INTERVIEW ANCHRIT WILLE

Zorgen meer uni­versi­taire diplo­ma's voor minder gelijk­heid? 'Academici zitten in een bubbel'

Kijken alle academici dezelfde richting uit? 'Ze hebben een meer liberale en kosmopolitische blik.'

'Het ideaal van gelijke kansen is erg mooi, maar in de praktijk blijkt het lastig te realise­ren', zegt Anchrit Wille, professor in de bestuurskunde. Volgens haar is een strakke scheidingslijn gegroeid tussen mensen met en zonder hoog diploma, waarvan de gevolgen bijvoorbeeld merkbaar zijn bij het ingangsexamen Geneeskunde.

Gepubliceerd
Leestijd: 4 min

Mensen met en zonder diploma leven in twee aparte werelden. Ze geven hun kin­deren andere namen, wonen in ver­schil­lende wijken en stappen al zeker niet met elkaar in het huwelijksbootje. Dat is de harde boodschap die het boek Diploma­democratie van bestuurs­­­kundigen Anchrit Wille en Mark Bovens schetst. Wille is bijzonder hoog­leraar aan de Universiteit Leiden, Bovens emeritus hoogleraar aan de Universiteit Utrecht.

Een eerste editie verscheen al in 2011, nu zorgen de auteurs voor een grondige her­werking. 'Misschien schreven we die eerste editie iets te vroeg, want onze boodschap wordt steeds relevanter', zegt Wille. De scheidingslijn die diploma's met zich mee­brengen, groeit volgens de onder­zoekster nog steeds. 

Want een enkel diploma in het hoger onder­wijs volstaat voor veel jongeren niet meer. 'Tegen­woordig moet je in het buitenland gestu­deerd hebben, een honoursprogramma gevolgd hebben en voldoende stages lopen', zegt Wille. 'En één studie is meestal niet voldoende: je moet minstens twee of drie masters op zak hebben.' 

Is dat een probleem?   
Anchrit Wille: 'Uiteraard is het goed dat jongeren expertise opdoen. Maar tegelijker­tijd tonen wij met ons boek aan dat oplei­ding­en niet politiek neutraal zijn en bijdragen tot het ontstaan van gescheiden werelden.' 

'Beleids­ambte­na­ren met een stapel diplo­ma's en internationale ervaring zorgen bij­voor­beeld niet altijd voor beleid dat aansluit bij de be­hoeften, zorgen en problemen van be­paalde groepen in de samenleving.' 

'Ze zitten in een bubbel en het is belangrijker dat zij leren om hun blik te verruimen. Juris­­ten zouden bijvoorbeeld een stage kunnen doen in wetswinkels, economen bij de schuldbemiddeling, zodat ze meer de dag-tot-dag-realiteit leren kennen.'

Zorgde het grotere aantal jongeren aan de universiteit dan niet voor meer gelijk­heid?
'Dat was oorspronkelijk het geval. Maar rond de jaren 1990 en 2000 kwam er een keer­punt. De waarde die de maatschappij aan een universitaire opleiding hecht, is toen sterk gegroeid.' 

'Je mag een opleiding niet herleiden tot wat je leert op school'

'Tegelijkertijd is het lastiger geworden om door te stromen voor jongeren met ouders zonder diploma. Hoogopgeleide jongeren komen vooral voort uit gezinnen met hoog­opgeleide ouders. Het ideaal van gelijke kansen is erg mooi, maar je merkt vlug dat die gelijke kansen er gewoon niet zijn, juist vanwege de segregatie langs opleidingslijnen.'

'Die evolutie heeft er bovendien voor ge­zorgd dat een aantal respectabele beroepen nu ondergewaardeerd zijn, zoals dat van loodgieter. Dat heeft ook psychologische gevolgen voor leerlingen die zo'n opleiding volgen: hun motivatie om bij te leren neemt af. En tussen de twee groepen is een scheiding ontstaan.' 

Het is een bekende kritiek op het Vlaamse ingangsexamen Geneeskunde. Slagen is er onvoldoende, je moet hoog scoren. Vooral kinderen van ouders die dure voor­bereidingen kunnen betalen, zouden zo geselecteerd worden.    
'Inderdaad. Dat systeem kenden we ook in Nederland. Hoogopgeleide ouders vinden het belangrijk dat hun kinderen toegang krijgen tot een goede hogere studie en zorgen bij­voor­beeld voor extra bijles. Dat leidde ook bij ons tot een race to the top, maar onder­tussen hebben we het systeem veranderd. In Nederland vindt nu een loting plaats onder alle geslaagde studenten.'

