INTERVIEW TINE BAELMANS
'Een nieuwe kalender vraagt een gerichte aanpak, geen one-size-fits-all-oplossing'

Tine Baelmans wil werk maken van een cultuuromslag als ze verkozen wordt tot rector. De dialoog en het debat moeten volgens haar terug hun plaats krijgen aan onze universiteit. 'Ik sta voor authentiek leiderschap.'
'De inzet van deze verkiezingen is een echte cultuuromslag', zegt Tine Baelmans, kandidaat-rector van de KU Leuven. 'Ik wil de dialoog aan onze universiteit terugbrengen, alle expertise benutten en respect tonen voor de eigenheid en specifieke noden van alle geledingen. We hebben dat op kleinere schaal al toegepast in het onderwijsbeleid, nu moeten we dat doortrekken naar de hele universiteit.'
Volgens Baelmans moet daarnaast de positie van de universiteit in de samenleving krachtiger worden. 'Het belang van sterke universiteiten daarin mag niet onderschat worden.' De woelige tijden die er op geopolitiek en financieel vlak aankomen, roepen volgens Baelmans om beleidservaring vanaf dag één: 'Je moet beleid voeren in de vingers hebben en stevig in je schoenen staan. De uitdagingen zijn enorm dus kunnen we het ons niet permitteren tijd te verliezen bij de opstart van het mandaat.'
De voorbije acht jaar was ze vicerector voor Onderwijsbeleid en daarvoor ook al vicerector voor Studenten- en Diversiteitsbeleid. In 2009 deed ze al eens een worp naar het rectorschap, maar ze haalde het toen niet. Nu probeert Baelmans het opnieuw, en als ze verkozen wordt kan ze – net als Severine Vermeire – de eerste vrouwelijke rector worden.
U pleit voor meer dialoog, hoe zou die er concreet uitzien?
Tine Baelmans: 'In de eerste plaats meer transparantie en expertisedeling: weten wie met welk dossier bezig is en elkaars expertise erkennen en meenemen. Dat moeten we doen wanneer we standpunten uitwerken, maar het is ook essentieel voor hoe we KU Leuven als organisatie in goede banen leiden.'
'Soms komen diensten, faculteiten en departementen in elkaars vaarwater terecht omdat we werk dupliceren, naar ons toetrekken of van ons afschuiven zonder daarover met elkaar te overleggen. Dat gebeurt altijd met de beste bedoelingen, maar we missen zo kansen om elkaars expertise te benutten en ademruimte te scheppen voor iedereen.'
'Je kan een herindeling van de kalender veel gerichter aanpakken dan bij zo'n "one-size-fits-all"-oplossing'
'En als je weet waar de ander mee bezig is, dan kan je daar ook over in debat gaan. Dat moeten we dan met alle geledingen aan de universiteit doen, bijvoorbeeld tijdens een Academische Raad. Daar worden nu nog te vaak voorstellen simpelweg afgeklopt zonder grondige discussie. Het is bovendien essentieel om vervolgens transparant te communiceren over hoe beslissingen tot stand zijn gekomen, dat zorgt voor draagvlak.'
Werd de universiteit de voorbije acht jaar dan te veel als een manager bestuurd?
'Wel, er zijn twee vormen van leiderschap: aan het ene uiterste een directief leiderschap en aan de andere kant een naïeve aanpak van vrijheid, blijheid voor iedereen. Maar je kunt ook geloven en vertrouwen op de kracht van mensen en tegelijkertijd lijnen uitzetten en houvast bieden. Dat is het authentieke leiderschap waarin ik geloof en waar nog onvoldoende op wordt ingezet.'
'Het plan rond de herindeling van het academiejaar in 2017 is een goed voorbeeld. Dat werd gelanceerd in de media bij de opening van het academiejaar zonder dat het voorstel goed was doorgesproken met alle geledingen van de universiteit. Daar is toen veel weerstand tegen gekomen.'

'Daarna hebben we in de Onderwijsraad stap voor stap het dossier doorgesproken met alle perspectieven. Zo konden we identificeren wat er leefde in de universiteit over het thema en daar zijn we concreet mee aan de slag gegaan. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. We hebben zo onder meer het mijlpaalsysteem kunnen invoeren aan de universiteit en daarmee ook gewogen op het beleid. Zo is de "harde knip tussen bachelor en master" er bijvoorbeeld niet gekomen.'
