ANALYSE STUDENTENPOPULATIE

Bio-ingenieurswetenschappen en Wijsbegeerte meest genderevenwichtige faculteiten

De faculteit Psychologie kleurt vrouwelijk, bij de industriële ingenieurs tel je meer mannelijke studenten. Ook in 2023 blijven er genderonevenwichten bestaan onder de verschillende faculteiten.

Gepubliceerd Laatst geüpdatet

De percentages

Industriële ingenieurswetenschappen: 84 % jongens

Kerkelijk Recht: 82% jongens

Ingenieurswetenschappen: 75% jongens

Wetenschappen: 61% jongens

Economie en bedrijfswetenschappen: 59% jongens

Theologie en religiewetenschappen: 57% jongens

Bio-ingenieurswetenschappen: 50% jongens

Bewegings- en revalidatiewetenschappen: 43% jongens

Wijsbegeerte: 49% jongens

Architectuur: 38% jongens

Letteren: 36% jongens

Sociale Wetenschappen: 34% jongens

Rechtsgeleerdheid en criminologische wetenschappen: 31% jongens

Geneeskunde: 31% jongens

Farmaceutische wetenschappen: 23% jongens

Psychologie en pedagogische wetenschappen: 16% jongens

Uit een analyse van de inschrijvingscijfers aan de KU Leuven blijkt dat de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen en het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte een quasi perfect evenwicht aan mannelijke en vrouwelijke studenten hebben bereikt. De faculteit Theologie en Religiewetenschappen komt in de buurt met een klein overwicht (57%) aan mannelijke studenten. Economie en Bedrijfswetenschappen volgt met 59% mannen. Aan de vrouwelijke zijde van het evenwicht ligt de faculteit Bewegings- en revalidatiewetenschappen met 57% vrouwelijke studenten.

Industriële Ingenieurswetenschappen en Psychologie en Pedagogische Wetenschappen vormen elkaars spiegelbeeld

Opvallend: de bijzondere faculteit Kerkelijk Recht scoort mannelijker (82%) dan de Faculteit Ingenieurswetenschappen. De burgies zijn intussen al iets diverser dan vroeger: één op vier studenten is vrouw. In 2017 was dat nog geen twintig procent. Bij de industrieel ingenieurs blijft het verschil het grootst: 84% van de studenten behoort er tot het mannelijke geslacht. In die zin vormt de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen het perfecte spiegelbeeld: daar vormen vrouwelijke studenten een duidelijk overwicht (84%).

De faculteit Wetenschappen scoort verrassend evenwichtig met 61% mannelijke studenten. Voornamelijk richtingen gefocust op biologie en chemie trekken daar het scheve evenwicht in fysica en vooral informatica recht. Verder aan de vrouwelijke zijde pronken Architectuur met 62% en Letteren met 64% vrouwen. Sociale Wetenschappen volgt met 66% vrouwen. Aan de rechten- en geneeskundefaculteiten delven mannelijke studenten intussen ook duidelijk het onderspit: vrouwen maken er 69% van de studenten uit.

Vrouwen kiezen voor zorg

Bepaalde cijfers blijven stereotiep: jongens zijn oververtegenwoordigd in de exacte wetenschappen en meisjes in de zachte wetenschappen. De reden daarachter? Meisjes zouden eerder studies kiezen waarbij ze het gevoel hebben een bijdrage te doen aan de samenleving en mensen te helpen, vertelt Sofie Craps, onderzoeker in Engineering Education. Dat zou kunnen verklaren waarom vrouwelijke studenten een meerderheid vormen in de faculteiten Geneeskunde en Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. 'Niet dat andere richtingen niet bijdragen aan de maatschappij, maar daar wordt het nog vaak minder expliciet in de kijker gezet.'

Een gelijkaardige redenering kan ook het overwicht aan vrouwelijke studenten farmacie verklaren. De faculteit Farmaceutische Wetenschappen heeft een vrouwelijke studentenpopulatie die 77% van haar studenten uitmaakt. Als wetenschappelijke richting is dat een opvallend cijfer. Decaan Veerle Foulon denkt dat dat te maken heeft met het zorgaspect dat aan de richting verbonden is. 'We zien dat de weinige mannelijke studenten meestal kiezen voor de master Geneesmiddelenontwikkeling', vertelt ze. 'Het overwicht aan vrouwelijke studenten in de master Farmaceutische zorg is nog groter.' Dat zorgaspect lijkt dus doorslaggevend te zijn.

