VOOR JE UITGELEGD FACTCHECKEN

Hoe werkt fact­checken? Zo herken je zelf desinformatie

Het begrip factchecken is niet meer weg te denken uit het journalistieke landschap, maar staat steeds meer onder druk. Welke toe­komst heeft factchecken nog? 'Fact­checkers bereiken vooral de mensen die minder vatbaar zijn voor nepnieuws.'

Gepubliceerd
Leestijd: 3 min

Mark Zuckerberg kondigde begin dit jaar aan dat de socialemediaplatformen van Meta in de Verenigde Staten niet langer beroep zullen doen op de klassieke vorm van fact­check­ing. Daarbij gaat een onafhan­kelijke journalist na of de informatie in een bepaald bericht op sociale media of een uitspraak van een notoire figuur klopt. 

Dat was een klap voor heel wat factcheckers, zoals Wolf France, journalist bij Knack. 'Wij hebben een samenwerkingsovereenkomst met Meta. Wij schrijven factchecks en linken die aan posts zodat Meta ons werk kan gebruiken om content te modereren in ruil voor financiering', vertelt hij.

In de plaats van factchecks door journalisten wil Zuckerberg community notes invoeren, een systeem waarbij de gebruikers zelf kunnen stemmen om opmerkingen bij foute berichten te plaatsen. 'Maar zo'n user driven-systeem is geen volwaard­ige vervanger', zegt France. 'Mensen die het niet eens zijn met een factcheck kunnen zo immers invloed uitoefenen op de zichtbaarheid.' 

'We denken dat er kleine teams bestaan die een constante stroom van nepnieuwsartikelen genereren'

Wolf France, factchecker bij Knack

De aanpassing zal gelukkig vooralsnog niet doorgevoerd worden in de Europese Unie, omdat de Europese wet inzake digitale diensten (DSA) sociale­mediaplatformen aanmaant om fact­checking financieel te ondersteunen en de politieke context verschilt. Toch veroor­zaakte Zuckerbergs aankondiging heel wat opschudding. 

'De beslissing om de samenwerking met factcheckers stop te zetten, houdt een risico in voor de democratie', schreven onder­zoekers Babette Hermans, Cato Waterloos en professor Michaël Opgenhaffen in een opiniebijdrage voor Knack

'Factchecking is mijn leven', lacht Babette Hermans. Ze doet als doctoraatsonderzoeker onderzoek naar het effect van factchecking op de bevolking. Naar aanleiding van de Internationale Dag van de Factcheck bundel­de ze alvast enkele voorlopige conclusies uit haar doctoraatsonderzoek. 

Hermans benadrukt dat factchecking vandaag meer dan ooit nodig is. 'Nieuws is vandaag snel en algoritmisch gecureerd. Het tempo van desinformatie is daardoor mee veranderd.' Dat zegt ook France: 'Het is niet zozeer de inhoud die veranderde, vooral de schaal ervan nam toe.'

Persoonlijke houding

'De effectiviteit van factchecken hangt samen met veel zaken, waaronder ook wat er juist gefactchecked wordt', zegt Hermans. 'We merken dat meer recente, actualiteits­gebonden topics iets vlotter te corrigeren vallen, dan meer diepgaandere mispercep­ties. Bij die laatste moeten mensen echt al een volledige factcheck aandachtig hebben gelezen om daar al meer verschil te kunnen maken.'

Wanneer hebben factchecks dan een (posi­tief) effect, en wanneer niet? Het soort persoon dat je bent, bepaalt onder andere mee of factchecks een effect op je hebben. Vooral je houding ten opzichte van nieuws heeft invloed op hoe gevoelig je bent voor desinformatie. 

'De aprilgrappen die Veto bracht in het verleden, zijn eigenlijk ook een vorm van desinformatie', zegt Babette Hermans, doctoraatsonderzoekster naar factchecking.

'Volgens de eerste data is gender en afkomst van veel minder belang dan de houding ten opzichte van nieuws', zegt Hermans. De data geven dus aan dat de belangrijkste factoren persoons­kenmerken zijn, die niet per se vast staan. 'Dat geeft ons goede moed: er valt iets aan te veranderen', lacht ze.

Nieuwsontwijkers

Feit is wel dat mensen steeds minder in contact komen met de traditionele vormen van media. Kranten en nieuwssites verliezen aan leespubliek. 'Veel mensen ontwijken het traditionele nieuws, maar niet de nieuws­content op sociale media', zegt Hermans. Het is dus niet meer zo dat wie geen nieuws krijgt uit de klassieke media leest of kijkt, dan ook niet in contact komt met nieuws. 

Het verkrijgen van nieuws via de grote reeks aan bronnen op sociale media kan positief zijn, maar heeft ook zijn nadelen. 'Het combineren van verschillende bronnen is goed, maar je moet waakzaam blijven wat die bronnen precies zijn', waarschuwt Hermans.

'Stuur ons gewoon een mailtje'

Wolf France, factchecker bij Knack

Een steeds vaker voorkomend fenomeen zijn mensen die de traditionele media bewust mijden. Het zijn echter vaak net die media die aan factchecking doen. De mensen die de media doelbewust mijden zijn ook vaak gevoeliger voor nepnieuws. 'Er heerst het preaching your own choir-principe. Fact­checks bereiken vooral de mensen die minder vatbaar zijn voor nepnieuws', zegt Hermans. 

