INTERVIEW WOUTER DRUWÉ
Professor Wouter Druwé op weg om priester te worden: 'Ik ga niet plots mijn college als catechese invullen'

Donderdag wordt professor Romeins recht en Rechtsgeschiedenis (KU Leuven) Wouter Druwé tot diaken gewijd, in voorbereiding op het priesterschap. 'In moeilijke tijden is geloof een plaats waar je zekerheid, stabiliteit en steun vindt.'
In de weken waarin de Katholieke Kerk plots in de aandacht stond met een nieuwe paus, wordt professor Romeins recht en rechtsgeschiedenis aan de KU Leuven tot diaken gewijd, een stap verwijderd van het priesterschap. 'Maar het speelde bij mij al langer', vertelt Wouter Druwé, wanneer we hem opzoeken op zijn kantoor.
'Maar omdat ik toen nog vrij jong was en het ook geen evidente tijden waren voor de Kerk, heb ik met veel plezier eerst Rechten en Theologie gestudeerd.' Toch sloop zijn geloof meermaals binnen in zijn studie aan de universiteit. 'Tijdens mijn studies ben ik catechese beginnen geven en maakte ik deel uit van een parochieteam. Mijn doctoraat in de rechten heb ik bovendien gecombineerd met de studie Kerkelijk Recht.'
'De KU Leuven is ingebed in de katholieke gemeenschap. Maar daarom zijn we nog geen uitvoerende arm van de kerk'
Zijn roeping beleefde Druwé echter niet als een mystiek moment, het was een combinatie van elementen die maakte dat hij zich tot het priesterschap geroepen voelde. 'Die aantrekking gaat dan over een geborgenheid in de kerk en het zich thuis voelen in een leven van gebed. De activiteiten die ik al in de kerkgemeenschap had gedaan bevielen me bovendien, waardoor ik me hierin verder wilde engageren.'
Professor op de schoolbanken
Maar hoe ziet zo'n engagement binnen de Rooms-Katholieke Kerk eruit? Bij clerici, dat zijn de dienaren van erediensten, zijn er drie graden om te doorlopen, legt Druwé uit: het diaconaat, het priesterschap en tot slot de wijding tot bisschop. Iedereen die kandidaat-priester is, is eerst minstens zes maanden diaken. Tijdens de woorddienst verkondigen ze het woord en tijdens de altaardienst bereiden ze de tafel voor.
'Om diaken te worden volg je een opleiding', legt de professor uit. 'Je moet een basis in de filosofie en theologie hebben, waarna je een stage loopt.' Druwé organiseerde tijdens zijn stage bijvoorbeeld activiteiten met de buitenlandse priesters van het bisdom Antwerpen. Daarnaast werkte hij mee op de pastorale diensten in het UZ Leuven en in de Leuvense gevangenissen. 'Als professor vielen deze opdrachten te combineren met mijn voltijdse opdracht.'
Geloof en wetenschap
Maar hoe vult Druwé zijn geloof in? 'Fundamenteel is geloof voor mij vertrouwen. We mogen veel ontvangen en we kunnen bouwen op God als een dragende kracht.' Volgens het godsbegrip van Druwé laat God een persoonlijke relatie toe. 'Hij is een persoonlijke God met wie je in relatie kan treden.'
Waar religie en wetenschap soms tegenover elkaar worden gezet, is dat voor Druwé zeker niet het geval. 'Ik ga zeker niet plots mijn college als catechese invullen', lacht hij. 'In mijn onderzoek pas ik de algemeen geldende regels van de wetenschap toe.'
Religie en wetenschap zijn voor hem vooral verschillende manieren om naar de wereld te kijken. 'De biologie zal ons bijvoorbeeld leren dat we uit verschillende cellen bestaan, en dat wanneer je sterft, deze uit elkaar zullen vallen. Religie kijkt met een andere blik. We zijn ook personen met een ziel die de pure lichamelijke realiteit overstijgt. In die zin staan de twee niet tegenover elkaar.'

