artikel> Sp.a vraagt aandacht voor opvallende verschillen tussen universitaire studenten

Beursstudenten doen het nog steeds veel minder goed aan universiteit

Beursstudenten stoppen tot drie keer meer met een universitaire opleiding dan niet-beursstudenten. Ook bij hogeschoolopleidingen speelt het verschil nog steeds, maar in mindere mate.

Gepubliceerd

Niet-beursstudenten hebben gemiddeld 12% meer kans om een academische bachelor te halen dan beursstudenten. Waar 7% van de niet-beursstudenten die aan aan een academische bachelor begint het hoger onderwijs verlaat na vier jaar zonder diploma, is dat bij beursstudenten maar liefst 21,7%. Dat blijkt uit cijfers die parlementslid Tine Soens (sp.a) liet opvragen aan Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits.

Beursstudenten hebben het dus nog steeds moeilijk aan de universiteit. Van de groep studenten die in 2011 startte met een academische bachelor, stopten 2.173 studenten die bachelor, maar behaalde ze ook geen ander diploma in het hoger onderwijs. Van die groep waren 884 beursstudenten. Dat is 40,7% van de studiestakers, terwijl het aandeel beursstudenten ‘maar’ 18,2% bedroeg. Beursstudenten zijn dus oververtegenwoordigd in de groep van studiestakers.

‘De cijfers baren mij grote zorgen,’ zegt Soens. ‘Ze wijzen er immers op dat studenten die uit minder gegoede milieus komen minder kans hebben op een goed diploma en een goede job en dus minder kans hebben om het leven uit te bouwen waarvan ze dromen. Ons onderwijs heeft altijd een grote emancipatorische kracht gehad en ervoor gezorgd dat jongeren uit alle milieus kansen kregen in onze samenleving. We moeten erover waken dat dat zo blijft.’

De Studentenraad KU Leuven (Stura) sluit zich daarbij aan. ‘Volgens ons zouden financiële belemmeringen een student niet in de weg mogen staan om een diploma hoger onderwijs te behalen’, vindt Margot Van den Broeck van Stura. ‘Als zou blijken dat er ook aan de KU Leuven significant minder studenten met een minder gunstige financiële situatie een diploma halen, zowel beursstudenten én bijna-beursstudenten, want zij vallen vaak uit de boot bij statistische tabellen, dan is het onze taak om dit aan te kaarten bij de KU Leuven. We moeten samen met hen nadenken over hoe we hieraan kunnen remediëren. We nemen hiervoor dan ook contact op met de betrokken diensten van de KU Leuven.’

Wat opgaat voor de universiteit, komt in een lichte variant terug aan de hogescholen. Waar het percentage studiestakers onder professionele bachelors 34.9% bedraagt onder niet-beursstudenten, ligt die met 40,6% zo’n 6% hoger bij beursstudenten. Waar 48,5% van de startende professionele bachelors een diploma behaalt na vier jaar, ligt dat een stukje lager bij beursstudenten: zo’n 42%.

Volgens sp.a ligt de oorzaak niet bij de vooropleiding. ‘Zowel voor beursstudenten als voor andere kansengroepen wordt bij gebrekkige doorstroom al vlug gewezen naar de vooropleiding in het secundair. Alleen blijkt dit voor beursstudenten niet te kloppen. 81% van de beursstudenten aan de universiteiten heeft een ASO-achtergrond tegenover 83% van de niet-beursstudenten.’ Volgens sp.a zou het hoog aantal beursstudenten dat naast de studie moet bijklussen om rond te komen, een verklaring kunnen bieden.

Daarom pleit sp.a voor voldoende contacturen met docenten, een toegankelijke studiebegeleiding, een juiste financiële omkadering en meer aandacht voor studentenvoorzieningen. ‘Onze hogescholen doen het duidelijk beter dan de universiteiten, en beschikken misschien wel over enkele succesformules om het talent van onze jongeren beter tot bloei te laten komen, ongeacht hun afkomst.’

Van den Broeck wijst er op dat de KU Leuven wel al bezig is met het ondersteunen. ‘Er zijn een aantal dossiers zoals het project rond de studiekostenbeheersing dat de kosten van studiemateriaal transparant wil maken en eveneens de studiekosten voor studenten binnen de perken kan houden.’ Dit project is evenwel lopend en staat nog niet volledig in de steigers. ‘We hopen dat dit project ook een invloed zal hebben op de financiële druk die beursstudenten ervaren en dit bijgevolg een positieve invloed zal hebben op het aantal studenten met een beurs dat zijn studies kan voltooien.’

Powered by Labrador CMS