Niet alleen nature, ook nurture

Bij studiekeuzes spelen ook kennis en ervaringen uit je leven een rol, vertelt Craps. ‘Interesses moeten de kans krijgen zich te ontwikkelen, onder andere via activiteiten. Acties die enkel gericht zijn op laatstejaars middelbaar komen dus wat laat.' Zeker omdat leerlingen naast die ervaringen zich ook met het domein moeten identificeren. 'Is dit iets voor mij?' Dat gebeurt niet op een dag.

'We wisselen de stereotiepen soms bewust om tijdens evenementen: dan vertelt een vrouw over farmaceutisch onderzoek en een man over apotheekzorg'

Veerle Foulon, decaan Farmaceutische Wetenschappen

'Het belang van rolmodellen is daarbij niet te onderschatten. Als je nooit een vrouw als expert rond technologie en wetenschap ziet optreden, dan is het veel moeilijker jezelf dat wel te zien doen. Je wel of niet herkennen in een groep heeft invloed op de studiekeuze.’ Een gebrek aan representatie kan dus ook een struikelblok vormen.

Dries, student Psychologie, vertelt hoe hij tijdens verschillende informatiemomenten over de studie Psychologie steeds in contact kwam met vrouwelijke contactpersonen. Hij zou liever meer mannelijke contactpersonen zien: 'Ze bekijken bepaalde zaken vanuit andere perspectieven.' Hij zou als middelbare scholier graag informatie gekregen hebben van vrouwen en mannen. Foulon legt uit dat de faculteit op evenementen altijd oog heeft voor representatie. 'We wisselen de stereotiepen soms bewust om: dan laten we een vrouw vertellen over farmaceutisch onderzoek en een man over apotheekzorg.'

Blackbox

Er spelen waarschijnlijk meer, onbekende factoren, aldus Craps. Aan de faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen loopt momenteel het project URGENT, dat onderzoekt welke struikelblokken er zijn om te kiezen voor ingenieursrichtingen. 'We onderzoeken onder andere hoe stereotiepe percepties over ingenieurs en de mate waarin je je thuis denkt te voelen in de opleiding een invloed hebben op de keuze en motivatie. We kunnen daar nog steeds niet de vinger op leggen', duidt Craps.

Er wordt ook gemeten of studenten zich thuis voelen in hun richting. Omgekeerd is het ook niet heel duidelijk welke parameters beïnvloeden of mannelijke studenten al dan niet aan niet-STEM richtingen beginnen.

Is dat een probleem?

De vraag blijft of een genderevenwicht iets is wat überhaupt nagestreefd moet worden. 'Het is complex, maar genderonevenwichten vormen toch een probleem', concludeert Craps. 'Diversiteit - genderdiversiteit en andere diversiteit - zorgt voor nieuwe manieren van denken en die variatie heb je nodig binnen disciplines.' Dat geldt zowel voor overwegend vrouwelijke als mannelijke richtingen.

'De naamwissel van landbouwkundig ingenieurs naar bio-ingenieurs heeft mogelijk een rol gespeeld in het genderevenwicht'

Sofie Craps, onderzoeker in Engineering education

Ook voor individuele studenten kan een genderonevenwicht moeilijk zijn. Dries vertelt dat hij zich overweldigd voelde aan het begin van zijn studie. Het duurde wel even voor hij er gewend aan was, maar als masterstudent voelt hij zich intussen comfortabel. ‘Ik heb een keer een groepswerk gemaakt met alleen maar meisjes die ik nog niet kende. Dan moet je je als jongen wel even aanpassen aan je omgeving.' Hij is nu wel tevreden over zijn ervaring als psychologiestudent: 'Je komt er slimmer en sociaal sterker uit.'

