INTERVIEW CASPAR AUWERKERKEN
'Het mooie aan muziek is dat je je masker kan afzetten'
Hij debuteerde met een atmosferische EP, maar draait de knop nu bewust om naar sober en functioneel. Caspar Auwerkerken werkte aan zijn eerste langspeler met de band dichter op de huid. 'Ik schrijf luistermuziek: teksten zijn zelden expliciet of belerend; de luisteraar mag landen waar die wil.'
'Wat ik nu maak is eigenlijk een reactie op mijn EP. Toen verloor ik soms de songwriting uit het oog door de vele lagen. Nu begin ik bij de kern en arrangeer ik zo eenvoudig mogelijk', zegt de muzikant terwijl hij nipt van zijn koffie.
Die eerste EP was Auwerkerkens initiatie in de studio. 'Ik wilde álle mogelijkheden proberen en een bijna orkestraal geluid bouwen. Dat was een leerschool,' blikt hij terug. Voor de plaat mocht het soberder, maar tegelijk ook effectiever in de songstructuur. Met de band op repetitie voel je snel wat dient en wat stoort.' Het resultaat kleurt bij momenten folkrock, zonder het dromerige DNA te verliezen.
De band is daarbij niet louter een begeleidingsvehikel, maar eerder een herkenbare stempel. 'Ik stap binnen met een lied; wat Arno (drums), Xavier (bas), Diego en Mauro (gitaar) toevoegen, is wezenlijk. We werken zonder hiërarchie: iedereen mag inbrengen.' Elk nieuw lied aan hen tonen, blijft altijd spannend: 'Mijn teksten zijn persoonlijk. Dan hoop je dat het resoneert.'
De plaat vertrekt vanuit een dubbel startpunt: zichzelf situeren en tegelijk toekijken hoe de wereld verschuift door klimaatverandering. Auwerkerken studeert filosofie en onderzoekt hoe je zingeving kan ontwikkelen in een tijd die naar nihilisme neigt. 'In het werk van Nietzsche lees ik geen fatalisme, maar een soort verantwoordelijkheid: we moeten opnieuw waarden scheppen. In het hier en nu. Daarin zit een ecologische les,' meent hij.
Is die nihilistische Nietzscheaanse filosofie ook hoe jij naar de wereld kijkt?
Caspar Auwerkerken: 'Ik denk dat het eerder een foutief vooroordeel is dat hij zelf een nihilist was. Hij besefte dat de moderniteit naar een nihilistische richting gaat, dus zijn werk is in zekere mate een cultuurdiagnose. Ik denk dat ik het ook in die mate probeer te zien. De verantwoordelijkheid om "waardig" te worden ligt bij de mens.'
Hoe probeer jij dan waarde te creëren in je leven?
'Door muziek te spelen, creatief bezig te zijn, maar tegelijkertijd ook te filosoferen. Dingen doen die ik graag doe, omgaan met mensen die ik graag heb, in de natuur zijn … Dat soort dingen.'
Is dat de boodschap die je hoopt die mensen meenemen uit jouw muziek?
'Dat is een goeie vraag, want ik hoop dat die boodschap er altijd wel vrij impliciet inzit. Ik denk niet dat ik mijn teksten heel expliciet opstel, dus die zijn altijd open voor interpretatie. Het is niet dat ik mijn muziek vrijblijvend maak. Maar ik hoop dat de luisteraar mijn liedjes ongedwongen ervaart.'
En toch zijn je nummers heel persoonlijk.
'Zeker. Ze gaan altijd over iets dat mij aanbelangt, op de een of andere manier. Voor dit album ben ik in het wilde weg beginnen schrijven. Mijn onderbewustzijn laten spreken en niet te veel nadenken, om me dan achteraf pas te realiseren dat er wel degelijk een bepaalde coherentie in zat. Zowel thematisch als sonisch.'
Zijn er bepaalde tekstschrijvers waar je inspiratie uit put?
'Sowieso, al weet ik niet goed of hun stijlen noodzakelijk overeenkomstig zijn met die van mij. Ik heb de teksten van Nick Cave altijd fantastisch gevonden. Tegelijkertijd vind ik de collagetechniek van Thom Yorke op het album Kid A heel sfeerscheppend.'
'Ik ben ook heel gepassioneerd door muziek waarvan ik de taal niet ken. Ik voel veel liefde voor Tinariwen. Dat is ongelooflijk. Je begrijpt er niets van, maar toch is hun muziek zo sterk. Ook de manier waarop hun taal klinkt, puur fonetisch, is heel vertellend in zekere zin, zonder dat je de betekenis ervan kent.'
Hoe vind je het evenwicht tussen je muzikale en je academische carrière?
'We hebben het album gemaakt zodat ze nooit met elkaar concurreerden. We hebben alles op het gemak, heel gespreid, opgenomen. Zo had ik ook tijd om de nummers te maken, zonder dat ik rekening moest houden met een deadline.'
