INTERVIEW SEVERINE VERMEIRE

Severine Vermeire over haar kandida­tuur: 'Na acht jaar is het goed geweest met dit beleid'

De universiteit moet haar plek in de maat­schappij opeisen, zegt Severine Vermeire, kandidaat-rector voor de KU Leuven. En ze wil de verdeelsleutel voor de financierings­stromen tussen de groepen ontdooien. 'Het is niet omdat je er schrik voor hebt, dat je het niet moet doen.'

Gepubliceerd Laatst geüpdatet
Leestijd: 8 min

'Dit stond absoluut niet op mijn bucketlist', zegt Severine Vermeire, professor gastro-enterologie en kandidaat-rector voor de KU Leuven, wanneer we haar vragen achter haar motivatie. 'Ik blijf dat herhalen. Het is nooit mijn ambitie geweest om rector te worden. Verschillende mensen kwamen aan mijn mouw trekken, maar die vraag heb ik steeds weggeduwd. Tot ik mezelf de vraag heb gesteld: waar krijg ik energie van? Wat inspireert mij?'

De rectorkandidaten >

Tijdens de rectorverkiezingen hoort Veto alle kandidaten uit, en legt ze ze op de rooster. Lees hier alle interviews. 

'Op dagelijkse basis probeer ik mijn patiënten te helpen en hen hoop te geven. Eigenlijk is het maar een kleine stap van mensen vooruithelpen in het ziekenhuis naar hetzelfde doen voor de hele universit­eit', vertelt Vermeire. Ze is een gerenom­meerde onderzoekster in haar veld, en is onderzoekscoördinator van de groep Biomedische Wetenschappen. Maar nu wil ze ook de stap zetten naar het rectoraat. 

Welk voordeel heeft u tegenover de andere kandidaten, die beiden vicerector zijn? U hebt minder bestuurservaring.
Severine Vermeire:
'Juist dat. Na acht jaar is het goed geweest met dit beleid. Er is een nieuwe wind nodig vanuit de basis. Gisteren heb ik bijvoorbeeld nog patiënten gezien: ik voel heel goed wat er leeft, en wat mensen nodig hebben. Het is bovendien nooit goed om te lang in een bepaalde positie te zitten. Ik ben voor sommigen misschien een nobele onbekende, maar het is goed om van buitenaf in de race te stappen.'

'Ik hoor het vanuit de basis: de mensen kreunen onder het werk'

'Van buitenaf heb je een frisse blik op hoe de organisatie écht in elkaar zit, en durf je meer te zeggen dat bepaalde zaken anders aangepakt moeten worden. Ik heb niet op het allerhoogste niveau beleid gevoerd, maar tegelijk zit ik al in het bestuur doordat ik onderzoekscoördinator ben van mijn groep (Biomedische Wetenschappen, red.), en twee maal ben verkozen als depar­tementsvoorzitter. Zo zie ik veel zaken die goed gaan, maar er zijn ook veel dingen die beter kunnen.'

Zoals?
'Waar de slinger is doorgeslagen, is in het micromanagement en de werkdruk. Ik hoor het vanuit de basis: het is allemaal te veel geworden, en de mensen zien door de bomen het bos niet meer. De mensen kreu­nen onder het werk. We zijn ook doorgesla­gen in het aantal raden, werkgroepen of gremia.'

Is het wel echt zo erg gesteld?
'We controleren te veel. We moeten uitgaan van de gedachte dat we mensen kunnen vertrouwen. De meeste mensen komen werken aan de universiteit om hun job goed te doen. Geef hen het vertrouwen. Als je hen dat niet kan geven, ga je nooit een goed fundament hebben voor een universiteit. Wanneer een idee wordt uitgewerkt, worden de mensen die er het meeste mee in aanraking komen pas op het einde betrokken.' 

Is dat wel realistisch voor zo'n grote organisatie als de KU Leuven?
'Er is een eindverantwoordelijkheid, en die ligt bij de rector, maar die moet niet over alle processen het laatste woord hebben. Heel veel aspecten kan je door een lager niveau laten uitwerken, maar dan moet je vertrouwen in hen hebben. Je kan ook vereenvoudigen door een aantal raden samen te voegen. Sommige raden bestaan uit vijftig tot zeventig mensen, hoe kan je met zoveel mensen een beleid uitwerken? Als je raden samenbrengt, komen er véél uren vrij.' 

In het debat over basisfinanciering blaast u warm en koud. Aan welke kant staat u?
'Basisfinanciering zou fantastisch kunnen zijn, als we een rijke universiteit waren. Wanneer je elke professor een deftige som geld kan geven, zou basisfinanciering goed beleid zijn. Maar dat is niet het geval. Momen­teel is er een gesloten enveloppe, dus als je het huidige geld voor onderzoek in zo'n potje steekt, moet je andere projecten schrappen.'

