recensie> IFTf recensie: DODO GROOT of Land Zonder Ei

IFTf aMUZEment: een feestmaal dode dodo's

Als derde opvoerende ploeg van het IFTf brengt aMUZEment DODO GROOT of Land Zonder Ei van Dimitri Leue, een bizarre drama-komedie over dodo’s met een maatschappelijk relevant kantje.

Gepubliceerd

Regie: Hegeleen Kissel en Luka Geets

Techniek: Tom Geurts
Polyvalente medewerker: Cassy Cornet
PR, grafisch ontwerp, SFX: Andrea van Hooy

Cast:

Caitlin Van der Jonckheyd - Wynonna van Warwijk
Romanie Dierckx - Anna ten Grootenhuis
Luna Fabré - Josephine Joostensz Laerle
Yannis Truyen - Wolfert Hermansz
Jan Verhoeven - Jan Jansz Roobol
Luka Geets - Yolanda Willems Josephinesz
Laura Govaerts - Julia Petersz
Stefano Marangoni - Thomas Petersz
Lara Peeters - Maud van Dingen
Ludwig Lombaerts - Francois

Muziek: 

Luna Victoria Lopez - Componist en viool
Ward Bosmans - Dwarsfluit
Niels Coekaerts - Banjo
Maria Gladines - Cello
Lara Peeters - Contrabas

In DODO groot of land zonder ei landt de bemanning van schip ’t Duyfke op een onbewoond eiland. Na bijna van de honger te zijn omgekomen, kunnen de kapitein en haar matrozen zich te goed doen aan de lokale voedingsbron: de dodo. Ze krijgen maar niet genoeg van het dier en de dode dodo’s stapelen zich op. Enkel de aalmoezenier bekommert zich om het lot van de dodo’s, en de toekomst.

’t Duyfke staat onder het bevel van kapitein Wynonna van Warwijk, vertolkt door Caitlin Van der Jonckheyd, een slechtgezinde en dominante demagoog die het liefst heeft dat iedereen gewoon zwijgt en dat ook elke vijf minuten uitschreeuwt. Al vlug wordt duidelijk dat Wynonna weinig geeft om het leven van haar matrozen. Wanneer nummer 17 gestorven is en er muiterij dreigt, oppert ze om de rest af te schieten. Helaas heeft eerste stuurvrouw Anna (Romanie Dierckx) alle munitie overboord gegooid om sneller te varen.

Fabré speelt overtuigend en naturel en zet een van de sterkere acteerprestaties neer

Ook Anna blijkt een hoogst onaangenaam persoon: met een sarcastisch schouderophalen slikt ze alle woede-uitbarstingen van haar kapitein, maar ze misbruikt gretig haar hoge positie om anderen het leven zuur te maken. Jammer is dat beide personages zelden verder komen dan een typetje: een opvliegende roeptoeter en een boertige gemene cynicus. Hierdoor krijgt de dynamiek tussen beiden iets repetitiefs en oppervlakkigs.

Vernielzucht

Tegenspeler van de egocentrische Wynonna is Josephine Joostenz Laerle (Luna Fabré), de aalmoezenier die de zieken verzorgt. Als stem van de rede en van God is Josephine de enige die in opstand komt tegen Wynonna’s wrede beslissingen. Uiteindelijk komt ze ook als enige op voor de dodo wanneer het dier door de bemanning met uitsterven bedreigd wordt. Wynonna moet niets hebben van haar moraliserende inmenging en Josephine sterft in de cel. Maar niet voor ze haar punt heeft gemaakt: de zinloze vernielzucht van de bemanning en het ondoelmatig afslachten van de dodo is verkeerd en moet stoppen. Fabré speelt overtuigend en naturel en zet een van de sterkere acteerprestaties neer.