Toekomstperspectief

Craps is voorzichtig positief over de huidige tendenzen: 'De ingenieursrichtingen evolueren in de goede richting, de ene al wat sneller dan de andere.' Ze verwijst onder meer naar de Bio-ingenieurswetenschappen, een faculteit die het al enkele jaren verrassend goed doet wat betreft genderevenwicht. 'De naamwissel van landbouwkundig ingenieurs naar bio-ingenieurs heeft mogelijk een rol gespeeld in de populariteit van de richting bij meisjes', stelt Craps. Een naam bepaalt veel voor het imago, en Craps denkt dat daar misschien ook het schoentje knelt bij de industriële wetenschappers.

Maar ook in richtingen die gedomineerd worden door vrouwen kan er een kentering plaatsvinden. De KU Leuven heeft alvast in haar beleidsplan de ambitie neergeschreven om ook de ondervertegenwoordiging van jongens te monitoren.

De percentages in dit artikel zijn berekend op basis van de inschrijvingscijfers die op 20 februari 2023 beschikbaar waren. Die overzichtscijfers van de KU Leuven bevatten geen gegevens over non-binaire studenten.

Rebecca, student industrieel ingenieur

Rebecca volgt een master Industriële Wetenschappen en werd overtuigd door haar broer om de studie aan te vatten. 'Ik had eerst burgerlijk ingenieur op het oog, maar wou dan toch graag iets studeren dat praktijkgerichter was. Ik dacht puur vanuit mijn interesses. Mijn vader vond het niet zo'n goed idee, omdat hij de richting met jongens associeert. Zeker toen ik gekozen heb voor elektronica-ict, was hij het oneens met mijn beslissing.' Hij vond dat vrouwen beter in de medische sector passen, maar liet haar wel haar keuze volgen.


In het eerste jaar clusterden de Industriameisjes in haar klas samen. 'Er is ook een messengergroep gemaakt met alle meisjes.' De faculteit belde sommige studentes voor het eerste jaar startte op met de vraag of ze er geen problemen mee hadden om als enige meisje in een klas te zitten, maar dat went wel. Liever zo dan een klas waarin alle meisjes worden samengezet.'


Rebecca is nog steeds heel blij met haar keuze en heeft haar weg goed gevonden aan de faculteit. 'Uiteindelijk word je bevriend met wie beschikbaar is, en dat zijn dan toevallig veel jongens.' Ze voelt zich niet zo anders dan de anderen, en soms ervaart ze ook voordelen. 'We hebben op onze campus nooit rijen aan de vrouwen-wc's.'


Dries, student Psychologie

Als masterstudent Psychologie bevindt Dries zich al enkele jaren tussen de sterk vertegenwoordigde vrouwelijke studenten in zijn richting. Zelf was hij zich aan het begin van zijn carrière niet bewust van de oververtegenwoordiging van het andere geslacht, waardoor hij even moest wennen tijden de eerste lessen.


Een invloed van de ongelijke genderverdeling op zijn vriendengroep voelde hij echter niet en van clustervorming in zijn eerste bachelorjaar was dan ook geen sprake: 'Ik kende vooraf al een paar mensen die ook psychologie zijn gaan studeren, zowel meisjes als jongens, en uiteindelijk zijn we een gemengd groepje geworden.'


Bij zijn professoren ziet hij een omgekeerde genderverdeling : er is een duidelijke oververtegenwoordiging van mannen. 'Ik vermoed dat dat een drie over twee verhouding is, en ik vind dat best opvallend. Je zou denken dat in een richting waarin de verdeling jongens-meisjes ongeveer 25% tegenover 75% is, zich dat ook vertaalt in een gelijke man-vrouw verdeling bij professoren.' Hij hoopt dat deze ongelijke verdeling zal wijzigen in de komende jaren.


Al bij al kijkt hij zeer positief terug op de afgelopen jaren in zijn richting, ondanks dat hij maar een van de weinige jongens in zijn jaar is: ‘Ik heb er geen last van. Soms zou ik natuurlijk wel wat meer jongens in de richting willen, maar een totaal omgekeerde verhouding, zoals bij de industrieel ingenieurs, zou ook niets voor mij zijn. Ik zit goed bij Psychologie, er is wat pit en vuur.'

Powered by Labrador CMS