REPORTAGE EXPO'S 600 JAAR KU LEUVEN
Een blik achter de expo's van 600 jaar KU Leuven: 'Een expo is visueel, anders kan je er beter een boek over schrijven'
De KU Leuven viert haar zeshonderdjarig bestaan met verschillende expo's. Zowel in de Universiteitsbibliotheek als Museum M zijn tentoonstellingen te vinden die je meenemen door de geschiedenis van de universiteit. Veto nam er een kijkje.
De KU Leuven pakt in haar feestjaar uit met tal van tentoonstellingen, zo ook met de twee expo's in de Universiteitsbibliotheek en Museum M. Met Routes naar kennis en Kennis in zicht hoopt de universiteit een blik te werpen op haar zeshonderdjarige geschiedenis.
Routes naar kennis – Universiteitsbibliotheek
De tentoonstelling in de Universiteitsbibliotheek begint op het gelijkvloers met een videofragment, een crash course van tien minuten over de geschiedenis van de universiteit. Die prelude dient als kapstok voor de bezoekers, zegt Annelies Vogels, coördinator van het curatorenteam.
De rest van de expo speelt zich af op de tweede verdieping, waar je de keuze hebt tussen drie routes: Overcome, Imagine en Explore. 'We hebben heel lang gezocht naar een rode draad doorheen het verzamelde materiaal', geeft Vogels toe.
'Er was altijd het idee van de instelling die een bepaalde route aflegt. Naast de route van de instelling wilden we in de eerste plaats de ontelbare routes van de mensen die aan de Leuvense universiteit hebben gestudeerd en gewerkt in de kijker zetten.'
De drie routes zijn op dezelfde manier opgebouwd. Je vindt er diverse voorwerpen terug, maar ook video's van professoren. Die proberen op een zo laagdrempelige manier mogelijk een blik te werpen op verschillende situaties uit de geschiedenis van onze universiteit, en slagen daarin.
'Als je je afvraagt of we een weerspiegeling zijn van de samenleving, dan is er daar zeker nog ruimte voor verbetering'
'Met die interviews willen we de gedragenheid binnen de academische gemeenschap zo groot mogelijk maken. Het idee was dat experten vanuit hun eigen domein kunnen terugkijken op die situaties uit het verleden', zegt Vogels.
Daarnaast zijn er interactieve elementen die de tentoonstelling des te interessanter maken. Zo kan je je eigen familienaam opzoeken in een archief met inschrijvingen dat teruggaat tot de beginjaren van de Leuvense universiteit. 'Die interactieve elementen zijn heel belangrijk voor de beleving van een tentoonstelling, maar ook om die kennis beter te vertalen voor een breed publiek.'
De route Overcome reflecteert over de vele struikelblokken die studenten moesten overwinnen vooraleer ze konden studeren aan de universiteit. Zo duurde het tot 1920 vooraleer de eerste vrouwelijke student zich kon inschrijven. Ook de moeilijkheden van studenten met een migratieachtergrond of uit lage sociale klassen worden er belicht.
'Die route geeft mooi het kritisch perspectief van de tentoonstelling weer', zegt Vogels. 'Het idee leeft dat we vandaag een universiteit zijn met veel diversiteit en veel internationale studenten. Maar als je je afvraagt of we een weerspiegeling zijn van de samenleving, dan is er daar zeker nog ruimte voor verbetering.'
In Imagine, de kortste route van de drie, komen vooral de vele tradities van de universiteit aan bod. Zo krijgen de toga's en het diplomapapier een centrale rol, en wordt ook de stoet der togati in beeld gebracht.
Zowel Overcome als Imagine zijn goed opgebouwd, met een duidelijk verhaal. Dat is minder het geval bij de derde route Explore. In deze route krijgen enerzijds studentenprotesten en handboeken uit nazitijden een rol, en anderzijds echte onderzoeksobjecten.
Op het eerste gezicht lijken de studentenprotesten hier niet thuis te horen, maar Vogels nuanceert. 'Voor ons is dat eerder de institutionele route waarbij je door de splitsing van de universiteit opeens een route krijgt naar Louvain-La-Neuve. Daardoor passen de protesten wel in Explore.'