Peter Lievens maakt van die herindeling opnieuw een prioriteit. U erkent de problemen maar schuift geen concrete oplossing naar voren?
'Toch wel. Ik zeg: laten we de problemen aanpakken waar ze zich stellen. Het grootste pijnpunt is de overgang tussen het vorige en het nieuwe academiejaar. De vraag is of je daar een hele nieuwe indeling van het academiejaar voor nodig hebt. Ik denk het niet.'
'We hebben de voorbije beleidstermijn de startersdagen en de mijlpaal ingevoerd, nu is het tijd om ook de herkansingen te bekijken. Maar daar moet wel eerst debat aan vooraf gaan. We moeten niet zomaar de herexamens voor de zomer plaatsen zonder eerst alle perspectieven mee te nemen. Je kan daar ook veel gerichter te werk gaan dan zo'n "one-size-fits-all"-oplossing.'
Is een van die pijnpunten ook te veel permanente evaluatie? Dat zou, zoals professor Philip Dutré in Veto beargumenteerde, studenten in de weg staan om de leerstof echt te doorgronden.
'Onderwijs moet inclusief zijn en open voor iedereen die het aankan. Studenten moeten daarin de autonomie krijgen om dat ook een deeltje vorm te geven zodat het voor hen werkt.'
'Dat gaat voor mij gepaard met minder, maar meer kwaliteitsvolle contactmomenten en minder permanente evaluatie. Niet omdat dat een populair standpunt is, maar omdat we studenten echt moeten motiveren, zonder de hele de tijd te willen controleren. Sommige studenten hebben net wat meer tijd nodig voor de leerstof en worstelen met te snelle evaluatiemomenten, anderen redden het prima zonder veel tussentijdse taken.'
'We hebben ons kompas en wanneer het gaat over discriminatie of racisme, moeten er grenzen gesteld worden'
'Waar studenten wel nood aan hebben, is kwaliteitsvolle feedback over waar ze staan in hun leerproces. Daarvoor kunnen tussentijdse testen bijzonder waardevol zijn, maar niet alles moet direct op punten staan. Net als de contactmomenten, is feedback belangrijk om te vermijden dat studenten bij wie het moeilijker loopt, onder de radar blijven. Uiteindelijk leren we studenten zo om zelf meer verantwoordelijkheid te nemen in hun studieproces.'
Permanente evaluatie zorgt voor een permanente druk bij studenten, maar ook bij het personeel is 'werkdruk' een van de – zo niet hét – belangrijkste verkiezingsthema. Hoe wil u die aanpakken?
'De werkdruk verlagen is voor mij essentieel, en daarvoor moeten we vooral slimmer gaan werken. Recent hebben we bijvoorbeeld de werking van COBRA (de kwaliteitszorgmethode van de KU Leuven, red.) wat bijgesteld waardoor die beter is afgestemd op de opleidingen en ook de werkdruk is daarbij verlaagd. Maar dan merkte je dat mensen daar toch onzeker van werden omdat ze de oude methode nu eenmaal beter gewend waren. Nochtans kwamen daar heel wat nodeloze verplichtingen bij kijken.'
'Die twijfel moeten we uit de organisatie halen. Dat is een cultuurverandering: niet langer moeten, maar mogen. Het beleid mag daarin best wel wat meer vrijheid geven in de plaats van al die verplichte planlast.'
Zijn er concrete zaken die u zou afschaffen die een directe impact kunnen hebben op de werkdruk?
'Ik denk bijvoorbeeld dat het gepingpong tussen projectaanvragen en ethische commissies wel wat strakker georganiseerd kan worden. Ook bij iets als de noodzaak om voor elke nieuwe projectaanvraag je cv te moeten updaten, stel ik mij vragen. We moeten verder veel meer oog hebben voor de eigenheid van de verschillende faculteiten en disciplines. Uiteraard moeten we allemaal vanuit gedeelde principes werken, maar die kunnen voor sommige processen gerust op verschillende manieren ingevuld worden.'
