOF. De financiering die Europa voorziet, is slechts weggelegd voor een beperkt aantal onderzoekers.

"Dat gaat om zeer grote bedragen, van 1 tot 3 miljoen euro per aanvraag. Veel meer dus dan we zelf kunnen geven," vertelt Schoofs. Opvallend is dat Europese steun slechts in geringe mate aan onderzoek binnen de Humane Wetenschappen wordt toegewezen. "Europa wil natuurlijk onderzoek dat in sterke mate valoriseerbaar is," verklaart Tollebeek. "Dat is de economische logica waarbij onderzoek leidt tot innovatie en innovatie moet leiden tot economische inzetbaarheid."

"Het is vaak goedkoper voor bedrijven om dergelijke projecten uit te besteden"

Liliane Schoofs, vicerector Onderzoek KU Leuven

4. Privésector

De privésector vormt de belangrijkste partner voor de KU Leuven, goed voor bijna 28% van de uitgaven. In 2014 was deze goed voor €119.180.000,37 euro en de cijfers tonen aan dat dat bedrag in de toekomst nog zal toenemen. Het gaat hoofdzakelijk om contracten met de industriële sector.

"Het gaat meestal om een technologie ontwikkeld aan de universiteit waar een bepaalde industrie niet over beschikt. Vaak is het ook goedkoper voor bedrijven om dergelijke projecten uit te besteden," aldus Schoofs.

Soms gaat het ook om een groot onderzoeksproject waarbij er een nauwe samenwerking is tussen de KU Leuven en een bepaald bedrijf. In het verleden gebeurde dat bijvoorbeeld al bij Omega Pharma en Janssen Pharmaceutica.

Powered by Labrador CMS