Het besef dat de doelgroep gemist wordt, is er ook bij de factcheckers zelf. 'We zijn ons bewust dat we met een factcheck niet iede­reen kunnen overtuigen. We richten ons vooral op de mensen die twijfelen', verklaart France.

Verbreden

De factcheckers van Knack proberen hun publiek daarom te verbreden door fact­checks te brengen in andere formats, onder meer via filmpjes op Instagram en Tik­Tok. 'Dat is niet altijd gemakkelijk, want onze expertise ligt toch nog wel in het schrijven van artikelen', aldus France. Hij ziet in die vormen van factchecks wel een opportuniteit om mensen naar hun klassieke artikelen toe te trekken. 

De opkomst van AI laat ook het werkveld van factcheckers niet onberoerd. Maar op een positieve of negatieve manier? Enerzijds maken chatbots zoals ChatGPT het eenvou­dig om snel professioneel ogende teksten op te stellen, zegt France. 'We denken dat er kleine teams bestaan die een constante stroom van nepnieuwsartikelen genereren.'

Anderzijds kunnen AI-tools ook een hulp bieden bij het controleren van de legitimiteit van de info in artikelen. 'Die tools zijn handig, al zijn ze niet blindelings te vertrou­wen', verklaart France. Volgens Hermans bieden die tools nog een voordeel voor factcheckers: 'De journalisten volgen die AI-ontwikkelingen goed op, dat maakt hen zeer waardevol in de strijd tegen desinformatie.'

Eerste hulp bij desinformatie

1. Wanneer spreken we van fake news?

Termen zoals fake news worden op de factcheckredacties niet meer echt gebruikt. Ze kregen de laatste jaren een te grote politieke lading en capteerden de essentie niet meer. Van­daag de dag spreken factcheckers daarom vooral van misinformatie en desinformatie. Misin­for­matie is foutieve informatie die gedeeld wordt zonder dat de verspreider beseft dat de informatie fout is.

Bij desinformatie is er wel sprake van een bewuste poging tot het misleiden van de lezer. Vaak zit achter desinfor­matie ook kwade bedoelingen, maar dat is geen vereiste. 'De aprilgrappen die Veto bracht in het verleden, zijn in die zin ook een vorm van desinformatie', lacht Hermans.

2. Hoe herken je desinformatie?

'Vaak begint het met een buikgevoel', verklaart Hermans. Dat is volgens haar zeker het geval bij het beoordelen van de lay-out van het artikel. Let op titels die een beetje schuin staan, of logo's die er vreemd uitzien. Voor de inhoud kan een sensationele titel vaak al veel weg­geven volgens France. 'Zeker stellingen over incorrecte causale verbanden, voo­ral in de geneeskunde, doen vaak de ronde.'

Zo bracht hij in april 2024 nog een fact­check over de uitspraak van vele nieuws­media dat intermittent fasting zou lei­den tot een hogere kans op overlijden door een hartaandoening. Die uitspraak bleek gebaseerd op een foute interpreta­tie van het onderzoek. 'Het is altijd belang­­rijk om de bronnen te contro­leren', concludeert Hermans.

3. Wat doe je als je desinformatie hebt gevonden?

'Stuur ons gewoon een mailtje. De media zijn op dat vlak echt bereikbaar', ver­klaart France. Omdat dezelfde desinfor­matie vaak na een tijd weer terugkeert, werd er een database aangelegd van de reeds gebra­ch­te factchecks. Zo kunnen veel mensen die desinformatie vinden snel geholpen worden met een eerder opgestelde factcheck.

'In het geval van een bericht op sociale media kan je het best ook rapporteren. In België komt het dan normaal gezien ook bij de factcheckers terecht', voegt Hermans toe.

4. Wat met andere vormen van desinformatie?

Niet elke vorm van desinformatie is echter even gemakkelijk om te rappor­teren. Een enkele uitspraak in een lange podcast kan misinformatie bevatten. Is het dan wel nodig om de ganse podcast te rapporteren?

'Je moet niet bang zijn om een podcast met een uitspraak waar je aan twijfelt door te sturen naar Factcheck Vlaan­deren', aldus Hermans. Al is het volgens haar ook niet altijd eenvoudig om menin­gen van feiten te onderscheiden in formats zoals podcasts. 'Alles wat daar niet overduidelijk een feit is, vat ik op als mening.'

5. Welke informatie is fact­check­baar en welke niet?

Niet elk artikel of elke vorm van infor­matie kan gefactcheckt worden. Zo zijn uitspraken en voorspellingen over de toekomst onmogelijk om te beves­tigen of ontkennen.

'De uitspraak "Tegen 2050 zullen alle auto's verdwijnen" kunnen we onmo­gelijk factchecken', verduidelijkt France. De factcheckers bij Knack houden ook rekening met de maatschappelijke rele­vantie van desinformatie. Er zal dus sneller een factcheck verschijnen over een uitspraak van een politicus dan een claim van een anoniem socialemedia-account.

Powered by Labrador CMS