'We moeten proberen te door­bre­ken dat studenten zo laat uitgaan'

Dat Studentenzaken bij Liesbeth Vander­meeren (cd&v) belandde, lag niet echt in haar handen. Toch is ze erg blij met die bevoegdheid, vertelt ze wanneer we haar een dikke maand na haar aantreden opzoeken in het Stadskantoor. De eerste zes maanden werd ze vervangen door oudgediende Karin Brouwers vanwege haar zwangerschap, maar net voor het academiejaar startte, nam ze dat mandaat over. 

'Ik moet zeggen dat ik er eigenlijk heel blij mee ben', zegt Vandermeeren. 'Weet je, ik heb ook les gegeven aan de UCLL en de KU Leuven, en het is fijn dat ik nu opnieuw dicht bij de studenten kan staan. Ik heb al veel studenten kunnen ontmoeten op het Studenten­welkom, en heb al verschillende keren overleg gehad met de fakbar­beheerders en LOKO.'

Studenten gaan steeds later uit, en drinken ook eerst 'voor' op kot. Is dat u ook opgevallen?
Liesbeth Vandermeeren: 'Uiteraard, zeker als ik het vergelijk met mijn studententijd die nu toch al vijftien jaar voorbij is. (lacht) Maar ik probeer het tegelijk niet te overdrama­tiseren: natuurlijk mogen studenten een feestje bouwen op kot, maar dat moet binnen de perken blijven.'

'Naast mij wonen ook studenten, natuurlijk hebben die een heel ander ritme dan ik met mijn twee kleine kinderen. Ik wil vooral sensibiliseren en niemand met de vinger wijzen. Je studententijd is zo een mooie tijd, je moet het recht hebben om student te zijn. Maar er moeten afspraken gemaakt worden.'

'Vorige week hebben we nog de meet your street-actie gehouden waarbij de studenten en Leuvenaars elkaar dan konden uitnodigen. Het is belangrijk dat ze elkaar leren kennen. Als je weet dat je buurvrouw twee kleine kindjes heeft, ga je misschien wat meer letten op luidruchtig gedrag 's nachts.'

Ook op de Oude Markt is het minder druk. Heerst er schrik voor de toekomst, als de trend zich doorzet?
(zucht) 'Het is niet zo dat de cafés daar plots niet meer rendabel zijn. Maar we moeten acties ondernemen om studenten te sensibiliseren. Ik hoop dat ik in mijn beleidsperiode toch wat die trend kan keren. We moeten ergens wel proberen te doorbreken dat studenten zo laat uitgaan, en al goed gedronken hebben op kot waardoor ze ook niets meer uitgeven op café.'

Hoe wilt u dat doen?
'Dat kan alleen maar lukken als je met de student zelf gaat praten, en de oorzaken kan blootleggen. Misschien zitten de studenten ook minder op café omdat het daar zo duur is geworden, of omdat een kot huren zo duur is geworden, en al hun budget daarnaartoe gaat. Het kan ook dat er een gebrek aan plaats is, dat wil ik ook onderzoeken. Sommige fakbars zijn natuurlijk ook niet geweldig goed gelegen.' 

Dan heeft u het over de 'heilige drievuldigheid' in de Tiensestraat?
(knikt) 'Je voelt nog altijd dat er spanningen zijn. Uiteraard wil ik de studenten wel de kans geven om een fakbar te hebben en een plek te hebben om naartoe te gaan. We kunnen die niet zomaar weghalen, dan zouden we alternatieve locaties moeten onderzoeken.'

'Daar zit ergens een moeilijkheid in: wat is de ruimte voor studenten in onze stad? We moeten echt kijken naar oplossingen. Als dat op termijn niet haalbaar is, dan moeten we kijken naar alternatieve locaties, waar studenten echt studenten kunnen zijn. Ik vind het belangrijk dat ze die ruimte hebben.'

'Dus ja, ik probeer echt in te zetten op dat overleg. Nog voor de start van het academiejaar hebben we overleg gehad met de buurtbewoners in de Tiensestraat, om te evalueren waar het fout liep vorig jaar en welke acties de fakbars ondertussen hebben ondernomen.'

