analyse> 'Ze zijn heel nuttig en aula's lopen heus niet leeg'

Weblectures mogelijk positief in de strijd tegen handel in lesnota's

De infrastructuur voor weblectures breidt geleidelijk aan uit, maar veel proffen weigeren nog. Dit ondanks het nut voor veel studenten én de strijd tegen de clandestiene handel in lesnotities.

Gepubliceerd

Hoeveel lokalen zijn geschikt voor weblectures?

  • 65 of 19,94% van de 326 leslokalen op KU Leuven campus Leuven is geschikt voor het maken van lesopnames.
  • De spreiding over de campussen is vrij evenwichtig. Beste leerling van de klas is Gasthuisberg met 11 van de 34 leslokalen (32,25%). Ook college De Valk en de gebouwen aan de Parkstraat (Sociale Wetenschappen) scoren beide met 5 op 17 lokalen (29,41%) aanzienlijk boven het gemiddelde.
  • Aan de andere kant van het spectrum vinden we de regio Tiensestraat/campus Vesalius met slechts 4 van de 29 leslokalen geschikt voor lesopnames, netjes verdeeld onder Groep T, HIW, PSI en Vesalius met telkens dus slechts één geschikt lokaal.
  • In de Dekenstraat zijn geschikte leslokalen eerder schaars. Met 3 op 51 (5,88%) bengelen ze helemaal onderaan de lijst, maar dat is enigszins vertekend door tal van kleine leslokalen in het Instituut voor Levende Talen en het Centrum voor Levende Talen. Ook zonder hen en met alleen het Van Den Heuvel Instituut halen we met 4 op 18 (16,67%) nog steeds een karig percentage.
  • Campus Arenberg haalt een gelijkaardig percentage als de binnenstad (18,18%), maar de interne verschillen zijn groot. Zo is er geen enkel leslokaal op Arenberg II (sportkot) of Arenberg IV (Mechanica en Chemische ingenieurstechnieken) geschikt voor lesopnames. Arenberg I en Arenberg III scoren met respectievelijk 24% en 25% dan weer goed.

Bron: KULoket  

Wouter Devroe, professor aan de faculteit Rechtsgeleerdheid, biedt sinds vorig jaar weblectures aan aan al zijn studenten. 'Lesopnames zijn heel nuttig voor studenten die een les moeten missen. En als je dat goed kadert, loopt de aula echt niet leeg.'

Een bijkomend argument voor weblectures ziet hij in de strijd tegen de illegale handel in lesnota's. 'Als alle lessen online staan, dan valt de nood om dat te doen weg.' Tine Baelmans, vicerector Onderwijs, kan zich vinden in dat argument. 'Maar wie zich lucratief wil bezighouden, zal manieren blijven vinden.'

Baelmans wil weblectures niet afdwingen, ondanks hun nut voor zieke studenten en werkstudenten. Dat zou inwerken tegen de plannen voor lesdifferentiatie: weblectures gaan impliciet uit van het klassieke eenrichtingsverkeer van een hoorcollege.

'Docenten moeten los kunnen komen van het klassieke hoorcollege'

Tine Baelmans, vicerector Onderwijsbeleid

'Het belangrijkste is dat docenten daar los van kunnen komen', zegt ze. 'Het zou fijn zijn als elke docent onderzoekt of zijn of haar huidige manier van lesgeven de beste is, gegeven de huidige kennis en technologie. Dan moeten we hen niet vastklinken op één werkvorm.'

Op dit moment blijft het hoorcollege echter de favoriete lesmethode van de prof. Zolang dat zo is, zouden lesopnames toch standaard kunnen zijn? Baelmans: 'Ik hoop dat het debat rond weblectures en innoverende werkvormen in elke opleiding gevoerd wordt. Het is daarbij belangrijk dat een prof zich goed voelt in de manier waarop hij lesgeeft. Dat biedt de beste garantie op een goede interactie.'

Sociaal contact

Volgens Baelmans is de vrees voor een verlies aan sociaal contact een reden waarom docenten nog onwillig staan tegen lesopnames. Als studenten stoppen met naar de les te gaan bij weblectures – zoals vaak wordt aangenomen – krijgt de prof minder feedback over de snelheid van de les of hoe goed hij bezig is. Ook studenten onderling hebben minder contact in dat geval.

'Er zijn studies die aantonen dat de aula's niet leeglopen'

Anneleen Cosemans, hoofd Dienst Onderwijsprofessionalisering en -ondersteuning

Anneleen Cosemans, hoofd van de Dienst Onderwijsprofessionalisering en -ondersteuning, zegt dat de vrees grotendeels ongegrond is: 'Studies tonen geen systematisch verband aan tussen het gebruik van weblectures en aanwezigheid in de lessen. Meer nog: er is evidentie dat weblectures als aanvullend studiemateriaal nuttig zijn, bijvoorbeeld als een student een les gemist heeft of bepaalde moeilijke passages wil herbeluisteren. Het is belangrijk dat docenten studenten aangeven hoe de weblectures gebruikt kunnen worden bij het studeren. Het blijft vanzelfsprekend een verantwoordelijkheid van de student om goed om te gaan met het lesmateriaal.'

Het is moeilijk te bepalen of studenten een hogere slaagkans hebben bij weblectures. Cosemans benadrukt dat ze maar een instrument zijn in een leer- en studiestrategie: net zoals een handboek of slides zijn lesopnames een middel dat de student juist moet inzetten in zijn of haar leerproces.

Going digital @ KU Leuven

Digitale technologie is een beleidsprioriteit van de rectorale ploeg van Luc Sels. Dat uitte zich de voorbije jaren in de eerste plaats in een investering in infrastructuur. Op campus Leuven zijn nu 65 van de 326 leslokalen (19,94%) uitgerust met apparatuur voor lesopnames. De omslag gebeurt met een twintig- tot dertigtal aula's per jaar.

Aan de faculteit Rechtsgeleerdheid zijn weblectures soms enkel voor werkstudenten

Volgens Erik Dewaele, hoofd van de Werkplaats Audiovisuele Technieken, zit lesopnameapparatuur nu in het standaardpakket bij elke vernieuwing van een aula. 'En deze zomer doen we nog een versnelling. Dan vernieuwen we 35 aula's.'

De vraag is natuurlijk hoe vaak weblectures worden gebruikt. Wim Machiels van ICTS zegt dat vorig academiejaar een kleine 6000 weblectures werden opgenomen met hun nieuwe Kaltura-software.

Een 300-tal vakken nemen systematisch weblectures op. Bovendien zitten ze nog steeds in de lift: 'Van de start van het academiejaar tot 5 november werden dit jaar 1833 lesopnames gemaakt, tegenover 1103 in dezelfde periode vorig jaar', zegt Machiels. Opnames zeggen uiteraard niet alles. Aan de faculteit Rechtsgeleerdheid bijvoorbeeld zijn ze soms enkel voor werkstudenten.

Powered by Labrador CMS