'Quota? Het gezond verstand moet de leidraad zijn.'

'In Gent en Antwerpen hebben ze basisfinan­ciering ingevoerd, maar elke professor krijgt slechts 30.000 euro. In bepaalde disciplines binnen de groepen Wetenschap & Techno­logie en Biomedische Weten­schappen ben je met dat geld niet veel. De mensen aan die instellingen die ervoor waren, komen er ook vaak op terug. Er is bovendien al een vorm van basisfinanciering, hé. Als je geen geld hebt, kan je als professor jaarlijks 5.000 euro aanvragen, dat je onder meer in staat stelt naar congressen te gaan.'

Peter Lievens zegt dat hij het wél zal invoeren.
'Dat vind ik een beetje raar. De laatste acht jaar is hij mee aan zet geweest, en het is er niet van gekomen. We hebben allemaal het DOOM-rapport gelezen (een rectorale denktank ingericht om te onderzoeken hoe basisfinanciering kan worden geïmple­menteerd, red.). Als je iets uitdeelt, moet je ook iets schrappen. Men moet de consequenties van basisfinanciering wel aanvaarden.'

U vindt de huidige indeling van het academiejaar 'suboptimaal'. Toch wilt u pas een hervorming doorvoeren wanneer u een akkoord heeft met de andere hogeronderwijsinstellingen. Gaat het er dan wel van komen?
'Voor mij zijn er veel grotere bezorgdheden dan dat. Het is niet iets wat ik bovenaan mijn prioriteitenlijstje zet. De indeling van het academiejaar kan zeker beter op twee vlakken. De werklast voor het personeel in de periode tussen de tweede zit en het begin van het nieuwe academiejaar is te groot. Pedagogisch gezien is het ook niet ideaal dat studenten na een buis nog eens zes maanden moeten wachten om het examen opnieuw af te leggen.' 

Bio >

  • Geboren te Eeklo in 1970
  • Studeert Geneeskunde aan de KU Leuven
  • Doctoreert in de Biomedische Wetenschappen (2001)
  • Departementsvoorzitter Chronische Ziekten, Metabolisme en Veroudering (2015-2020)
  • Gewoon hoogleraar sinds 2020
  • Onderzoekscoördinator Groep Biomedische Wetenschappen

'Die zaken erken ik, maar is er een gedragenheid om de indeling ingrijpend te veranderen? Het is belangrijk om de studenten en professoren mee te krijgen. Je kan dit ook niet alleen in Leuven invoeren.'

De KU Leuven voerde de mijlpaal ook alleen in. Leuven zou opnieuw een pioniersrol kunnen spelen.
'Zeker, maar er moet draagvlak voor zijn. Ik ben niet de persoon om dat door te drukken. Het is trouwens al eens geprobeerd door de huidige ploeg, en het is niet gelukt. Veel studenten geven ook aan dat ze wel degelijk wat rust kunnen nemen in de kerstvakantie. En voor het academisch en technisch personeel dat aangeeft dat ze het te druk hebben in september zullen we helpen met gerichte equipes voor extra ondersteuning. Een volledige herindeling van het academie­jaar is voor mij absoluut geen prioriteit.' 

Hoe evalueert u het engagement bij de studenten? Het kringleven zoals we dat kennen dooft uit.
'Ik hoor dat van alle kringen, maar ik merk het ook bij professoren. Ook wij moeten steeds harder zoeken om mensen te vinden die departementsvoorzitter willen worden. We beleven een tijd waarin het steeds moeilijker wordt om een onbaatzuchtig engagement aan te gaan. De oorzaken zijn velerlei. Mensen willen weten wat de concrete return van hun engagement zal zijn. Ook studenten willen steeds meer een work-life balance.'

'Je moet als rector niet in de media komen over thema's waar andere collega's beter over geplaatst zijn'

'Je plukt er misschien niet onmiddellijk de vruchten van, maar binnen enkele jaren wel. Een engagement op je cv toont aan dat je als jongere onbaatzuchtig een verantwoor­delijkheid opneemt, zonder dat je er op die momenten geld voor krijgt.' 

U wilt dat landen die zich schuldig maken aan mensenrechtenschendingen uitgesloten worden van Europese financiering. Wil u de banden met Israëlische universiteiten doorbreken?
'We moeten als universiteit inderdaad een stap verder gaan. Moet Israël nog structurele financiering krijgen vanuit Horizon Europe (een zevenjarig onderzoeksprogramma van de EU om een duurzaam en leefbaar klimaat te creëren, red.)? Ik vind van niet.'

Maar is dat mogelijk? De UGent was op zoek naar achterpoortjes.
'We moeten op tafel blijven kloppen samen met onze partners en collega's in de League of European Research Universities (samen­werkingsverband van onderzoeks­intensieve Europese universiteiten, red.). Ik denk dat er al een heel groot draagvlak is, het is al groter dan een jaar geleden.'