Critici zeggen dat je niet kan bewijzen dat onderwijs aan de oorzaak ligt van die ongelijkheid: ze wijzen op diepere sociale problemen.  
'Dan herleid je een opleiding tot wat je leert binnen een schoolsysteem, en mis je het bredere punt. Wij proberen vooral een ontwikkeling in de maatschappij aan te tonen: opleidingen spelen een steeds belangrijkere rol. Uiteraard zijn er nog een heleboel andere verschillen die een invloed hebben op ons gedrag.' 

Het is toch erg gemakkelijk om te zeggen dat vroeger alles beter was?
'Dat klopt. Mijn co-auteur en ik zijn onder­tussen de leeftijd van zestig jaar gepasseerd en dan is dat makkelijker om te zeggen. Er is tegenwoordig op het gebied van studenten veel verbeterd. Toen ik student was moest ik op mijn fiets naar de bibliotheek voor een kopie van een artikel en als ik een statistisch pro­gramma wilde gebruiken, dan moest ik naar de andere kant van de stad om de output op te halen.' 

'Academici houden zich sterk bezig met duurzaamheid, maar daar ligt de maatschappij niet van wakker'

'Er is dus echt vooruitgang, er zijn vandaag heel veel mogelijkheden voor toegang tot kennis. Maar we moeten ook rekening blijven houden met de rest van de samen­leving en waar we vandaan komen. Dat is wat wij proberen aankaarten.'

opening academiejaar stoet togati

Denken mensen met een academisch diploma ook anders over politiek?   
'We merken dat zij in ieder geval meer waar­dering hebben voor compromissen en de rol van experten in de politiek. Ze hebben ook een meer liberale en kosmopolitische blik. Dat wil zeggen dat ze meer belang hechten aan inter­nationale verdragen, het buiten­land en de Europese Unie. Hun vertrouwen in de NAVO en de Verenigde Naties ligt bijvoorbeeld erg hoog.' 

'Je merkt dat universiteiten met zo'n kosmo­politische blik naar de wereld kijken. Ze hou­den zich bijvoorbeeld sterk bezig met duurzaamheid of het huidige conflict in het Midden-Oosten, maar daar ligt de maat­schappij niet even sterk van wakker. Juist omdat mensen zonder zo'n diploma's vaker vanuit een nationalistisch perspectief vertrekken.' 

Dat merk je in de Verenigde Staten.    
'Inderdaad. De diplomademocratie beperkt zich echt niet tot Nederland. Je vindt ze in alle Westerse democratieën en in de VS in versterkte vorm. De scheidingslijn tussen mensen met en zonder hoog diploma zorgt bijvoorbeeld voor verschillende opvattingen rond de rechtsstaat.'

'En je merkt ook een omkering. Vroeger vertegenwoordigden vooral de Democraten de lage, praktisch opgeleide kiezers. Vandaag is dat precies andersom.' 

Terwijl vooral hoogopgeleiden in onze parlementen zitten. Is dat een probleem?   
'Het is uiteraard belangrijk dat parlements­leden herkenbaar zijn voor de bevolking. Bij elke verkiezing valt het aantal verkozen hoog­opge­leiden op. Dat kan leiden tot blinde vlekken. Bepaalde kwesties krijgen door hen veel meer aandacht en de stem van hoog­opge­leiden klinkt daarom sterker.' 

'Neem bijvoorbeeld de aanpassing van de pensioenleeftijd. Voor wie een lichter beroep heeft, zoals een universiteitsdocent, is makkelijker akkoord te gaan met een verhoging? Politici en beleidsmakers hielden aanvankelijk te weinig rekening met de zware beroepen.'

'Zo'n vertekeningen merk je ook bij beleid rond jongeren. In Nederland kregen studen­ten in een praktische opleiding lang geen introductieweek of gratis kaart voor het openbaar vervoer, zoals de studenten in een academische richting. Dat was een blinde vlek voor beleidsmakers, nu wordt daar schoorvoetend iets aan gedaan.'

Het boek Diplomademocratie verscheen bij Prometheus.

Powered by Labrador CMS