Of Routes naar kennis een permanente plek krijgt, valt nog af te wachten. 'De expo als geheel permanent maken is geen optie. Maar we zijn aan het kijken hoe we bepaalde elementen, zoals de prelude, ergens een langer leven kunnen geven.'
Kennis in zicht - M Leuven
Waar Routes naar kennis een duidelijke structuur volgt, doet Kennis in zicht dat niet. Er is haast geen opbouw in de tentoonstelling, waarvoor de vele thema's eerder lukraak gekozen lijken.
'Dat heeft te maken met de structuur van het gebouw en haar wayfinding', legt Vogels uit. 'Bezoekers die eerst de Alicja Kwade-tentoonstelling bezoeken, komen vooral binnen via de andere zijde van het gebouw, en beginnen daardoor eigenlijk met de laatste zaal.'
De tentoonstelling beoogt het verhaal te vertellen van hoe kennis verzameld en doorgegeven werd. In realiteit komen die verhalen niet tot uiting. Meer uitleg over de verschillende objecten zou helpen als leidraad.
Ook hiervoor verwijst Vogels terug naar de aanpak van het museum. 'Voor het museum moeten de objecten vooral voor zich kunnen spreken, maar ik snap dat sommige mensen behoefte hebben aan meer uitleg of hun weg naar de audiogids niet altijd even makkelijk vinden', geeft ze toe.
Die uitleg hebben ze proberen te verpakken in een audiogids die je aan het onthaal kan krijgen, na het scannen van een qr-code. De vraag rijst dan of dit inderdaad de ideale manier is om die informatie door te geven aan het publiek.
Wel geeft de expositie duidelijk weer dat kennis steeds in beweging is, en dat het belangrijk is om kritisch te blijven kijken naar voorgaand onderzoek. Dat gebeurt onder andere door een collectie foto's en filmpjes van een 19e-eeuwse neuroloog.
Ook hier zijn de vele verscheidene thema's een leuke afwisseling. Het meest indrukwekkende deel van de expo gaat over het Leuven Chansonnier. In een donkere kamer wordt je door een audio-visuele ervaring meegenomen naar de middeleeuwen. 'We zijn heel dankbaar voor de samenwerking met Alamire. Zonder hun inbreng hadden we niet zo'n technologisch hoogstaande ruimte kunnen maken binnen het beschikbare budget', aldus Vogels.
Locatie als uitgangspunt
'Vanaf de start leek het ons logisch om twee aparte tentoonstellingen op te zetten, waarbij de identiteit van elke instelling een cruciale rol speelt', zegt Vogels. Zo is de Universiteitsbibliotheek een logische plaats om een historisch verhaal te vertellen, waar dat moeilijker is in museum M. 'We hebben dan gekozen om daar de academische collecties in de kijker te zetten.'
Dat zorgt er voor dat beide tentoonstellingen een andere invalshoek hebben en afzonderlijk te bezoeken zijn. 'We stimuleren dat bezoekers naar beide tentoonstellingen gaan, maar de expo's trekken ook een verschillend doelpubliek aan', zegt Vogels.
De tentoonstellingen focussen op twee principes, en willen de geschiedenis vooral vanuit een transhistorisch en thematisch perspectief bekijken. 'Het was niet onze bedoeling om hét verhaal van de universiteitsgeschiedenis te vertellen, maar wel om enkele gerichte verhalen te belichten', zegt Vogels.
Daar behoren niet enkel verhalen van de grote namen als Erasmus, Vesalius en Mercator toe, maar ook de vele andere verhalen van 'gewone' studenten. 'We wilden vooral onze eigen selectie maken, zonder dat er bepaalde musts waren', zegt Vogels. 'Maar natuurlijk zijn er elementen, zoals de studentennotities en de charters, die zo belangrijk zijn dat die wel een plaats verdienden in de expo.'
'In een tentoonstelling heb je vaak een spanning tussen verhalen enerzijds en objecten anderzijds', gaat Vogels verder. 'Maar een tentoonstelling is natuurlijk een visueel gebeuren, anders kan je er beter een boek over schrijven.'