Dit jaar zat het Studentenwelkom weeral in een nieuw jasje. Zal dit het eerste format zijn dat het enkele jaren overleeft?
(lacht) 'Ik hoop dat we met deze editie een nieuwe trend hebben gezet. De voorbije jaren was het Studentenwelkom wat versnipperd: er waren verschillende evenementen op verschillende dagen. Het was ook niet meer duidelijk wat de inhoud moest zijn. We hebben er hard aan gewerkt om dat een invulling te geven: ik hoop dat het er een is die we de komende jaren kunnen verderzetten.'

Nochtans heerste er onbegrip dat de stad specifiek aan Ekonomika, Industria en VTK had gevraagd om een deel mee te organi­seren. De andere kringen voelden zich gepasseerd.
'We hebben wel via LOKO gewerkt. Het was net de bedoeling dat LOKO ons aanspreekpunt was, en dat zij de communicatie naar de verschillende kringen voor hun rekening zouden nemen. We kregen inderdaad te horen dat er wat ongerustheid heerste bij een aantal kringen. Maar een aantal grote kringen hadden ons zélf gecontacteerd. Eigenlijk was dat niet de bedoeling.'

Zij hebben jullie zelf gecontacteerd?
'Ja, zij hadden enkele vragen over het Studentenwelkom. Uiteindelijk zijn zij ons beginnen contacteren, maar we hebben dat ook met LOKO opgenomen, want eigenlijk was het de bedoeling dat zij die rol gingen opnemen.' 

'We vinden het jammer dat we de kringen niet op één lijn hebben gekregen', erkende LOKO ook achteraf.
'Dat moeten we naar volgend jaar toe verbeteren. De volgende keer gaan we beter weten wat we verwachten van de studenten en wat hun verwachtingen zijn. Nu waren er ook zoveel partners betrokken, dat de communicatie niet altijd duidelijk was. Daardoor hebben de studenten zich niet altijd betrokken gevoeld, terwijl dat niet de bedoeling was.'

Zit de relatie tussen de stad en de studenten nog wel snor? Gezins­woningen mogen niet meer opgedeeld worden in koten en de kotbelasting zou verhoogd worden.
'Dat is natuurlijk in het kader van ons woonbeleid. Dat is ook een van onze prioriteiten, we moeten nog betaalbare woningen hebben voor onze gezinnen. Niet alle woningen in het centrum mogen studentenhuizen worden. Het is niet zo dat de stad geen studenten meer wil. Helemaal het omgekeerde: Leuven leeft van de student.'

Er zit geen spanning op de relatie?
'Alleszins niet meer dan vroeger. Over de kotbelasting kan ik geen uitspraken doen, want dat is nog niet beslist, maar dat zit in een meerjarenbegroting. We richten ons niet per se op de kotbelasting, maar jullie kennen de economische situatie ook: er moet gezocht worden naar meer middelen.'

Er zal waarschijnlijk stevig bespaard moeten worden.
'Nee, dat gaan we niet doen. We willen blijven investeren in onze stad en onze mensen. Wij zijn zeker en vast geen besparingscollege. Maar ten opzichte van die investeringen moeten ook wel middelen staan. Als je een lening aangaat, moet je die ook kunnen afbetalen. Je moet daar een evenwicht in zoeken.'

'Maar Leuven moet toegeven dat onze stad echt leeft van de studenten. Als je alleen al kijkt naar hoeveel percentage van de Leuvenaars werken aan een van de hogeronderwijsinstellingen. Dat is dan nog enkel de rechtstreekse werkgelegenheid.'

'Mijn man heeft een kapsalon in het centrum van Leuven, en in vergelijking met de zomer zijn er nu gewoon veel meer klanten. Wie zijn die klanten? De studenten die hier hun haar laten knippen, hè. Wat zou Leuven zijn zonder de studenten? We moeten hen omarmen.' 

Is er iets dat u over vijf jaar gerealiseerd wilt hebben?
'Een verbeterd contact tussen de Leuvenaars en de studenten. Hopelijk zien we dan ook minder klachten van overlast.' 

Heeft u al een keer koffie kunnen gaan drinken met de voorzitters van LOKO en Stura?
'Met Dora (Leko, voorzitter van studentenkoepel LOKO, red.) heb ik ondertussen al heel veel contact gehad. Ik heb tegen Dora gezegd: als er iets is, mag je me altijd bellen.'