Druwé beseft dat een grote groep studenten vrij onverschillig staat tegenover geloof. Toch lijkt die trend zich te keren. Zo toonde Amerikaans onderzoek aan dat Gen Z terug even gelovig is als vorige generaties. Volgens theologen kan die trend zich ook bij Belgische jongeren afspelen, iets waar Druwé zich zeker bij aansluit.
'Er is een kleine, maar groeiende, groep studenten die open staat voor religie en met geloof bezig is', zegt hij. 'In moeilijke tijden is geloof ook een plaats waar je zekerheid, stabiliteit en steun vindt. Maar natuurlijk laat ik iedereen de vrijheid om hun eigen weg daarin te zoeken.'
De 'K' in KU Leuven
Druwé is kerkjurist, en bovendien aan de KU Leuven. Af en toe duikt toch nog de vraag op wat die 'K' in KU Leuven daar nog staat te doen. Maakt de KU Leuven op dat vlak dan het verschil? 'In Vlaanderen zijn er universiteiten waar religie eerder wordt beleefd als een private kwestie. Daar zou ik het moeilijk mee hebben. Ik ben blij dat er aan de KU Leuven open over geloof gesproken kan worden, zonder dat iets wordt opgedrongen.'
'De "K" in KU Leuven staat voor mij dan ook voor het feit dat we ingebed zijn in en een kritisch denkcentrum zijn voor de katholieke gemeenschap. Maar we zijn daarom nog geen uitvoerende arm van de kerk. We vertrekken vanuit een christelijk maatschappijbeeld, bijvoorbeeld door heel sterk in te zetten op KU Leuven Engage (een platform dat toelaat om je studies te combineren met een engagement, red.). Een universiteit moet er niet alleen zijn voor de elite, maar ook voor de zwakkeren in de samenleving.'
De KU Leuven is natuurlijk ook een universiteit ingebed in de samenleving, merkt hij op. 'Als de samenleving seculariseert, dan seculariseert de KU Leuven mee. Het is uiteraard, en gelukkig, geen vereiste meer om gedoopt te moeten zijn om hier te mogen studeren of werken. Het is zeker niet mijn intentie om dat te veranderen', lacht hij.
Habemus papam
Nadat het conclaaf een nieuwe paus naar buiten bracht, steeg de hoop dat die de relatief progressieve lijn van paus Franciscus zou verder zetten. 'Hij lijkt erg op paus Franciscus en zal waarschijnlijk een aantal ingezette hervormingen nu ook in de kerkelijke structuren integreren. En hij is ook een kerkjurist', vertelt de professor met enige trots.
Maar daarbij moet je nooit uit het oog verliezen wat de belangrijkste opdracht is van de paus, benadrukt Druwé, en dat is het samenhouden van de hele Kerk. 'Om dat te doen moet je nu eenmaal wat betreft sommige thema's de nodige afstand houden en discretie bewaren.'
'Het is belangrijk om de rollen van clericus en docent van elkaar te blijven onderscheiden'
We moeten ons dus niet meteen aan revolutionaire veranderingen verwachten, zegt Druwé. 'Maar ik hoop wel dat Leo XIV meer ruimte laat voor subsidiariteit, waardoor bepaalde regio's van onze wereldkerk hun beleid meer kunnen variëren.'
Wel hoopt de professor dat er ook over de Kerk kan gepraat worden, zonder dat steeds weer dezelfde heikele punten worden aangehaald. 'Het is goed dat thema's als abortus, euthanasie en het homohuwelijk besproken worden, die spelen nu eenmaal sterk in de maatschappij, maar er zijn meer thema's waar de kerk iets over te zeggen heeft.'
Voor hem is het vooral belangrijk dat men op een respectvolle manier met elkaar omgaat in zulke discussies. 'De kerk is gebaseerd op een traditie die al vele eeuwen teruggaat en zich ook verder ontwikkelt. Ze heeft een bepaalde visie op thema's, en ze mag die ook uiten. De meest progressieve maatschappelijke stem volgen, is niet altijd vooruitgang. Daar mag vanuit de kerk ook een tegenstem zijn, maar altijd respectvol.'

Gevraagd naar zijn houding tegenover het homohuwelijk, benadrukt Druwé dat het burgerlijk en het kerkelijk huwelijk gewoon inherent verschillend zijn. 'Vanuit de kerkelijke leer valt een relatie tussen personen van hetzelfde geslacht niet onder de definitie van een sacramenteel huwelijk, onder meer omdat dit een openheid voor kinderen inhoudt.'
'Maar ga je mij horen zeggen dat ik tegen een burgerlijk huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht ben? Natuurlijk niet. Meer nog: ook in dergelijke relaties is Gods liefde aanwezig. Homokoppels kunnen dan ook om een kerkelijke zegening verzoeken. Een sacramenteel huwelijk is niet "beter", wel fundamenteel anders.'
Studenten op de biecht
Gelukkig moeten studenten nog niet direct vrezen om de populaire professor niet meer voor de aula te kunnen zien. 'Het diaconaat en priesterschap is een bepaalde levensstaat en niet noodzakelijk een job. 'Ik zal wellicht geen pastoor worden die eindverantwoordelijkheid over parochies draagt. Als priester krijg je een bepaalde opdracht, bij mij is die om professor te zijn aan deze faculteit.'
Kunnen studenten dan bij Druwé op de biecht gaan? 'Zolang ze niet bij mij in de les zitten, doe ik dat graag', besluit hij al lachend. 'Maar het is belangrijk om de rollen van clericus en docent van elkaar te blijven onderscheiden.'