'Ik denk dat de sleutel tot het combineren is dat je het allebei gewoon heel graag moet doen, en oefenen. Je moet er elke dag mee bezig zijn, zowel met je muziek als je studie. Zo kan je de perfecte balans maken. Ik heb nog musicologie gestudeerd in Leuven. Paradoxaal genoeg lag die studie mij niet zo, dus ik had op dat punt in mijn leven dit album niet kunnen maken.'
Vier jaar geleden deed je mee aan het kansenparcours Sound Track, maar je stootte niet door naar de finale. Hoe kijk jij naar muziekwedstrijden voor artiesten?
'Ik apprecieer zo’n initiatieven, want die creëren heel veel kansen voor jonge artiesten die voor het eerst op een podium staan,. Het zorgt voor een gemeenschapsgevoel in de muziekscene. '
'Voor mijn eigen traject vond ik dat op zich wel een toffe ervaring, maar ik denk dat er een spanning zit in de competitiviteit van muziekmaken. Er zijn telkens goede artiesten die op de een of andere manier door de mazen van het net vallen. Ik wil mijn verhaal op een andere manier vertellen, los van de wedstrijd, maar op basis van de muziek.'
Dat is een heel bedachtzame manier om naar buiten te treden.
'Exact. In zo'n wedstrijden proberen ze al de muziek te laten gedijen, maar ze kunnen niet garanderen dat het lukt. Ook dat is een deel van de uitdaging, om het in andere soort contexten te laten werken.'
Je maakt niet veel reclame voor je muziek. Hoe hoop je luisteraars te bereiken?
'Dat is nog steeds dé struggle. Het is door en door cliché, maar er is tegenwoordig een enorm overaanbod aan muziek. Ik had het geluk om, tijdens de lockdown, na een online sessie de aandacht van de muziekindustrie zelf te wekken, waardoor ik enkele voorprogramma’s mocht spelen. Ik had op dat moment zelfs nog geen plan.'
Is de liveshow dan het belangrijkste deel van je kunst?
'Ik kan dat niet ontkennen, natuurlijk. Volgens mij is de sfeer in mijn muziek het voornaamste, maar mijn nummers zijn live meer afhankelijk van de context dan bands die energieker op het podium staan. Het gaat mij meer om een sterk inhoudelijk verhaal dat resoneert met mijn publiek.'
Is dat ook de reden waarom je onder je volledige eigen naam optreedt?
'Op een dag ben ik ermee begonnen, en toen dacht ik al: "ik moet een artiestennaam vinden". Ondertussen ben ik de waarde van die naam beginnen inzien. Ik heb een tijdje nagedacht over een andere artiestennaam, maar dat voelde nooit juist, omdat dat als een masker aanvoelde. Het mooie aan muziek vind ik net dat je je masker kan afzetten als deel van je muzikale act.'
Zijn er in die zin specifieke podia waar je van droomt?
'Dat gaat nu tegenstrijdig klinken, maar ik zou supergraag eens op Pukkelpop spelen. Ik heb in die buurt mijn middelbaar gedaan. Dat zou een soort mengeling zijn van nostalgie en een openheid naar de toekomst. Dat lijkt me een speciaal gevoel.'
Ga je zelf vaak naar concerten?
'Heel weinig, moet ik zeggen. Het heeft wel verschillende redenen. Ik voel me snel ongemakkelijk met veel volk om me heen. Toch weet ik dat elke fysieke neiging tot paniekaanvallen verdwijnt wanneer het concert keigoed is.'
Ben je van nature paniekerig?
'Absoluut. Ik heb een lange periode zwaar gestruggled met paniekaanvallen. Dat was heel pathologisch. Ik kon niet buiten komen. Zelfs tot het einde van mijn straat wandelen was een uitdaging. Nu is dat gelukkig al beter.'
Voel je dan niet hetzelfde wanneer je op een podium stapt, met al die ogen op jou gericht?
'Zeker. Alleen is het grote verschil dat je zelf de controle hebt. Als er iets is kan je zelf de teugels in handen nemen, en je kan gemakkelijker weg. Je staat als het ware afgezonderd van het publiek, wat het minder stressvol maakt.'
Wat wil je nog bereiken op artistiek vlak?
'Wat ik echt wil ambiëren is een eigen publiek vinden, want dat zou me stabiliteit geven. Daarnaast een eigen plekje in het muzieklandschap. Een soort reputatie waar mensen van zeggen: dat is Caspar, dáárvoor staat hij.'
'Het is grappig, want toen ik de plaat aan het maken was, had ik een discussie over het artiestenstatuut met Bert Vliegen, mijn producer. Hij zei me dat ik, als mijn academische richting niets werd, altijd kon terugvallen op mijn muziek. Dat vond ik een opvallende uitspraak, want de meesten zeggen het tegenovergestelde. Ik ken geen enkele artiest in België die leeft van zijn muziek zonder de back-up van dat statuut.'
Heb je een plan B klaar, voor als het niet lukt om die doelen te bereiken?
'Als ik heel concreet zou moeten zijn, zou ik toch proberen om iets met filosofie te doen. Lesgeven zou mij heel leuk lijken. Johannes Verschaeve van The Van Jets heeft dat ook een tijd gedaan. Thomas Michiels van de metalband Psychonaut was ook godsdienstleerkracht.'