SPLINTER TAAL
Mag er wat meer Frans zijn?

Door de taalbarrière leven Franstalige en Nederlandstalige studenten in België te vaak naast elkaar in gesloten echokamers, zegt Servaas Verhelst. Daar ligt een rol voor de universiteiten.
Onlangs ontmoette ik op café een groepje tweetalige studenten uit Brussel en omstreken. Na een korte kennismaking kwamen uiteenlopende gesprekken op gang. Het ging van Franse chansons tot het carnaval van Binche. Tussen de banale onderwerpen door kwamen al lachend ook de klassieke stereotypen over Vlaanderen, Brussel en Wallonië naar boven. Na een paar uur namen we afscheid en gingen we allemaal onze eigen weg. Wat een schijnbaar alledaagse conversatie leek, zette aan tot reflectie over het taalbeleid van de KU Leuven.
Flashbacks naar het middelbaar
In de nasleep van een vergeefse poging om de Franstalige opmerkingen die het gesprek onvermijdelijk binnenslopen te doorgronden, dwaalden mijn gedachten af naar mijn lessen Frans van weleer. In het middelbaar kreeg ik wekelijks de opdracht om minstens één Franstalig journaal te bekijken. Tijdens de les werden we dan ondervraagd over de onderwerpen die op de RTBF passeerden.
Toen al viel mij op hoe onwennig de journaals aanvoelden. Ik was vooral verbaasd dat de besproken thema’s sterk verschilden met die van de Nederlandstalige media. Precies alsof Waalse gebeurtenissen en bezorgdheden niet nieuwswaardig waren in Vlaanderen, en omgekeerd.
Het is de verantwoordelijkheid van de KU Leuven om te voorkomen dat Frans volledig uit het curriculum verdwijnt
Die vaststelling is overigens niet alleen toepasbaar op visuele media: we lezen andere kranten, luisteren naar andere radiozenders en volgen andere socialemediakanalen. Hoewel die discrepantie onschuldig lijkt, heeft ze onbedoelde gevolgen. In een digitaal tijdperk van rabbitholes en echokamers toonden onderzoekers immers veelvuldig de sturende invloed van media op onze denkkaders en gedrag aan.
Over de Verenigde Staten van Amerika zijn we het bijvoorbeeld allemaal eens: wie Fox News volgt, leeft in een compleet andere wereld dan pakweg een CNN-kijker. Verbaast het dan dat ook Belgen steeds minder voeling hebben met hun anderstalige landgenoten? En is het dan, ongeacht politieke voorkeuren of historische processen, niet een beetje jammer dat we naast elkaar in plaats van met elkaar leven?
In een vlaag van Belgische vaderlandsliefde uitte ik die bedenkingen tijdens mijn cafébezoek. Al snel werd de voor de hand liggende oplossing geopperd: volg terug wat meer Franstalige media. Mijn Nederlandstalige reflex was afwijzend. Het Franse niveau dat ik nu haal, verbleekt namelijk bij mijn middelbare hoogdagen. Daar zitten drie jaar van non-activiteit voor iets tussen.
Frans in de aula
Van de 180 studiepunten die ik aan de KU Leuven opnam, waren er welgeteld zes in het Frans. Al doende kennis over het Frans onderhouden aan een van de belangrijkste onderwijsinstellingen van België zit er dus niet meer in.
Akkoord, het Engels wint aan belang in een internationale academische context, maar Frans is en blijft een belangrijke (wereld)taal. Bovendien is de kans reëel dat studenten op de werkvloer met het Frans in contact komen in meertalig België. En is het doel van een universiteit niet om studenten voor te bereiden op een professionele carrière? Om niet als romanticus over te willen komen, laat ik historische en literaire argumenten dan nog achterwege.
Aan de tweetalige medestudent geschiedenis die op café een vurig pleidooi ontstak voor een uitgebreider aanbod Franse vakken, ben ik ondertussen excuses verschuldigd. Op mijn aanvankelijk sceptische reactie kom ik nu terug: Frans heeft wel degelijk zijn plaats aan de universiteit. Meer nog, het is juist de verantwoordelijkheid van de KU Leuven om te voorkomen dat Frans volledig uit het curriculum verdwijnt.
Want als zelfs een instelling als de KU Leuven er niet in slaagt de Belgische meertaligheid levend te houden, hoe kunnen we dan verwachten dat de samenleving dat wel kan? In afwachting van de dwingende hand van mijn ISP, nam ik mij dan maar voor mijn Frans op eigen initiatief bij te schaven. Dat niet alleen uit persoonlijke ambitie, maar ook als kleine daad van verbinding in een land dat vervreemdt van zijn eigen inwoners.
Servaas Verhelst is student Geschiedenis aan de KU Leuven.