Dat geldt bijvoorbeeld ook voor humane wetenschappen, die een specifieke onderzoekscontext kennen ten opzichte van de andere groepen. Zonder kandidaat uit die groep raakt dat misschien snel vergeten. Had ook u er minder aandacht voor?
'Het is erg belangrijk dat je de hele universiteit goed kent. Ook de groep Humane Wetenschappen is geen homogeen blok. Daar zijn net zo goed veel verschillende faculteiten die zowel in studentenaantallen als in discipline en cultuur enorm verschillen. Dat is iets waar we absoluut rekening mee moeten houden.'

'Ik denk dat we bijvoorbeeld meer aandacht moeten hebben voor de sociaal-maatschappelijke valorisatie van onderzoek bij het toekennen van financiering en niet alleen maar voor de technologische of economische valorisatie. Ook bij andere parameters voor het toekennen van onderzoeksfinanciering betreft, mag er nog meer oog zijn voor de specifieke context van de humane wetenschappen.'
Nu het over onderzoeksfinanciering gaat, in uw programma pleit u wel voor een vorm van basisfinanciering maar u laat de concrete vorm daarvan nog wat in het midden.
'Wat ik al zeker concreet wil veranderen, zijn de parameters op basis waarvan projectmiddelen worden toegekend. We zouden daarin rekening kunnen houden met of je al een doctoraatsstudent hebt of niet. Wie er geen heeft, zou dat net meer kans moeten maken op nieuwe financiering via de interne fondsen.'
'Ik denk dat wij toch liever Harvard willen zijn, dan Columbia'
'Zo kunnen we toch het Mattheuseffect dat speelt bij onderzoeksfinanciering wat beteugelen. Daarnaast wil ik de startkredieten voor beginnend academisch personeel uitbreiden en kijken welke rol team science kan spelen. Zo zou je een sterke onderzoeksgroep kunnen verbinden met eentje waar het even minder gemakkelijk gaat en daar kan wederzijdse inspiratie en solidariteit uitkomen.'
Iets anders dan. In de media werd er de voorbije weken gewaarschuwd dat de vrijheid van meningsuiting aan onze universiteiten onder druk staat. Voelt u dat ook zo aan?
'Ik heb daar wel tekenen van gezien. Sommige dialogen worden afgeblokt en het is in dat opzicht toch echt belangrijk om in te zetten op verbinding en dialoog. Daar hoort ook bij dat we ruimte respecteren en creëren voor meningen die verschillen van de eigen mening of die van de meerderheid. We moeten er tijdens vergaderingen op letten om voor elkaar in de bres te springen. Anderzijds zijn er wel grenzen. We hebben ook ons kompas: wanneer het gaat over racisme of discriminatie, moeten er limieten gesteld worden.'
Zo vindt u ook dat de universiteit standpunt moet innemen over maatschappelijke thema's. Draagt dat niet het risico van de universiteit te veel te politiseren?
'De inzichten uit de sociale en politieke wetenschappen – zo vertellen de experten me – tonen aan dat je hoe dan ook standpunt inneemt. Ook wanneer je dat niet doet, want dan verklaar je je impliciet toch akkoord. Zwijgen is toestemmen, zegt het spreekwoord. We moeten ons dus afvragen wat voor universiteit we willen zijn en moedig voor onze waarden opkomen.'
'Kijk je naar de Verenigde Staten vandaag dan gaan Columbia University en Harvard heel anders om met de Trump-regering. Columbia past zich snel aan, Harvard niet. Dat zijn twee heel verschillende institutionele standpunten. Ik denk dat wij als organisatie dan toch liever Harvard willen zijn, dan Columbia.'
Had u het als rector ook anders aangepakt in de Israëlkwestie?
'Ik denk dat we daar vooral meer open debat hadden moeten voeren en vanuit een ongebonden houding het ethisch kompas van de universiteit nadrukkelijker naar voren hadden moeten schuiven.'
'Nu hebben we de klemtoon gelegd op procedures met een case-by-case-aanpak, zonder ruimer verhaal. Daarbij was het niet echt transparant op basis waarvan er nu juist beslist werd. Ik ben zelf geen voorstander van het verbreken van bestaande samenwerkingen die de ethische toets van ons waardenkader doorstaan, maar het debat over hoe we als academische gemeenschap naar potentiële samenwerkingen kijken, is nu nauwelijks gevoerd.'