splinter> Splinter

Koester de stilte

‘Je weet pas wat je mist als je het kwijt bent.’ Een cliché als een huis, aldus Arne Van Lautem, maar wel een dat hij bewaarheid zag worden op 17-jarige leeftijd, toen de stilte plots verdween.

Gepubliceerd

De Splinter bevat de mening van de auteur. Ze bevat niet de mening van de redactie.

Op een warme zomerdag in juni 2011 stond ik op het punt om een festivalweide in Antwerpen te betreden, toen ik mijn toenmalige vriendin in een badinerende vlaag sms’te: ‘Morgen zit ik d’office weer met een tuut opgezadeld.’ Wist de naïeve ik veel dat mijn woorden profetisch zouden blijken. Ironie snelt een mens soms vooruit.

Wat ik voorheen als een onomatopee beschreef, kreeg na raadpleging van dokter Google plots een naam: Tinnitus. Tinnitus, ook wel bekend als oorsuizen, fantoomgeluid of kortweg ‘T’, is het waarnemen van een geluid, zonder dat er in de omgeving een geluidsbron aan te wijzen is. Dat geluid kan zowel in vorm als in sterkte variëren; de ene hoort een aanhoudend gepiep, de andere een voorbijrazende trein. Sommigen horen het onophoudelijk, anderen alleen wanneer het muisstil is. Naar schatting heeft in België 10 tot 30% van de bevolking er last van. 5% ervaart ernstige hinder. Tinnitus is geen griepje of verkoudheid. Tinnitus is doorgaans voor altijd: ‘Je moet er mee leren leven.’ Mijn wereld stortte in na het lezen van die onheilspellende woorden, en zou nadien ook nooit meer hetzelfde zijn.

Binnen een maand blaast, of eerder ‘ruist’, mijn tinnitus acht kaarsen uit. De sensibilisering rond het thema is – ik volg het op de voet – in de loop der jaren fel verbeterd. Fora als ‘De tuut van tegenwoordig’ werden uit de grond gestampt door moedige mensen. Tinnitus heeft gelukkig aan bekendheid gewonnen. En toch heb ik het gevoel dat het een ondergesneeuwd probleem blijft. Ik kruis op mijn pad nog steeds studenten die het volume van hun oortjes dermate luid hebben staan, dat iedereen in de buurt kan meeluisteren. Ongelofelijk maar waar. De wetenschap boekt vooruitgang, maar staat niet ver genoeg om een medicijn te vermarkten dat het geluid doet wegebben. Voorlopig zijn psychologen en therapeuten de enigen die soelaas kunnen brengen. Stilte brengen zit er niet in, een luisterend oor bieden wel. Soms is dat genoeg, maar niet altijd.

Tinnitus die resulteert uit gehoorschade is een te voorkomen euvel. Op maat gemaakte oordoppen aanschaffen is een goed begin. In Leuven alleen zijn er op een zakdoek vier verschillende hoorcentra gevestigd. Gehoorbescherming is onbegrijpelijk duur, dat wel, maar het weegt op tegen de offers die je moet brengen om met tinnitus te leren leven. Mij kostte het vier psychologen, tonnen steun uit mijn omgeving en – na lang beraad – pillen om te staan waar ik nu sta: het geruis niet langer te bekijken als een indringer. Hoewel het op mindere dagen nog steeds aanvoelt als vechten tegen de bierkaai, heb ik de tinnitus een plaats kunnen geven.

Ik vergelijk de moeilijke momenten altijd met die befaamde scène uit The Silence of the Lambs: opgesloten zitten in een put, terwijl je lijdzaam moet toekijken hoe boven je het leven gewoon doorgaat, met als enige metgezel dat eeuwige geruis. The Silence is ook voer voor mijn slotsom: draag zorg voor je oren, draag gehoorbescherming wanneer het moet, en laat die oortjes en hoofdtelefoons af en toe voor wat ze zijn. Het verdict is per slot van rekening hard: na ieder avondje Oude Markt wordt minstens één student wakker met een geluid dat niet afkomstig is van zijn of haar wekker. We leven in een maatschappij waarin alles beter, sneller en luider lijkt te lopen. Stilte is een erg ondergewaardeerd goed. Koester ze.

Powered by Labrador CMS