'Maar er zijn nog steeds mensen die niet capituleren: we moeten blijven proberen om hen te overtuigen. Niet opgeven, zou ik zeggen. Individuele samenwerkingen met onderzoekers in Israël moeten wel kunnen, mits een goede aftoetsing door de Ethische Commissie Dual Use, Military Use and Misuse of research.'

U wilt de verdelingssleutel van de finan­cieringsstromen tussen de groepen her­zien. Is dat niet het openen van de doos van Pandora? Dat kan goed zijn voor de ene faculteit, maar fataal voor de andere.
'Het allocatiemodel zit al sinds 2012 in de diepvriezer: bijna vijftien jaar! Dat is niet houdbaar. Ik denk dat het stilaan tijd wordt voor een herziening.'

'Zoals het nu is, kan het niet langer: een op veertien departementsvoorzitters bij W&T en Biomedische Wetenschappen is een vrouw.'

Er is een reden dat het zo lang bevroren was: het ligt übergevoelig.
'Absoluut: maar het is niet omdat we schrik hebben van iets, dat je het niet moet proberen. Ik begrijp ook de faculteiten die smeken om het wel te doen: die hebben enorme evoluties in studentenaantallen gekend. Maar schrik bij andere faculteiten mag nooit een drijfveer zijn. We moeten tenminste de moed hebben om het uit de diepvries te halen en na te denken over andere parameters.'

'Want als de maatschappij verandert en evolueert, met bepaalde faculteiten die krimpen en groeien, zien mensen de connectie niet meer tussen waarvoor ze werken en de financiering die ze daarvoor krijgen.'

Hoe groot schat u de kans dat het ervan komt?
'Dat moet gedragen gebeuren. Dat is niet iets wat ik ga doorduwen. Het allocatiemodel moet een kompas zijn, dient om beleid te sturen. en moet dus niet tot de laatste euro doorgerekend worden. Mensen moeten er ook geen schrik voor hebben: ze gaan er niet individueel voor worden afgerekend.'

U pleit ervoor dat professoren zich meer mengen in het maatschappelijk debat. Ria Laenen liet in Veto optekenen dat het voor academici bijna per definitie onge­makkelijk is om in een tv-programma te zitten. 
'Ik begrijp hen heel goed: iedereen heeft schrik om in de media te komen. Maar opnieuw: het is niet omdat je er schrik voor hebt, dat je het niet moet doen. Dat is een verkeerde mindset: zo maak je van een universiteit een elite waar je niet toe kan doordringen. De universiteit staat pal in de maatschappij, en moet daarom ook meer naar buiten komen.'

Hoe ziet u de rol van een rector in de media? Wil u eerder Luc Sels of Rik Torfs volgen op dat vlak?
'Ik ben geen populist, en ga daar dus ook niet over uitwijden. Een rector moet wel in de media komen, wanneer er heel duidelijk over bepaalde zaken moet gecommuniceerd worden. Laat ons hopen dat dat dan vaker positief dan negatief is.'

'Maar soms kan je niet alles zeggen, bijvoorbeeld wanneer er procedures lopen. Dan moet je als rector ook je verantwoor­delijkheid nemen. Je moet als rector voorts niet in de media komen over thema's waar andere collega's beter geplaatst zijn.'

U wil grensoverschrijdend gedrag nog meer aanpakken. U heeft het onder andere over eenvoudigere procedures. Wat bedoelt u daarmee?
'We hebben stappen vooruit gezet, met de onderzoeksinstantie en de tuchtinstantie. Maar die aparte stappen vergen tijd. Niemand zit graag in die procedure, soms kan het anderhalf jaar duren. Dat moet korter. Ik vraag me ook af of alle meldingen volledig onderzocht moeten worden. Afhankelijk van de melding, moet iets ook op een kleinere schaal of een lager niveau aangepakt kunnen worden.'

Hoe kijkt u terug op acht jaar Sels?
(aarzelend) 'Vooral procesmatig: het micro­management moet anders. Hij heeft ook stappen gezet om de genderbalans in de rectorale ploeg te krijgen, dat moeten we ook uitbreiden naar andere niveaus en raden. Daar moeten we nog stappen vooruit zetten.'

Komen er quota? 
'Het gezond verstand moet daarbij de leid­raad zijn: we streven naar fifty-fifty, maar als het niet exact zo is, maakt dat minder uit. Maar zoals het nu is, kan het niet langer: een op veertien departementsvoorzitters bij Wetenschap & Technologie en Biomedische Wetenschappen is een vrouw. Van alle decanen zijn er maar drie vrouwen. Ik wil zelf het voorbeeld geven om dat te veranderen.'

Powered by Labrador CMS