Ook Luka Geets weet als de overenthousiaste scheepsmaat Yolanda te scoren. Zich steeds onbewust van de gespannen sfeer focust Yolanda zich op wat echt belangrijk is: het openen van de deur en ervoor zorgen dat mensen stoppen haar ‘Johanna’ te noemen (‘Het is Yo-lan-da’). Met haar vlotte en beweeglijke spel en aanstekelijke vrolijkheid weet Geets het publiek meermaals een lach te ontlokken. Verder maakt contrabassist Lara Peeters zich even los van het Quintet, vijf muzikanten die het stuk vloeiend van scène naar scène gidsen, om als matroos Maud met een grappig woordenspel te tonen dat ze ook kan acteren, een welkom intermezzo dat zeer op de lachspieren werkt.

Groepsverkrachtingen zijn zelden een meerwaarde en nooit grappig

Met de tekst van Dimitri Leue wagen regisseurs Hegeleen Kissel en Luka Geets zich aan een minder klassieke tekst vol taalspel waarin muziek en dans een prominente rol spelen. Muziek werd ook in deze opvoering goed verwerkt, choreografieën werden vervangen door eerder random bewegingen. Met een minimalistisch decor - podiumelementen, twee barstoelen en wat lege conservenblikjes - bleef het stuk ver uit de buurt van amateuristisch realisme. Overgangen tussen decors werden verweven met bewegingen van de acteurs, wat scènes mooi in elkaar deed overvloeien.

Minder geslaagd waren het tempo en de structuur van het stuk. Het tempo tussen de acteurs zat vaak niet hoog genoeg waardoor de komedie stukken hun punch wat misten, gesprekken waren vaak langdradig en veel grappen gingen verloren. De eerste helft van het stuk ging slechts traag vooruit en was doorspekt met plotse energiepieken en hevige ruzies tussen personages die weinig bijdroegen. Een overdosis aan herhaling van grappen en zinnen versterkte die langdradigheid.

Valse noot

Bijzonder jammer was ook de onkritische houding ten opzichte van de brontekst. Dat de oorspronkelijk volledig mannelijke cast in deze vervangen was door drie vrouwelijke hoofdpersonages deed niet af aan de erg seksistische proporties die de tekst van tijd tot stond aannam. Aangekomen op het eiland verordent Wynonna aan Anna om haar een ‘wijf’ te zoeken, ‘een ongebruikte’. Objectiverende en denigrerende retoriek doet meermaals de ronde en resulteert in een onaangenaam Trump-momentje wanneer eindelijk een ‘ongebruikt gat’ gevonden is. Wat volgde was een ludiek bedoelde groepsverkrachting die volledig onnodig was en me eerlijk gezegd de zin ontnam om het stuk verder uit te kijken. Groepsverkrachtingen zijn zelden een meerwaarde en nooit grappig, flauwe woordgrappen over genitalia veranderen daar niets aan.

Een seksistische tekst hoeft niet tot een seksistisch stuk te leiden. Kritische regie doet soms wonderen, maar dat blijft hier nu juist achterwege. Een van de personages stelt zich vragen bij de retoriek: ‘Ongebruikt, is dat niet wat objectiverend?’. Een voorzichtige poging tot zelfreflectie, maar helaas, het is niet omdat je je eigen seksisme in vraag stelt, dat je ermee wegkomt.

Tegen het einde wordt de meer actuele en politieke dimensie van het stuk duidelijk. De dodo’s geraken in sneltempo op door de hebzucht en veronachtzaming van de allesverslindende bemanning. Een krachtige metafoor voor de huidige klimaatcrisis. Kapitein Wynonna vertolkt de stem van de schuldigen, haar tekst vloeit hier ook over in rijm, een acteeruitdaging die ze naturel brengt en die meer overtuigt dan haar geschreeuw. In een impressionante speech verwerpt Wynonna moraalridders en rechtvaardigt ze haar egocentrische wereldbeeld: de natuur staat ten dienste van de mens. Op het eiland van de dodo’s waant Wynonna zichzelf God, maar de onafwendbare zelfdestructiviteit van haar levensstijl is al te duidelijk.

Powered by Labrador CMS